Dagboekfragment: Volk begrijpt geen snars van wat dominee zegt

Sheffield, 4 maart 1936

De stad wordt in rap tempo gesloopt en herbouwd. Overal zijn onbewoonbaar verklaarde huizen afgebroken en in alle buitenwijken worden nieuwe complexen opgetrokken. Ze staan in vreselijk troosteloze omgevingen.

Het valt me op dat mensen die vanuit de oude bouwvallen in deze nieuwe huizen komen wonen, altijd een hogere huur betalen en ook meer zullen moeten uitgeven aan brandstof om warm te blijven. Ook wonen ze in veel ­gevallen verder van hun werk en zijn ze daarom meer aan openbaar vervoer kwijt.

’s Avonds werd ik meegenomen naar een methodistenkerk, waar een mannenvereniging een keer per week bijeenkomt om naar een lezing te luisteren en te discussiëren. Volgende week spreekt er een communist, tot overduidelijke ontzetting van de dominee, die de aankondiging deed.

Deze week een dominee die sprak over ‘schoon en vuil water’. Zijn lezing bestond uit ongelooflijk nietszeggend en onsamenhangend gezwets over Shaws ­Adventures of a Black Girl enz. Het merendeel van het publiek ­begreep er geen woord van en luisterde ook eigenlijk nauwelijks, en het gepraat en de vragen erna ­waren ondraaglijk.

B. zegt dat de meeste leden van de Broederschap werklozen zijn die bijna alles voor lief nemen om maar een warme plek te hebben waar ze een paar uur kunnen ­zitten.