DagboekTahiti
Dagboekfragment: Snobisme en na-aperij op Tahiti
Tahiti, 8 juni 1891
In de nacht van de 8ste juni, na een overtocht van 63 dagen, 63 dagen van koortsachtig gespannen verwachting, zagen we plots zonderlinge schijnsels die zich zigzaggend over de zee bewogen. En tegen een sombere hemel tekende zich een gekartelde zwarte kegel af. Wij waren om Moorea heengevaren en hadden Tahiti voor ons. Enkele uren later, bij het aanbreken van de schemering, naderden wij langzaam de riffen en bereikten de vaargeul.
Om tien uur ’s ochtends maakte ik mijn opwachting bij de gouverneur, de neger Lacascade, die mij ontving of ik een gewichtig persoon was. Deze eer had ik te danken aan de missie die de Franse regering – ik heb geen idee waarom – mij had toevertrouwd. Het was weliswaar een ‘artistieke’ opdracht, maar dat woord was in de ogen van deze zwarte man alleen maar het officiële synoniem voor spionage, en mijn pogingen hem uit de droom te helpen, waren tevergeefs.
Het leven te Papeete werd me al spoedig tot een last. Dit was Europa, het Europa waarvan ik had gedacht mij los te snijden! En het was Europa nog verergerd door het koloniale snobisme en de na-aperij, bespottelijk tot het karikaturale, van onze zeden en gewoonten, onze modes, onze ondeugden en onze beschaafde belachelijkheden.
En dan zo’n enorme afstand te hebben afgelegd om dit aan te treffen; precies datgene wat ik was ontvlucht!
Paul Gauguin (1848 – 1903), Franse schilder. Ingekort fragment uit Noa Noa – Mijn reis naar Tahiti. Vertaling Lev Mordegaai. Bijlevelt, 2017.