interview
'De Amerikaanse Droom is een work in progress'
Het is omarmd door Barack Obama en Oprah Winfrey en bekroond met de prestigieuze National Book Award. Colson Whitehead schreef met 'De ondergrondse spoorweg' over Amerika's gruwelijke slavernijverleden een bestseller die, zegt hij, na de verkiezingen opeens weer actueel is.
Het begrip 'ondergrondse spoorweg' kende ik al sinds ik jong was. In de vierde of vijfde klas van de lagere school gebruikte mijn onderwijzer die term tijdens een les over de slavernij. Als kind stel je je dan natuurlijk een echte spoorweg voor, een soort supermetro. Maar de onderwijzer legde uit dat het de bijnaam was van een netwerk van blanken en zwarten die slaven uit het zuiden naar het noorden probeerden te smokkelen, waar ze vrij zouden zijn.
'Zeventien jaar geleden kwam ik de term al lezend weer tegen. Ineens kreeg ik de ingeving om mijn kinderlijke, letterlijke interpretatie te gebruiken als uitgangspunt voor een boek. Maar ik merkte al snel dat het onderwerp te groot voor me was. Ik besloot het te laten rusten, eerst andere boeken te schrijven, mij als schrijver verder te ontwikkelen en later nog eens opnieuw naar het idee te kijken.'
Colson Whitehead (47) heeft al meer dan tien boeken op zijn naam staan, waarvan er zeven in het Nederlands zijn vertaald. Maar pas met De ondergrondse spoorweg (The Underground Railroad) is hij doorgebroken bij een breed publiek. De in de jaren 1850 gesitueerde roman over de slavernij in Amerika werd door de kritiek met gejuich ontvangen, bekroond met de prestigieuze National Book Award for Fiction en, publicitair waarschijnlijk het belangrijkst, door Oprah Winfrey uitverkozen voor haar Book Club. Een regelrechte bestseller was het gevolg.
En zo heeft de man die tot voor kort de status van cultauteur genoot ineens een moordend programma in Nederland (het eerste land waar The Underground Railroad in vertaling verschijnt), met naast interviews voor kranten en tijdschriften ook een reeks optredens voor publiek en op televisie.
Wat deed hem ertoe besluiten dat idee van zeventien jaar geleden nieuw leven in te blazen?
'Drie jaar geleden publiceerde ik Kaarten op tafel, een humoristisch boek over poker. Toen ik een tijdje aan de opvolger daarvan had gewerkt, merkte ik dat ik een vergelijkbaar soort verteller had die vergelijkbare grappen maakte en begon ik mij af te vragen: waarom schrijf ik twee dezelfde boeken achter elkaar?
'Ineens dook toen dat idee van de ondergrondse spoorweg weer op. Ik verzamelde al mijn moed en begon aan het boek waarvoor ik ooit was teruggeschrokken. Want iedere schrijver weet heimelijk: je moet niet het boek schrijven waarvan je weet dat je het kunt schrijven, maar het boek waar je tegenop ziet, dat je moeite gaat kosten'
Een van de redenen waarom Whitehead De ondergrondse spoorweg jarenlang uit de weg was gegaan, is het feit dat je niet op een grappige manier over slavernij kunt schrijven. Zijn laatste boeken hadden allemaal een satirische of ironische ondertoon gehad. Daar zou hij radicaal afscheid van moeten nemen. Al snel bleek die aarzeling onterecht.
'Elk boek heeft zijn eigen stem en eigenlijk bleek het helemaal geen grote opgave om de grappen ditmaal achterwege te laten. De uitdaging zat hem in het vinden van evenwicht tussen nabijheid en afstand ten opzichte van de personages. Om op een overtuigende, niet-larmoyante manier over de onvermijdelijke gruwelijkheden te kunnen schrijven, is een zekere distantie noodzakelijk. Tegelijk moet je, om levende mensen van ze te maken, in de ziel van je personages kruipen.'
CV Colson Whitehead
1969 Geboren in New York op 6 november
1991 Studeert af aan Harvard University
1999 The Intuitionist (De intuïtionist)
2001 John Henry Days (De John Henry dagen)
2002 MacArthur Fellowship
2003 The Colossus of New York (De Colossus van New York)
2006 Apex Hides the Hurt (Apex is een pleister op de wonde)
2009 Sag Harbor (Sag Harbor)
2011 Zone One
2013 Guggenheim Fellowship
2014 The Noble Hustle (Kaarten op tafel)
2016 National Book Award
Colson Whitehead is getrouwd met literair agent Julie Barer en heeft een dochter van 11 en een zoon van 3.
'Scientific racism'
Whitehead heeft voorafgaand aan het schrijven enige research gepleegd, 'maar niet zoveel als je zou denken'. Hij herlas boeken over 'scientific racism', waarin op pseudowetenschappelijke wijze de superioriteit van bepaalde rassen wordt aangetoond, en over eugenica, oftewel rasverbetering: jarenlang in bepaalde kringen een populaire theorie, zowel in de Verenigde Staten als daarbuiten, met nazi-Duitsland als meest navrante voorbeeld.
Ook las hij de autobiografieën van voormalige slaven als Frederick Douglas en Harriet Jacobs en de verslagen van het Federal Writers' Project uit de jaren dertig. 'Werkloze schrijvers kregen in die jaren van de regering opdracht voormalige slaven te interviewen. Die waren inmiddels 80 of 90 jaar oud, maar dankzij hun herinneringen is er veel informatie over de slavernij bewaard gebleven. Hun verhalen hebben me een taal gegeven die ik heb kunnen gebruiken in het eerste deel van De ondergrondse spoorweg, waarin ik het leven op een katoenplantage in Georgia beschrijf.'
Ondanks het niet-realistische uitgangspunt van een echte ondergrondse spoorlijn, heeft Whitehead bij het beschrijven van de slavernij in de VS relatief weinig beroep hoeven doen op zijn verbeeldingskracht: in de meeste gevallen waren de feiten zelf al surreëel genoeg.
'Neem de vrijdagse lynchfestivals in Georgia, waarbij het hele stadje bijeenkomt. Er zijn kinderen aanwezig, familieleden uit naburige dorpen komen over om met zijn allen het spektakel te bewonderen. Er wordt muziek gespeeld, een lynchpartij georganiseerd, mensen worden levend verbrand, men geeft minstrel shows ten beste, terwijl er ondertussen smakelijk wordt gegeten en gedronken. Als je dat leest lijken het surrealistische taferelen, maar ik heb er niets aan hoeven verzinnen. Er zijn ook genoeg foto's die dergelijke gebeurtenissen illustreren: daarop zie je families glimlachend poseren bij een zojuist vermoorde zwarte.'
Ondanks de gruwelijkheid van Amerika's slavernijverleden, kwam De ondergrondse spoorweg niet in de eerste plaats voort uit morele verontwaardiging. Daarvoor waren de feiten Whitehead sinds jaar en dag te vertrouwd.
'Mensen hebben me wel gevraagd of het moeilijk was bepaalde scènes te schrijven, maar wat ik écht moeilijk vond was mijn hoofdfiguur Cora en de personages rondom haar door de wreedaardige gebeurtenissen van de roman te laveren.
'Natuurlijk is er in mijn gevoelens een onderstroom van verontwaardiging. Ik weet dat mijn voorouders gruwelijkheden moeten hebben meegemaakt die vergelijkbaar zijn met wat ik in mijn boek beschrijf. Helaas zijn er geen herinneringen aan hen bewaard gebleven, maar mijn beschrijvingen van de katoenplantage in Georgia vormen een soort eerbetoon.'
Hoewel Cora's moeder en grootmoeder slechts beknopt in De ondergrondse spoorweg figureren, geeft de roman een beeld van drie generaties vrouwen en de uiteenlopende wijzen waarop zij zich tot het fenomeen slavernij verhouden. De krachtige openingszin van het boek luidt: 'De eerste keer dat Caesar Cora polste over een mogelijke vlucht naar het Noorden, zei ze nee. Dat was de stem van haar grootmoeder.'
De slotzin van het openingshoofdstuk luidt: 'Drie weken later zei ze ja. Ditmaal was het de stem van haar moeder.'
Grootmoeder Ajarry, moeder Mabel en dochter Cora vertegenwoordigen niet alleen ieder een generatie slaven, ze belichamen tot op zekere hoogte ook drie stadia van zwarte emancipatie. Ajarry werd weggeroofd uit het toenmalige koninkrijk Dahomey (het huidige Benin), talloze malen doorverkocht, om uiteindelijk op de katoenplantage te sterven aan een herseninfarct. Zij probeerde nooit te ontsnappen.
Colson Whitehead
De ondergrondse spoorweg
Uit het Engels vertaald door Harm Damsma en Niek Miedema.
Atlas Contact; 352 pagina's; euro 21,99.
Mabel wist wél te ontsnappen, al moest ze daarbij haar dochter achterlaten. Na haar ontsnapping bleef ze - ongebruikelijk in die dagen - onvindbaar. Pas helemaal aan het slot van de roman horen we hoe het haar verging en beseffen we hoe prachtig Whitehead dat via literaire motieven heeft voorbereid.
Cora's ontsnapping, ten slotte, symboliseert het prille begin van een Afro-Amerikaans bewustwordingsproces. Een proces dat nog een eeuw te gaan zal hebben voordat de burgerrechtenbeweging op gang komt, dus van een glorieus 'bevrijdingsverhaal' is geen sprake. Niettemin belichaamt zij een eerste succesvolle stap van lijdzaamheid naar strijdbaarheid.
Whitehead: 'Je ziet vooruitgang van Ajarry, die puur een object is, via Mabel, tot Cora die meer een volledig functionerende ziel is. Ze begint als object, maar de stadia die zij gedurende haar vlucht doorloopt, roepen in haar een bewustzijn wakker over haar eigen individualiteit, over een concept van vrijheid.
Op haar vlucht naar het noorden passeert Cora vier staten, die weliswaar aan de werkelijkheid zijn ontleend, maar in De ondergrondse spoorweg een soort 'fantasielanden' zijn, een beetje zoals Lilliput en Brobdingnag in Gulliver's reizen. Ze vertegenwoordigen elk een manier waarop racisme en slavernij in de loop der jaren in de Verenigde Staten gestalte hebben gekregen en zijn verwerkt.
Als eerste belandt Cora in South Carolina, dat trots is op zijn liberale houding ten opzichte van Afro-Amerikanen. Maar die blijkt al snel verraderlijk.
Cora krijgt er een baantje in het Museum voor de Wonderen der Natuur. Daar wordt een naïef beeld gegeven van het bestaan 'in donkerst Afrika' en lijkt de overtocht van de slaven naar Amerika een soort gedisciplineerde cruise. Cora moet, als deel van de 'levende expositie', wat rondscharrelen met een bezem op een scheepsdek. Niks geen benedendekse geketenden die in hun eigen uitwerpselen liggen te creperen.
South Carolina
Op een andere afdeling, 'Een Doorsneedag op de Plantage', zit ze vredig achter een spinnewiel; niet echt hetzelfde als afgeranseld worden tijdens het katoen plukken. Ondertussen trekken blanke bezoekers achter het glas rare bekken en maken ze provocerende gebaren.
'South Carolina vertegenwoordigt in mijn roman het blanke paternalisme, de hypocrisie. Er blijkt een ambitieus sterilisatieprogramma voor zwarten te bestaan en er is een onderzoek gaande dat sterk lijkt op het beruchte, historische Tuskegee Syphilis Experiment, waarbij zwarte mannen niet behandeld werden voor vergevorderde syfilis om te kijken hoe het verloop van de ziekte bij hen was.'
Als Cora in North Carolina belandt, wordt ze geconfronteerd met weer een totaal andere houding van blank ten opzichte van zwart. Hier is de superioriteit van het blanke ras een gegeven en streeft men naar de Endlösung van het Negerprobleem.
Na North Carolina belandt Cora in het apocalyptische landschap van Tennessee, om vervolgens in een min of meer utopisch Indiana terecht te komen. Min of meer, want voorafschaduwingen van zwarte onafhankelijkheid en zwart leiderschap gaan ook hier hand in hand met blank ressentiment en geweld.
Uiteindelijk zal ze in Het Noorden uitkomen: het eindstation van de Ondergrondse Spoorweg, en het begin van een nieuwe fase in het leven van Cora.
Via verwijzingen naar de Holocaust plaatst Whitehead de discriminatie van zwarte Amerikanen in een meer universele context. Toch is zijn boek doorweven met expliciete kritiek op de corruptie van de Amerikaanse Droom.
Een greep: 'In een ander land zouden het misdadigers zijn, maar dit was Amerika'; 'Amerika was en bleef haar cipier'; 'Amerika is een waanidee, het grootste van allemaal'.
Whitehead: 'Volgens de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring uit 1776 zijn alle mensen gelijk, maar dat werd in juridische zin pas in 1965 waar, en dan hebben we het alleen nog maar over de wet. De Amerikaanse Droom is een work in progress. Er wordt wel gezegd dat slavernij de Amerikaanse erfzonde is, maar voordat de kolonisten Afrikanen konden verschepen om op het land te werken, moesten ze het land eerst afpakken van de oorspronkelijke bewoners. Ons land is nog steeds niet in het reine gekomen met de enormiteit van die diefstal, we hebben de slavernij nog niet verwerkt en leven nog altijd met de gevolgen ervan.'
De auteur zegt bij het schrijven van De ondergrondse spoorweg niet te zijn geïnspireerd door recent blank politiegeweld tegen zwarten en de daaruit voortkomende Black Lives Matter-beweging.
'Ik ben opgegroeid met een onafzienbare rij van geweldsdelicten tegen zwarten: Eleanor Bumpurs (1984), Michael Griffith (1986), Abner Louima (1987), Rodney King (1992), het zijn maar een paar namen uit mijn jeugd, toen ik ook zelf eens in de handboeien ben geslagen. Er had in de buurt een beroving plaatsgevonden en als zwarte was ik een vanzelfsprekende verdachte. Extreem politiegeweld tegen zwarten is van alle tijden.
'Dat gezegd hebbende... Nu ineens, na de verkiezingen, beleef ik het toch anders. Op een manier die ik niet had verwacht, wordt me nu opnieuw ingepeperd hoe diepgeworteld het idee van blanke superioriteit is. Tijdens de verkiezingsbijeenkomsten van Trump zag je haattaferelen die vergelijkbaar zijn met lynchscènes. Ik lees mijn boek nu op een andere manier. Het gaat plotseling niet alleen meer over het Amerika van de jaren 1850, maar over het hier en nu.'
'Opdracht is opdracht'
De ondergrondse spoorweg bevat nadrukkelijke verwijzingen naar het Tuskeegee Syfilis Experiment. Van 1932 tot 1972 voerde de Amerikaanse Public Health Service (PHS) in Tuskegee (Alabama) een experiment uit waarbij 399 merendeels straatarme, ongeletterde zwarte mannen waren betrokken. Allen leden aan syfilis in een laat stadium. De mannen kregen niet te horen aan welke ziekte ze leden en werden niet behandeld. Doel was te onderzoeken hoe het ziekteverloop bij zwarten was, in vergelijking met blanken.
Bruikbare wetenschappelijke resultaten leverde het experiment niet op. 128 deelnemers overleden. De zaak kwam aan het licht nadat een van de betrokken medici als klokkenluider naar buiten was getreden. Vergelijkingen met experimenten door naziartsen werden door de PHS met een vertrouwd klinkend argument van de hand gewezen. 'Wij voerden slechts opdrachten uit.'