BoekrecensieOm de liefde, voor de troon
Daniela Hooghiemstra zet het huwelijk van prinses Irene en Carlos Hugo in een nieuw licht ★★★★☆
Prinses Irene heeft het nooit makkelijk gehad als royal. Aan het verhaal over haar huwelijk met de Spaanse troonpretendent Carlos Hugo voegt Daniela Hooghiemstra een nieuw, bij vlagen onthutsend hoofdstuk toe.
Spaanse paparazzi hadden de Hollandse prinses betrapt. Ze was in gebed verzonken voor het altaar van de San Jerónimo el Real, de vroeg 16de-eeuwse kloosterkerk in het centrum van Madrid. Binnen de kortste keren waaide de foto over naar het vaderland, waar de koorts hoog opliep. Wat deed prinses Irene daar in een godshuis van katholieken in het land van de militaire dictator Franco? Waarom was de hervormde prinses katholiek geworden, kennelijk? Waar was de regering?
De regering in de persoon van minister-president Marijnen staat op dat moment, eind januari 1964, op de lange latten ergens in de Alpen. In zijn plaats gaat vicepremier Biesheuvel opheldering vragen op Soestdijk. Nee, de koningin kan de bewindsman, toch grondwettelijk verantwoordelijk voor het doen en laten van leden van het koningshuis, geen antwoord geven op zijn vragen. Er kan toch wel íéts gezegd worden over de toekomstplannen van de prinses? Juliana wil nu eerst ‘een kwartier wandelen’. Dan belt haar particulier secretaris naar de vicepremier. In maart zullen nadere mededelingen volgen.
‘Premier Marijnen besefte dat hij op een staatsrechtelijk infarct afstevende’, schrijft Daniela Hooghiemstra in het zojuist verschenen biografische boek Om de liefde, voor de troon. De overgang van Irene naar de katholieke kerk noemt ze ‘een pijnlijke bekering’. Onder gereformeerden, bij wie Oranje boven een vaste plek kende op de hitlijsten, werd gesproken van ‘verraad’. De secretaris van de synode van de Nederlandse Hervormde Kerk opende de aanval op de doopvader, kardinaal Alfrink: ‘In het geniep een prinses van Oranje van haar voorvaderlijk geloof losmaken. Zo zijn ze, de katholieken. Zo doen ze.’
Misschien gold voor Irene het excuus dat ze het nooit gemakkelijk heeft gehad als prinses. Royalty was haar wereld niet. ‘Op jeugdfoto’s zie je haar vaak afwachtend, een tikkeltje achterdochtig, naast haar oudere zusje staan’, noteert Hooghiemstra. Het is moeilijk voor een prinsenkind met beide benen op de grond te staan. Irene leefde in de greep van angst. Ze was bang voor Sinterklaas, bang voor vaccinaties, bang om in haar broek te plassen, doodsbang voor publieke optredens.
Redding kwam uit onverwachte hoek, schreef ze in haar in 1995 gepubliceerde memoires, Dialoog met de natuur. In 1953, 14 jaar oud, verrichtte zij in Londen de opening van een gerestaureerde Hollandse kerk. Haar optreden begon met ‘doodsangst het verkeerd te doen’. Totdat ze op een open plek een boom zag staan en ze de boom hoorde zeggen: ‘Kom onder mij zitten, je mag spelen.’ Alleen zij kon het horen. Vanaf dat moment zou er in haar leven altijd een boom zijn, een veilige plek.
Warrige wegen
Als het boek van Hooghiemstra één ding onderstreept, is het dat een monarchie in een tot wasdom gekomen democratie linke soep is. Die moraal komt vooral bovendrijven in beschrijvingen van de warrige wegen die prinses Irene (1939) en haar echtgenoot Carlos Hugo (1930-2010) in de jaren zestig en zeventig bewandelden in hun vergeefse pogen de Spaanse troon te veroveren na het verscheiden van Franco.
Daniela Hooghiemstra deed onderzoek in Noord-Spanje en beter dan voorheen kom je erachter wat voor maffe beweging het carlisme vertegenwoordigde, waarvan Carlos Hugo de vaandeldrager was. Een ratjetoe van politieke en sociale strevingen, maar overwegend met een verlangen naar een maatschappij van vóór de Franse Revolutie, zonder centraal bestuur, niet liberaal, maar ouderwets katholiek. Toen Franco met dit amalgaam niet te vleien viel, wendden Carlos Hugo en Irene de steven en openbaarde hun carlisme zich als een antitotalitaire volksbeweging en flirtte het paar met socialistisch zelfbestuur. Om inspiratie op te doen in landen waar de zegen van het zelfbestuur op socialistische leest al was neergedaald, ondernamen Carlos Hugo en Irene reizen naar Joegoslavië, China en Cuba.
Om de liefde, voor de troon is allerminst een antimonarchistisch boek en toch maakt het, soms op onthutsende wijze, dan weer in een hilarische vorm duidelijk hoe de politiek verantwoordelijken in het nauw worden gedreven door koninklijke hoogmoed, verdwazing of domweg door een ongelukkige samenloop van omstandigheden en gebeurtenissen. We wisten het uit eerdere ervaringen.
Prins Bernhard werd in 1976, vanwege de smeergelden die hij van Lockheed had ontvangen, ontslagen als inspecteur-generaal van de strijdkrachten, hij kreeg een uniformverbod en moest al zijn nevenfuncties opgeven. In het kabinet-Den Uyl stonden de zenuwen strak gespannen: zouden Bernhard en zijn vrouw, koningin Juliana, zich neerleggen bij de strafmaatregelen?
Voor premier Kok stond in 2001 vast dat er geen Toestemmingswet kon komen voor het huwelijk tussen kroonprins Willem-Alexander en Máxima Zorreguieta als de vader van de bruid aanwezig moest zijn op het huwelijk. In intieme kring maakte Willem-Alexander duidelijk dat hij bij een breuk tussen Máxima en haar familie het koningschap zou laten varen en het eerste het beste vliegtuig naar Argentinië zou nemen. Kok en oud-minister Van der Stoel moesten alles op haren en snaren zetten om het jonge stel te doen berusten in de politieke realiteit.
Nieuw hoofdstuk
Nu wordt een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan deze sage in het gedetailleerde verslag van Irene en haar huwelijk met een eigenaardige Spaanse troonpretendent. Veel van wat Hooghiemstra onthult, wisten wij nog niet. Zij heeft haar kennis voor een belangrijk deel kunnen bijspijkeren dankzij Antoon van Nispen tot Pannerden. Deze man was ten tijde van de Irene-affaire raadadviseur en secretaris-generaal op het ministerie van Algemene Zaken; nabestaanden gunden de auteur toegang tot dagboeknotities die veel verhelderen.
Uit de nauwkeurige privénotities blijkt hoe diep het kabinet verstrikt raakte in de ongrijpbaarheid van Irene, de familietwisten op Soestdijk en de machinaties van Carlos Hugo en zijn verwanten. Of misschien moet je zeggen: hoezeer het kabinet zich als makke schapen de wet liet voorschrijven. Carlos Hugo was Fransman, hetgeen een lastige bijkomstigheid is voor iemand die aast op de Spaanse troon. Tevergeefs had hij Franco proberen te verleiden hem de Spaanse nationaliteit toe te kennen.
Bij gelegenheid van zijn verloving met Irene verlangde hij in een nachtelijk beraad met een delegatie van Nederlandse ministers dat alles wat niet-Spaans was, uit zijn naam zou worden verwijderd. Parma moest weg uit zijn achternaam. Het kabinet knikte. Aan zijn voornaam moest ‘don’ worden toegevoegd. Akkoord. Uit zijn hoge hoed toverde Carlos een adellijke Spaanse titel: hertog van Madrid. Het kabinet stemde in. Hooghiemstra: ‘Carlos Hugo onderging die nacht een ware gedaanteverandering.’ Raadadviseur Van Nispen noteerde in zijn dagboek: ‘Carlos (eigenlijk heet hij Hugo) knoeit op veel fronten.’ In een persverklaring kondigde het kabinet het heugelijke feit aan van de verloving van Irene, prinses van Oranje, met ‘Don Carlos Hugo de Bourbon, hertog van Madrid’.
Chaos
Aan het bericht was een aankondiging van het verbreken van de verloving voorafgegaan. Door koningin Juliana, via de radio, nota bene om half elf ’s avonds. ‘U zult meevoelen’, sprak de vorstin, ‘dat onze dochter een bijzonder moeilijke tijd doormaakt.’ Hugo en Irene hadden in nerveus familieberaad met dit spektakelstuk gedreigd, maar het afblazen van het huwelijk was nooit serieus de bedoeling geweest. Dat was nadat Bernhard Carlos Hugo per brief had laten weten dat carlistische activiteiten in Nederland taboe waren en de aanstaande schoonzoon had gerepliceerd dat Bernhard zich vooral met zijn eigen zaken moest bemoeien, waarna de prins-gemaal in woede Carlos had gebeld met de mededeling dat ze maar ‘op de vuist’ moesten.
Chaos alom. En ontreddering in de ministerraad. Minister Toxopeus van Binnenlandse Zaken vroeg zich in een kabinetsvergadering af ‘of wij in Nederland nog een constitutionele monarchie hebben’. Minister De Jong van Defensie sprak van een mogelijk ‘einde van de monarchie’. Premier Marijnen stelde tegenover zijn collega’s vast ‘dat men te maken heeft met een familie die niet begrijpt wat democratie is’.
Daniela Hooghiemstra: Om de liefde, voor de troon – Het dynastieke avontuur van prinses Irene en prins Carlos Hugo. Balans; 320 pagina’s; € 22,99.