De 21ste eeuw in 185 gedichten
Zieteratuur en het poëtisch kruidenrek
'Wie dit-of-dat gedicht mist moet niet pedant gaan zeuren, maar het met de hand overschrijven - en het er dan zelf achteraan plakken', schrijft Gerrit Komrij in het voorwoord bij zijn Nederlandse poëzie van de 19de tot en met de 21ste eeuw uit 2004. Zo'n aanvulling is er nu: de bloemlezing Zieteratuur van Karel ten Haaf, die niet zomaar een gedicht bij Komrij miste, maar een hele dichterlijke stroming - de visuele en concrete poëzie. Oftewel, zoals hij het in zijn mooie en uitvoerige inleiding formuleert: poëzie van dichters 'die aan woorden alleen niet genoeg hebben om uit te drukken wat ze te zeggen hebben', die met de typografie en de uiterlijke verschijningsvorm van het gedicht op de pagina experimenteren, de grens met de beeldende kunst verkennen. Met de experimenten van Van Ostaijen en De Stijl als beginpunt, tot aan de hedendaagse bewegende poëzie op internet toe.
Uit Zieteratuur, dat zich om praktische redenen beperkt tot het papier, blijkt dat ook de visuele poëzie zijn eigen flauwigheden en clichés kent. Twee pagina's staan erin met alleen het woord 'obsessie' (Arnoud Rigter) en ook meerdere witte pagina's - 'Verzwegen verzen' van Ton Luiting bijvoorbeeld.
Maar Ten Haaf maakt in zijn inleiding en met zijn keuze ook duidelijk dat een focus op de uiterlijke vorm van het gedicht en evoluerend gereedschap (van stencilmachine naar computer) naast grapjes en incidentele probeersels van 'gewone' dichters (Vroman, Ter Balkt, Deelder, Heytze) ook tot intrigerende en overtuigende nieuwe (dicht)kunst kan leiden.
Zie bijvoorbeeld het opgenomen werk van iets minder 'gewone' dichters als Oosterhoff, Hirs en Van der Waal, en vooral van louter visuelen als Helen White, Alain Arias Misson, Herman de Vries, Jan Moltor, Tom Ockerse en ACG Vianen. Alleen al vanwege de laatsten is Zieteratuur een aanwinst naast de 'Dikke Komrij'.
Een tweede aanvulling daarop, dat wil zeggen op de 'momentopname van de jongste poëzie' daarin, is er nu van de Maestro zelf: De 21ste eeuw in 185 gedichten. Werk van achtenveertig uiteenlopende dichters niet ouder dan vierendertig. Vierendertig? 'Alfred Jarry, Heinrich von Kleist en Gustavo Adolfo Becquer werden vierendertig. Een beetje magie moet er zijn' zo licht Komrij in een summier huishoudelijk voorwoord toe. Jammer, nu moeten we interessante dichters als Thomas Möhlman, Tsead Bruinja, Willem Thies die net iets ouder zijn en niet in de Dikke stonden, er zelf bij gaan plakken.
Een flink aantal mooie, heldere, persoonlijke stemmen klinkt er uit deze bloemlezing op: Jan Willem Anker, Els Moors, Ruth Lasters, Ester Naomi Perquin, Arnout van Adrichem, Marije Langelaar, Annemieke Gerrist.
Daardoor is het vreemd dat deze bloemlezing alshet geheel zo'n tamme indruk maakt. Kabbelende praatgedichten, of interessant geschuif met waarnemingsbeelden, waarbij het hele poëtische kruidenrek afgezien van de regelafbreking ongebruikt blijft. Sympathiek, aandoenlijk soms, geestig, amusant. Melig of studentikoos soms ook. Maar weinig dat zich op je netvlies brandt, of blijft lokken door een zinderende raadselachtigheid of verfrissend hinderlijke rebelsheid.
Zou dit komen doordat veel van deze dichters ook performers zijn? Volgens hun eigen zeggen (waarmee Komrij zijn voorwoord quasi-bescheiden voor de helft vult) zien zij taal niet zozeer als fascinerend of problematisch materiaal, maar als vanzelfsprekend medium - 'om een brug te slaan naar de toehoorder', werkelijkheidsbeleving 'te archiveren', 'iets te doen' met 'een groter publiek'. Maar performance -poëzie kan ijzersterk zijn en er wordt wel degelijk ook 'taalgymnastiek' bedreven, zoals Komrij het noemt. Zou het werkelijk aan de nieuwe poëzie liggen dat die in deze bloemlezing zo weinig opwindend lijkt? Of is Komrij's keuze dit keer niet zo trefzeker en prikkelend als we van hem gewend zijn? Ik hoop het laatste.
Karel ten Haaf (red.): Zieteratuur - Concrete en visuele poëzie uit Nederland en
Vlaanderen.
Passage; 192 pagina's, € 22,50.
ISBN 978 90 5452 212 6.
3 sterren
Gerrit Komrij - De 21ste eeuw in 185 gedichten.
De Bezige Bij; 224 pagina's, € 16,90.
ISBN 978 90 2345 434 2.
2 sterren