De eetbiografieDaphne Bunskoek

Daphne Bunskoek: ‘Ik hoef geen dierenleed op m’n bord’

Daphne Bunskoek:  ‘Het leven is te kort om rotzooi te eten.’ Beeld Renate Beense
Daphne Bunskoek: ‘Het leven is te kort om rotzooi te eten.’Beeld Renate Beense

Wat zeggen je eetgewoonten over wie je bent? De Volkskrant bespreekt het in een reeks interviews. Tv-presentator Daphne Bunskoek is een gourmand en kookt graag voor anderen.

Nell Westerlaken

Als Daphne Bunskoek (46) een restaurant zou runnen, zou het woord ‘bourgondisch’ in grote letters op de ramen staan. Er zou lang en uitbundig worden gegeten met veel mensen aan een grote tafel. ‘Dat is de hemel op aarde voor mij. Ik hou van eten met veel mensen.’

Behalve familie, vrienden en kennissen schuift eetclub De lachende lintworm, met onder anderen Jeroen Pauw en Sybrand Niessen, geregeld aan bij haar thuis. ‘Ik pak dan lekker uit. Bijvoorbeeld met een lamsbout uit de oven en risotto met gefrituurde spruitjes, blauwe kaas en citroen.’

Hoewel het aan haar frêle gestalte niet is af te zien, is de actrice en presentatrice van het tv-programma 5 Uur Live een gourmand. Ze graast het internet af naar bijzondere eetadressen. Reist met haar partner voor een sterrendiner naar restaurants in Kopenhagen, Zweden of Girona en gaat af en toe voor het tijdschrift National Geographic Traveler op culi-reis. Vakanties worden georganiseerd rond de thema’s bewegen en lekkere maaltijden, zegt ze: ‘Het leven is te kort om rotzooi te eten.’

null Beeld Renate Beense
Beeld Renate Beense

Dipsaus

Daphne Bunskoek groeide op in de tijd dat Nederland massaal aan het fonduen sloeg. Macaroni-met-Smac en nasi goreng werden volksvoedsel dankzij kruidenmixen uit zakjes – in de jaren zeventig kwam gemakseten in de mode. In veel gezinnen was de definitie van qualitytime: op zaterdagavond met het hele gezin tv-kijken naar Willem Ruis of John Lantings Theater van de Lach, en dat aangekleed met chips en dipsaus. Ook in huize Bunskoek te Almelo: ‘Fantasia. Ik weet nog dat er een Duyvis-dipsaus was die Fantasia heette.’

Vader en moeder hadden aandacht voor eten. ‘We woonden op een flat met een klein keukentje, mijn ouders, mijn oudere broer en ik. Mijn vader had een bedrijf in belettering en reclameschilderwerk. Breed hadden we het niet, maar er was altijd roomboter in huis. Als ik tussen de middag van school naar huis liep om te lunchen, moest ik langs de bakker voor een halfje wit – vers witbrood met roomboter, geen margarine. Mijn broer en ik vochten dan om het knepje, het kapje.’

De agv-formule (aardappelen-groente-vlees) was in de meeste huishoudens een even vast gegeven als Fred Emmer op het NOS Journaal. Alleen culinaire avonturiers kookten uit Tip Culinair, een (betaald) tijdschrift dat voorzichtig probeerde het ijzeren eetpatroon van na de oorlog wat op te rekken. ‘Mijn ouders zijn jong getrouwd, mijn moeder was 20 toen ik werd geboren. Ze kocht zo af en toe de Tip en dan kreeg ik naar school weleens een verrassing mee, zoals een uitgeholde komkommer met een wortel erin verstopt.’

Ook uit de Tip, voor verjaardagen: een taart van gestapelde pannekoeken ‘met hüttenkäse en allerlei andere vulsels’. Vaderlandse kost werd soms afgewisseld met exotische gerechten, mede dankzij vader, die cursussen volgde van het type ‘Koud en warm buffet’, of ‘Turks eten’. ‘Kregen we opeens lamsgehakt met een herderssalade, en filodeeg met spinazie en kaas. Superlekker.’

null Beeld Renate Beense
Beeld Renate Beense

Chicken tonight

De hogere gastronomie was nog mijlenver weg toen ze in Kampen op kamers ging voor haar studie aan de Hogeschool voor de Kunsten. ‘Ik woonde in een omgebouwde garage. Wat in de koelkast lag, gooiden we bij elkaar in de wok met als gevolg dat alles één smaak kreeg. Soms aten we de vreselijkste dingen, Chicken tonight en dat soort kant-en-klare troep. Maar ik hield toen al wel van goed eten. Ik was niet zo’n stapper en besteedde mijn geld liever aan eten dan aan drank. Voor vrienden maakte ik bijvoorbeeld groentetaart met bladerdeeg, en als toetje chocolademousse.’

Er was een Frans vriendje. ‘Zijn vader was directeur van een champagnecoöperatie. Tijdens het oogsten, de vendange, werd er altijd lekker getafeld, met champagne natuurlijk. In Frankrijk leerde ik lekkere kazen eten en groene salade ná het hoofdgerecht. Ik leerde op een andere manier kijken naar eten.’

Er was popzanger Daniël Lohues. ‘We hebben drie jaar een relatie gehad. Een inspirerende kok, hij las kookboeken in bed. Op een kookvuurtje in de tuin maakte hij stoofpotten. In die tijd ging ik koken uit boeken van Jamie Oliver en Bill Granger – overzichtelijke recepten.’

null Beeld Renate Beense
Beeld Renate Beense

Van het gas af

Met haar huidige partner, muziekproducer Wessel van Diepen, ging ze tot een jaar of tien geleden vaak op vakantie naar Ibiza. ‘Je had daar toen nog van die bruine papa-en-mamarestaurantjes waar je heerlijk paella kon eten. Nu zijn dat helaas bijna allemaal hippe tenten. We aten vaak een visje aan het strand met een glas cava-sangria erbij.’

Ze is een bewuste eter zegt ze, nieuwsgierig naar trends, maar geen type ‘dat overal gojibessen in doet’. Haar kennis over de productie van voedsel groeide in de jaren dat ze op tv het documentairefestival Idfa versloeg. ‘Toen heb ik heb veel films gezien over niet-duurzaam gebruik van natuurlijke bronnen. Dat heeft me bewust gemaakt. Ik eet heel weinig vlees, en altijd van biologische slagers – ik hoef geen dierenleed op m’n bord.

‘De boeken van Yotam Ottolenghi waren een openbaring: hij liet zien hoe je lekker kunt koken met groente, zonder dat je vlees mist. Je kunt Wessel wat eten betreft niet gelukkiger maken dan met salades. Die eet ik ook wel, maar als het buiten koud is, eet ik graag iets warms, soep bijvoorbeeld. En ik hou van koken op vuur, echt vuur. Ik begrijp dat aardgas op den duur moet verdwijnen, maar ik hoop dat ik de laatste ben die van het gas af moet.’

Op voorraad

‘Gember, citroen en bonitovlokken, gedroogde tonijnvlokken.’

Altijd goed

‘Okonomiyaki, ‘Japanse pizza’ die je naar eigen smaak kunt aankleden, met veel groenten of juist spek en garnalen.’

Lastig gerecht

‘Vis in een zoutkorst. Je kunt pas zien of de vis gaar is als je de korst stukmaakt, en dan kun je er niets meer aan veranderen.’

Favoriet keukengereedschap

‘De magic bullet, een blender. Een simpel apparaat. Ik heb het geduld niet om ingewikkelde apparaten te leren kennen.’

Smerigste ooit

Stinky tofu, gefermenteerde tofu. Ik kreeg het in Taiwan. Die smaak achtervolgt me nóg.’

Okonomiyaki van Daphne Bunskoek

Ingrediënten

Voor de dashi (bouillon):

- 1 vel kombu (gedroogde Japanse zeewier)

- 5 eetl. bonitovlokken

Voor het beslag:

- 250 ml dashi

-125 g bloem

- 1 ei

- 60 g Chinese yam (kun je eventueel vervangen door maizena)

- 2 el roze ingelegde gember (of sushigember)

- 250 g witte kool

- 3 stengels bosui

- zonnebloemolie

- 6 plakken ontbijtspek of/en Hollandse garnaaltjes

- eventueel wat reepjes paprika als je extra groenten in het beslag wilt

Voor de garnering:

- tonkatsusaus

- Japanse mayonaise

- 4-6 eetlepels nori-snippers

- 5 eetl. gedroogde bonitovlokken

Bereiding:

Week de kombu in een pan met warm water en voeg de bonitovlokken toe. Breng op temperatuur maar niet aan de kook. Haal de kombu eruit.

Meng de bloem met de dashi en het ei tot een glad beslag.

Schil en rasp de yam (eventueel met handschoenen aan) boven het beslag en schep erdoor.

Snijd of rasp de witte kool fijn, hak de ingelegde gember fijn en schep door het beslag. Snijd de bosui in ringetjes en schep de helft door het beslag.

Leg plakjes ontbijtspek in de pan met een scheutje olie en laat rustig bakken. (Hier doe je indien gewenst ook de garnaaltjes bij.) Schep het beslag erop. Bak rustig tot de onderkant goudbruin is. Keer de okonomiyaki om, eventueel met behulp van een bord of deksel. Bak tot de andere kant ook mooi goudbruin is.

Schenk of lepel strepen tonkatsusaus over de bovenkant. Spuit daarover lijntjes mayonaise. Strooi de nori-snippers, bonitovlokken en bosui erover en serveer.

Lees ook deel één van de eetbiografie

Het gebakken ei van Tjalf Sparnaay is een metafoor voor van alles
Voedsel speelt een grote rol in ons leven. In een serie artikelen onderzoekt Nell Westerlaken in hoeverre eten een deel is van onze identiteit. Beeldend kunstenaar Tjalf Sparnaay is dagelijks bezig met voedsel, maar ‘ik heb helemaal niks met koken’.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden