De 20 mooiste nummers van Harry Bannink
Harry Bannink was dé Nederlandse liedjesschrijver. Liefhebber Gijs Groenteman maakte een podcast over zijn oeuvre en stelde voor de Volkskrant een top-20 samen.
Harry Bannink (Enschede, 1929 - Bosch en Duin, 1999) is zonder twijfel de productiefste liedjesschrijver die Nederland ooit gekend heeft. Toen Bannink stierf, had hij meer dan drieduizend composities op zijn naam staan. Zijn melodieën waren altijd sprankelend, origineel en hoewel ze bepaald niet simpel in elkaar zaten, waren ze altijd zeer toegankelijk.
Henny Vrienten, die nauw met hem samenwerkte, zegt erover: 'Harry is opgegroeid in het amusement, maar ik vraag me af wat er was gebeurd als hij in de tijd van Schubert of Mozart had geleefd. Misschien was hij dan wel een van de grote componisten geweest. Het talent was er.'
Hij werkte met alle grote tekstschrijvers van zijn tijd hij beperkte zich tot het 'toonzetten' van teksten maar zijn naam zal altijd verbonden blijven aan die van Annie M.G. Schmidt. De liedjes van Ja Zuster, Nee Zuster hebben een legendarische status en zullen deze zomervakantie weer in heel wat auto's gedraaid worden; hun musicals staan nog altijd op het repertoire. Maar Bannink schreef veel meer. Het grootste deel van zijn liedjes maakte hij voor tv, 't Schaep met de 5 pooten, De Stratemakeropzeeshow, Het Klokhuis, Sesamstraat en andere programma's.
Bannink was geen opvallende man: keurig, bescheiden, zonder noemenswaardige rimpeling in zijn leven bouwde hij zijn oeuvre op. In niets voldeed hij aan het cliché van de getormenteerde kunstenaar. Een boek over zijn leven zou snel vervelen, maar het afgelopen jaar sprak ik met tientallen mensen die nauw met Bannink hebben samengewerkt en kon ik wroeten in een grote berg vergeten of half vergeten liedjes.
Vanaf 4 juni op een mooie Pinksterdag zijn die gesprekken te beluisteren in de Grote Harry Bannink Podcast. Als kleine introductie van deze grote componist hier een top-20 van Harry Bannink-liedjes die iedereen kent of zou moeten kennen.
De Grote Harry Bannink Podcast gaat over de liedjes van Harry Bannink, en over de mensen met wie hij ze maakte. Waarin schuilde het succes van De Stratemakeropzeeshow? Hoe verliepen de opnamen van Ja Zuster Nee Zuster? Hoe kwamen de grote Schmidt/Bannink-musicals tot stand? Willem Nijholt, Jenny Arean, Henny Vrienten, Wieteke van Dort en Hans Dorrestijn vertellen hun verhaal en luisteren naar de muziek.
De Grote Harry Bannink Podcast is vanaf 4/6 beschikbaar, onder meer in iTunes en op Facebook.
20. Deze vuist op deze vuist
Edwin Rutten, tekst Willem Wilmink, uit De Film van Ome Willem, 1974.
Waarschijnlijk een van de bekendste liedjes van Bannink. Hele generaties zingen het nog altijd moeiteloos mee. Dankzij De Film van Ome Willem werd Bannink een bekende Nederlander: hij was de hoofdgeitenbreier, de keurige man achter de piano in het begeleidingsorkestje. De tekst van Deze vuist op deze vuist is van de fameuze (kinder)dichter Willem Wilmink, en bestaat uit de volgende woorden: 'Deze vuist op deze vuist (3x), en zo klim ik naar boven.'
Aart Staartjes, acteur en eindredacteur van het programma:
'Wilmink vroeg zich af of hij geld kon vragen voor die regel. Dat kon. Mensen uit het onderwijs klaagden bij mij: 'Als er 'En zo klim ik naar boven' gezongen wordt, gaat de melodie naar beneden!' Maar dat was juist typisch Harry Bannink: keurig, maar een beetje subversief.'
19. Bijlmermeer
Piet Römer, Adèle Bloemendaal en Leen Jongewaard, tekst Eli Asser, uit 't Schaep met de 5 pooten, 1969.
In dit liedje laat Eli Asser, schrijver van 't Schaep, de hoofdpersonen die nieuw te bouwen wijk vol torenflats bespiegelen. Bannink snapte dat de tekst leek op die van Het Dorp van Wim Sonneveld, maar dan omgekeerd: niet mijmeren over wat verloren is gegaan, maar over de illusie van een nieuwe, maakbare samenleving. De melodie van Bijlmermeer lijkt op Het Dorp, je zou ze bijna over elkaar heen kunnen leggen.
Harry Bannink was in de eerste plaats een lezer, hij begreep wat voor compositie een tekst nodig had. Hij noemde zichzelf dan ook toonzetter, geen componist: geheel in dienst van de tekst.
18. Nocturne, wat is de nacht toch mooi
Bert Plagman, Piet Hendriks, Leo Dijkgraaf, tekst Hans Dorrestijn, uit Sesamstraat, 1982.
De tekst van dit liedje gaat over de nacht. Bannink maakte er een klassiek aandoende melodie van waarvoor Schubert zich niet zou hoeven schamen. Van klassiek geschoolde zangers hield Bannink trouwens niet: die gingen maar tussen de luisteraar en het liedje instaan, met hun gezing. Acteurs, die konden dan misschien niet zo goed zingen, maar wél een verhaal vertellen. Bannink was dol op Bert Plagman, de acteur die Tommie uit Sesamstraat speelt. Plagman is in dit liedje op zijn best: onbeholpen, maar prachtig.
17. Johnny Afdruiprekje
Loes Luca, tekst Rob Chrispijn, uit Het Klokhuis, 1992.
Honderden liedjes heeft Bannink voor Het Klokhuis geschreven, maar dit is er eentje die altijd komt bovendrijven wanneer je het met de makers over dat repertoire hebt. Het heeft een heerlijke countryfeel, tweestemmig ingezongen door Loes Luca, met een lekkere gitaar van Peter Tiehuis.
16. Jij hebt gelogen Gerrit
Hetty Blok en ensemble, tekst Annie M.G. Schmidt, uit Ja Zuster, Nee Zuster, 1966.
Ja Zuster, Nee Zuster is een wonderbaarlijk eiland in het Schmidt/ Bannink-oeuvre. Twee seizoenen heeft het maar bestaan, 20 afleveringen, 58 liedjes. Die liedjes houden nog steeds stand. Flip van Duyn, de zoon van Schmidt: 'Dit is mijn favoriete Ja Zuster, Nee Zuster-liedje. Ik vind het zó mooi.' De prachtige melodie overstijgt de simpele tekst:'Jij hebt gelogen Gerrit, je hebt ons bedrogen Gerrit.'
Chris Dekker, vaste sessiedrummer van Bannink ten tijde van JZNZ: 'Het is dramatisch, maar tegelijkertijd zó licht. En bedenk wel: we namen die muziekbanden 's ochtends vroeg op, om 9 uur. En dan toch zo'n sfeer bereiken. Dat is, durf ik wel te zeggen, hoog vakmanschap. Van ons allemaal.'
15. Op een mooie Pinksterdag
André van den Heuvel en Leen Jongewaard, tekst Annie M.G. Schmidt, uit Heerlijk duurt het langst, 1965.
De ontstaansgeschiedenis van Op een mooie Pinksterdag, grote hit uit de eerste Schmidt/Bannink-succesmusical, is beroemd. 'Het werd in een paar uur tijd, in heftige haast, door Harry en mij gemaakt, omdat er een opvullinkje was tijdens een verkleding', beschreef Annie Schmidt. Het wordt tot op de dag van vandaag op de radio gedraaid. 'Als je Harry en mij in een kamer zet, moet je oppassen dat er geen liedje van komt', zei Schmidt ook eens.
Als Bannink een tekst las, hoorde hij vrijwel onmiddellijk de melodie, heeft hij meermalen verteld. Als mensen aan hem vroegen hoe lang hij er nou over deed, een liedje componeren, zei hij: 'Zo lang als het liedje duurt, of mijn hele leven.'
14. Poep- en piesmenuet
Wieteke van Dort, Joost Prinsen en Aart Staartjes, tekst Hans Dorrestijn, uit De Stratemakeropzeeshow, 1972.
Een paar regels uit dit liedje: 'Nee, de worden poep en pies zijn erg onnet en erg vies. Je moet die woorden niet gebruiken, anders ga je ernaar ruiken.' Bannink componeerde er een menuet op, met clavecimbelbegeleiding.
Henk van der Meyde schreef na deze uitzending een woedend stuk in De Telegraaf: de VARA verpestte onze jeugd met dit soort vuilbekkerij. Het programma was een idee van Aart Staartjes: een subversief sketchprogramma waarin het ouderlijk gezag onderuit werd gehaald. Staartjes: 'We moeten Van der Meyde dankbaar zijn. Vanaf toen wilde iedereen De Stratemakeropzeeshow zien.'
13. Radijs
Willem Nijholt en Jennifer Willems, tekst Annie M.G. Schmidt, uit Wat een planeet!, 1973.
Als je maar even zoekt, stuit je steeds op nieuwe vergeten of half vergeten topnummers. Zoals dit meanderende liedje, uit de vierde Schmidt/Bannink-musical, met de versmeltende stemmen van Willem Nijholt, de grootste musicalacteur die Nederland gekend heeft, en Jennifer Willems (Teuntje uit De Film van Ome Willem) . De melodie is droevig, maar toch uptempo.
De tekst gaat over het overlijden van een oudere man. Nijholt: 'De avond dat Wim Sonneveld overleed moesten we spelen, (producent) John de Crane liet geen voorstellingen lopen. Conny Stuart stond de hele avond te lijden, ze was zó bevriend met hem geweest, wij waren dat allemaal. Het was in Groningen, de zaal zat vol. Toen ik dit liedje moest zingen, heb ik gehuild op het toneel. Dat is de enige keer dat me dat is overkomen.'
12. Tearoom Tango
Wim Sonneveld, tekst Friso Wiegersma, uit Een avond met Wim Sonneveld, 1964.
Bannink moet een speciale liefde voor de tango hebben gehad, hij heeft er talloze van gemaakt. Dit is ongetwijfeld de beroemdste, uit 1964, toen hij orkestleider was van Wim Sonneveld in diens eerste onemanshow. Voor die show componeerde hij onder andere ook Frater Venantius, Zij kon het lonken niet laten en Ik zou nooit iets anders willen zijn liedjes die nog altijd voorbijkomen.
Componist en popmuzikant Henny Vrienten, die vijf jaar samenwerkte met Bannink: 'Harry had een volstrekt eigen toon, ik zou altijd een Bannink-liedje herkennen. En toch is hij heel erg gekaderd in een geschiedenis. Hij heeft vroeger in van die balorkesten gespeeld en als er bijvoorbeeld een Weense wals werd gevraagd, kende hij het wat afwijkende ritme van de Weense wals precíés.' Dat gold voor eindeloos veel muziekstijlen, want hij maakte dolgraag pastiches, die altijd authentiek klinken.
11. Hondendrollen
Van Dort, Staartjes, Prinsen, tekst Willem Wilmink, uit De Stratemakeropzeeshow, 1973.
In De Stratemakeropzeeshow en J.J. de Bom werden kinderproblemen vanuit de kinderen behandeld. In dit lied wordt geklaagd over hondendrollen die het voetbalplezier bederven. Wie de tekst sec leest, zou er een kwade, opstandige melodie bij verwachten. Bannink schreef juist een slepende, mistroostige. De begeleiding klinkt als een afgemat ballroomorkestje, met van die uitgebluste blazers. De combinatie van tekst en muziek is grappig.
Karel Eykman, die samen met Hans Dorrestijn en Willem Wilmink de liedteksten schreef voor De Stratemakeropzeeshow en J.J. de Bom, legt uit hoe de kinderpoëzie zich tot de jaren zeventig had ontwikkeld: 'Oude kinderdichters als Hieronymus van Alphen spraken tegen kinderen, Annie M.G. Schmidt ging naast de kinderen staan, wij schreven vanuit kinderen.'
10. Het hart is alleen maar een pomp
Frans Halsema en Jenny Arean, tekst Annie M.G. Schmidt, uit En nu naar bed, 1971.
In Banninks muziek hoor je veel verschillende invloeden. Thuis op zijn vleugel speelde hij graag Bach, hij hield van Grieg en had niet veel op met The Beatles, al hoor je hen ook soms voorbijkomen. Van wie hij ontegenzeggelijk onder de indruk is geweest, is Burt Bacharach, de componist van veel jazzy Amerikaanse standards. De musical En nu naar bed is grotendeels in Bacharachs jazzy stijl geschreven, ook dit nummer is pure, melodische feelgood-muziek. Als je het eenmaal hoort, verdwijnt het de rest van de dag niet meer uit je hoofd. Doe doebie doe doei da doe di da!
9. Circusliedje
Harry Bannink, tekst Annie M.G. Schmidt, van Harry Bannink zingt!, 1999.
Iedereen die een liedje van Harry Bannink moest inzingen, kreeg via de post een bruine envelop thuisgestuurd met een cassettebandje erin. Daarop stond, in matige geluidskwaliteit, het liedje, door Bannink zelf gezongen, op zijn vleugel begeleid. Die bandjes zijn geliefd onder iedereen die ze bezit. Daarom vond Frits Visser, journalist en vriend van Annie Schmidt, dat Harry maar eens een cd met zijn eigen liedjes moest opnemen. Dat werd Harry Bannink zingt!.
Henny Vrienten, die maandenlang op de prachtige productie ploeterde, vindt dit liedje uit Ja Zuster, Nee Zuster een van de allermooiste liedjes ooit in het Nederlandse taalgebied geschreven. Opnieuw het taalgevoel van Bannink. Vrienten: 'Als het over een trapeze gaat, dan hóór je een trapeze zwaaien: aan de trapééééééééze! Harry zou nooit een gelegenheid onbenut laten om een goede tekst uit te lichten.'
8. Grammatica
Joost Prinsen, tekst Willem Wilmink, uit J.J. de Bom, 1979.
Met niemand heeft Bannink zo veel samengewerkt als met Willem Wilmink. Allebei kwamen ze uit Enschede, ze waren bevriend en produceerden rond de duizend liedjes. Wilminks teksten waren vaak diep melancholiek, Bannink schreef dan melodieën die bijna tot stilstand kwamen, zo introspectief en verstild waren ze. Acteur Joost Prinsen, die veel van die liedjes heeft gezongen: 'Ik vroeg wel eens of het misschien een kwartslag sneller mocht. 'Nee jongen', zei Harry dan, 'zo kunnen de mensen het goed verstaan.''
Maar toch, Wilmink en Bannink konden ook uitzinnig zijn, zoals in dit nummer, over de worsteling met grammatica. Bannink laat z'n band zo swingen dat het moeilijk is stil te blijven zitten. Het eindigt in een extatische canon.
7. Onder de appelboom
Harry Bannink, tekst: Rutger Kopland, 1999.
Of Harry Bannink een liedje wilde schrijven bij zijn favoriete gedicht, vroeg de redactie van het tv-programma van Paul de Leeuw. Bannink koos Onder de appelboom, van Rutger Kopland. Paul de Leeuw nam het op, Henny Vrienten heeft het ook gezongen, maar de mooiste uitvoering is van Bannink zelf, op de demo. Het is een gedicht over de liefde, over oud worden en sterven. Als je het hoort, is het haast onmogelijk om níét te denken aan Harry zelf en zijn vrouw Jenny, zijn jeugdliefde uit Enschede, met wie hij tot zijn dood getrouwd is geweest.
Henny Vrienten: 'De mooiste regel uit het gedicht is 'De nacht kwam uit de aarde' dan wijkt Harry af van zijn melodie. Dat tekent zijn feilloze tekstbehandeling.'
6. Als je mekaar niet meer vertrouwen kan
Piet Römer, Adèle Bloemendaal en Leen Jongewaard, tekst Eli Asser, uit 't Schaep met de 5pooten, 1970
Een van de grote hits uit 't Schaep ook als componist van carnavaleske meezingers heeft Bannink zijn sporen verdiend.
Die tv-serie heeft in zijn oorspronkelijke versie maar één seizoen bestaan, later kwam het terug als Citroentje met suiker, maar de magie was er vanaf, wellicht omdat Bannink niet meer meedeed. Joes Odufré was regisseur van 't Schaep en raakte in een bitter conflict met Eli Asser, de schrijver, over het intellectueel eigendom van de serie. Dat leidde tot rechtszaken, gedoe en het einde van het succes. Maar voor het scheiden van de markt schreef Asser nog deze tekst. Asser: 'Als je mekaar niet meer vertrouwen kan dat sloeg op hém. En dat moest hij dan gaan regisseren, hahaha. Het is de streek die ik hem lapte.'
5. Vluchten kan niet meer
Frans Halsema en Jenny Arean, tekst Annie M.G. Schmidt, uit En nu naar bed, 1971.
Een van de grote liefdesnummers uit de Nederlandse muziek, het dramatische hoogtepunt uit de musical En nu naar bed. Waarom is het toch zo goed? De droefgeestige constatering dat de wereld ten onder gaat en redding onmogelijk is, de melodie die zwaar op de hand is maar nergens pathetisch, het orkest dat zo mooi tegen de zangmelodie in speelt, de staccato basgitaar?
Hoofdrolspeler Jenny Arean: 'Ik werd ter plekke verliefd op dat nummer. De slotregels waren eigenlijk: 'We maken ons eigen alternatiefje/Met of zonder boterbriefje/M'n liefje m'n liefje wat wil je nog meer/Vluchten hoeft niet meer.' Vluchten hoeft niet meer, dat geeft nog hoop. Annie zei in ene, op het allerlaatste nippertje: 'Ik vind dit zo kinderachtig. Het moet gewoon 'vluchten kán niet meer' zijn.' Dat maakt het fatalistisch. Ik vond het verschrikkelijk, heb lopen janken in de gang boven Carré, maar ik wíst dat ze gelijk had.'
4. Stormvloedkering
Remko Vrijdag, tekst Rob Chrispijn, uit Het Klokhuis, 1999.
Op zijn 65ste kondigde Harry Bannink aan dat hij wilde stoppen met werken. Maar ja, Het Klokhuis en Sesamstraat zónder Bannink, dat kon niet. De oplossing: Henny Vrienten zou de helft van de composities op zich nemen, in samenwerking met Bannink. Vrienten was vereerd: 'Ik dacht: nu ga ik erachter komen, het geheim van de meester. Maar daar kóm je dus niet achter. Ik zat me er alleen maar over te verbazen hoe die liedjes in elkaar zaten.'
Vijf jaar later hield Bannink definitief op met werken. Tijdens zijn allerlaatste opnamesessie, in de studio in Nederhorst den Berg, werd dit beeldschone liedje opgenomen. Over het onmetelijke leed dat iedereen zomaar in het dagelijks leven kan overkomen. Daar helpt niets tegen. Midden in het lied haalt de verteller de dood van zijn eigen kind aan, bijna terloops. Zo is de melodie ook: berustend, met een prachtig thema van fluit en viool.
Na die opname, op een vrijdagmiddag in oktober 1999, namen Henny Vrienten en Harry Bannink afscheid van elkaar: een carrière van ruim veertig jaar liedjes componeren en opnemen, afgerond en klaar. De dinsdag erop overleed Bannink, onverwacht, in zijn slaap.
Henny Vrienten: 'Harry is drie dagen vrij geweest.'
3. De laatste dans
Ensemble, tekst Annie M.G. Schmidt, uit Foxtrot, 1977.
Foxtrot was het antwoord van Schmidt en Bannink op de Amerikaanse musical Cabaret, het euforische en tegelijk tragische gevoel van de jaren dertig zit in allebei die musicals. Dit is het slotnummer, de apotheose van Foxtrot.
De opbouw is verfijnd: het sombere wereldbeeld van Annie Schmidt, staccato opgedreund, aanzwellend tot het majestueuze, knallende einde: 'De sirenes zijn allang gegaan/ Maar we trekken ons er niks van aan/ Het is altijd zo gegaan, nooit iets anders gedaan/ Dansen op een vulkáááán.'
Willem Nijholt: 'Het nummer heeft een dreiging, je wordt er bijna door in je maag gestompt.'
2. De truttenjas
Wieteke van Dort, tekst Karel Eykman, uit J.J. de Bom, 1980.
Bannink was niet zuinig met zijn melodieën. Edwin Rutten: 'Voor De Film van Ome Willem schreef hij steeds twee liedjes, daar zaten heel wat Vluchten-kan-niet-meers tussen.' Neem dit liedje uit J.J. de Bom. Het gaat over een meisje dat met haar moeder een nieuwe jas gaat kopen, maar de mooiste niet durft te kiezen omdat ze bang is dat de klas 'm gek zal vinden. Wieteke van Dort zingt de breekbare melodie. De piano speelt een tegenmelodie. Een subtiel strijkkwartetje geeft de genadeklap.
1. Het is over
Conny Stuart, tekst Annie M.G. Schmidt, uit Heerlijk duurt het langst, 1965.
Hebben alle grote liedjesschrijvers één nummer dat boven alle andere uitsteekt, allemaal hun eigen epische meesterwerk? Ik kan er zo een paar noemen: Lennon en McCartney hebben A Day in the Life, Freddie Mercury heeft Bohemian Rapsody, Paul Simon Bridge over Troubled Water, Bob Dylan Like a Rolling Stone.
Het meesterwerk van Schmidt en Bannink is zonder twijfel Het is over, voor het eerst gezongen door de musicallegende van haar tijd, muze van Annie Schmidt, Conny Stuart.
Over een vrouw die door haar man is verlaten voor een jongere vriendin. Eigenlijk is het niet één nummer, maar vele nummers ineen. Een hele musical, zo u wilt, met voor elke stemmingswisseling een aparte episode.
Het eerste deel is laconiek, bijna parlando gezongen ('Het is over. Hij doet me niets meer'). Dan steekt de storm op, ook muzikaal, een euforische opsomming van alle narigheid die ze met haar man heeft moeten doorstaan. En plotseling, middenin, de lichtheid van een Franse accordeon: de herinnering aan romantische tijden in Parijs ('Toen, lang geleden was het fijn'). En uiteindelijk, in het prachtige slotdeel, de tornado van razernij, verdriet en berusting: 'Het valt niet mee hoor, mooie poes, je hebt er tact voor nodig, meid.'
Dan het ijzige, breekbare einde: 'Nu geef ik, net als in mijn jeugd, mijn speelgoed aan een ander kind.'
Nee, beter wordt een liedje niet.