Film

De documentaire ‘Louis’ maakt duidelijk: de coach moet coachen, ziek of niet ★★★★☆

Bor Beekman
De hoofdpersoon van ‘Louis’ Beeld
De hoofdpersoon van ‘Louis’

Als het filmportret Louis slechts één Louis-moment mag toevoegen aan de Louis van Gaal-beeldcanon, dan toch de opname achter in het busje, na de met 2-0 gewonnen wedstrijd tegen Noorwegen. De man die Nederland zojuist dat ticket naar het WK in Qatar heeft bezorgd, coachend vanuit zijn rolstoel op de tribune, krimpt ineen als het busje op weg naar huis een hobbel treft. Hij vervloekt de staat van het nationale wegdek: ‘Ongelofelijk, zo slecht!’

Het land en de spelers weten dan nog niet dat de coach lijdt aan meer dan zijn heupfractuur: Van Gaal draagt een katheter vanwege een nierbekkenontsteking en is herstellende van bestralingen tegen prostaatkanker.

Zie maar eens niet geraakt te worden door dat beeld: Van Gaal op zijn zwakst en sterkst, de pijn verbijtend. Voor zijn spelers, voor zichzelf, voor ons. Tegen alle beloftes aan wederhelft Truus in toch weer bondscoach geworden, omdat hij nu eenmaal de beste optie is; Van Gaal weet dit zeker. En wie de documentaire van Geertjan Lassche ziet, gaat mee in die overtuiging.

De filmmaker (bekend van De boer die zou gaan emigreren en Hemelbestormers) begon aan een film over de gepensioneerde Van Gaal die al golfend in Portugal terugblikt op zijn rijke en bewogen carrière. De kijk op ‘de totale mens’ van Van Gaal moest diens imago herstellen, gekleurd door uitbarstingen tegen journalisten (‘¡siempre negativo!’) en bulderconferences vanaf bordessen in Amsterdam, Barcelona, München, Alkmaar. ‘Wij! Zijn! De beste!’

Deze bekende beeldflarden doorspekken de documentaire terwijl Van Gaal nog eens op bezoek gaat bij zijn oude clubs, spelers en voorzitters: een amusante, soms wat langgerekte nostalgietournee. We treffen hem tevens als zorgzame vader, opa en echtgenoot, die ook privé weleens onmogelijk kan zijn. Als Truus bij een strandwandeling geëmotioneerd raakt, zet Van Gaal rustig een boom op over hoe al dat coachen hem wél leerde om te gaan met teleurstellingen, terwijl de kijker gilt: sla toch een arm om haar heen, Louis!

Als de broertjes De Boer achter in Van Gaals auto plaatsnemen om de finaal mislukte WK kwalificatie van 2002 door te nemen, ontspint zich een hoekig gesprek. Daar legt Lassche iets bloot van Van Gaals achilleshiel: de coach sprak stervoetballers niet anders toe dan de pupillen die hij als gymnastiekdocent ooit leerde bokspringen. Vaak werkte dat, maar soms ook niet, iets wat Van Gaal nog altijd maar moeilijk begrijpt.

Dat de gepensioneerde voor de derde maal bondscoach werd, kwam als een verrassing voor Lassche, die prompt een jaar langer doorfilmde. Het is een zegen voor zijn documentaire: zodra Louis meer in het nu belandt, werpt de film zijn gestolde verteltrant af. Er kon wel wat gesnoeid in de 128 minuten: de rondleiding over Van Gaals kantoortje, de amateurbeelden van diens huwelijksfeest, de brave gesprekjes met Edgar Davids of Arjen Robben – ‘U was zo’n goede coach, coach, en altijd eerlijk!’ – daar had regisseur Lassche zich meer mogen opstellen als Van Gaal, die spelers meedogenloos offerde als het resultaat erom vroeg.

Maar het aandoenlijke Louis vindt zijn vorm in het slotstuk, met Van Gaal als een Griekse held, wiens lot al vast ligt. Niks pensioen. De coach moet coachen.

Louis

Docu

★★★★☆

Regie Geertjan Lassche

128 min., in 99 zalen.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden