Pop

Creativiteit, saamhorigheid en zwart bewustzijn kwamen in 1969 samen op het Harlem Cultural Festival

Het Harlem Cultural Festival in 1969 trok een overwegend zwart publiek. Beeld Searchlight Pictures/20th Century Studios
Het Harlem Cultural Festival in 1969 trok een overwegend zwart publiek.Beeld Searchlight Pictures/20th Century Studios

Een nieuwe documentaire belicht het Harlem Cultural Festival van 1969, waar zwarte emancipatie en zwarte muziek samenkwamen. De Volkskrant bespreekt vijf van de festivalacts en verklaart hun rol in deze piek van zwarte cultuur.

Pablo Cabenda

Vijftig jaar lang heeft een belangrijk stuk zwarte Amerikaanse geschiedenis op de plank gelegen: de opnamen van het zesdaagse Harlem Cultural Festival van 1969. De toenmalige producent Hal Tulchin had niet de middelen om een tv-documentaire te maken over het zwarte festival in New York. Vlak voor Tulchins dood in 2017 werd Ahmir ‘Questlove’ Thompson benaderd, bandleider en drummer van de hiphopband The Roots en homo universalis. Thompson maakte, als regiedebuut, een meeslepende documentaire van het materiaal: Summer of Soul (...Or, When the Revolution Could Not Be Televised).

Nu, een halve eeuw later, zien we een blakende 19-jarige Stevie Wonder losgaan op de drums. We zien hoe Mahalia Jackson en Mavis Staples, bezeten van de Heilige Geest, met hun stemmen de zielen van de duizenden aanwezigen louteren. We zien hoe Sly & The Family Stone datzelfde duizendkoppige publiek uitnodigt om met ze te komen spelen. Maar we zien meer dan artiesten op de toppen van hun kunnen. Want 1969 was een jaar van cruciale veranderingen.

Zoals de activistische dominee Al Sharpton in de documentaire zegt: ‘Het was het jaar dat de neger stierf en zwart werd geboren.’ Uit rouw groeide een nieuw bewustzijn. Helden van zwart Amerika, Martin Luther King, Malcolm X en in mindere mate John F. Kennedy en zijn broer Robert, waren vermoord. En ondanks de verslagenheid – of misschien wel dankzij – heerste er een diepgevoelde saamhorigheid. Black pride beleefde zijn piek.

Het is Questloves verdienste dat hij dat zwarte bewustzijn, dat de muziek suggereert, expliciet maakt door zowel optredende artiesten als bezoekers te interviewen over hun festivalervaring. Daarmee is Summer of Soul ook een kostbaar historisch document over een festival op het kruispunt van zwarte emancipatie en zwarte muziek.

Misschien moest het ook wel gebeuren, daar en toen. De maatschappelijke context werkte perfect mee aan de bloei van de zwarte cultuur. Techniek en drugs zorgden voor een nieuw boost van creativiteit in de jeugdcultuur, die inmiddels een krachtige economische factor was geworden. Eind jaren zestig, begin jaren zeventig experimenteerde Stevie Wonder met synthesizers. In 1969 bracht Sly & the Family Stone Stand! uit, een baanbrekend album met een dosis psychedelische soul.

Bovendien was het grootschalige muziekfestival de nieuwe loot aan de stam van jeugdcultuur. Twee jaar voor het Harlem Cultural Festival zag de oervorm van het moderne popfestival het levenslicht, met het Monterey Festival in Californië. Het bleek het ideale vehikel voor een muzikale commune die zichzelf wilde verliezen in lotsverbondenheid.

Er was creativiteit. Er was saamhorigheid. Er was momentum – dat het vergeten festival ook nu, in een tijd van breed gevoeld zwart bewustzijn dat tot uiting komt in de Black Lives Matter-beweging, weer relevant maakt.

De Volkskrant bespreekt vijf festivalacts die de energie van deze periode belichaamden en verklaart hun belang in deze piek van zwarte cultuur.

Kornetspeler Hugh Masekela op het Harlem Cultural Festival. Beeld Searchlight Pictures/20th Century Studios
Kornetspeler Hugh Masekela op het Harlem Cultural Festival.Beeld Searchlight Pictures/20th Century Studios

Stevie Wonder, of hoe de tijdgeest Motown omboog van Dancing in the Street naar Living for the City

Op het album My Cherie Amour uit 1969 was de liefde waarover Stevie Wonder zong nog opgetrokken uit potpourri en pastel. Maar in de documentaire laat de geïnterviewde zanger weten dat hij in het jaar van het Harlem Cultural Festival ook al wel over maatschappelijke kwesties wil zingen. Gaan we niet doen, zei Motown destijds. Want het was een label dat een breed publiek – lees: zwart en wit – bediende; het wilde potentiële kopers niet met politieke plaatjes tegen het hoofd stoten. Pas toen Wonders contract in 1971 was afgelopen, kreeg de op dat moment 21-jarige zanger een nieuwe deal aangeboden, met aanmerkelijk meer artistieke vrijheid. Wonder was nu volwassen en had zijn waarde als songschrijver voor het label meer dan bewezen. En maatschappijkritiek werd dansbaar.

Wonders sociale bewogenheid bleek een constante, met nummers als Living for the City (1973), You Haven’t Done Nothing (1974) en Pastime Paradise (1976). En kijk, op de hielen gezeten door de tijdgeest zag Motown het maatschappijkritische licht. In 1971 kwam ook Marvin Gayes What’s Going On uit, de legendarische soulklaagzang van de zwarte Elckerlyc. De Temptations verruilden hun zoete zwijmelarijen over hun meisje (My Girl, 1965) voor een psychedelische litanie over de chaotische toestand in de wereld (Ball of Confusion, 1970) en Edwin Starr zong met War (1970) een furieuze funky aanklacht tegen de Vietnamoorlog.

Maar Wonder bleef Motowns kampioen maatschappelijk engagement. Het is mede aan zijn hit Happy Birthday (1980) te danken dat de verjaardag van Martin Luther King in 1986 een nationale feestdag werd in de Verenigde Staten.

Sly & the Family Stone, of hoe soulhippies uit San Francisco diversiteit en inclusiviteit introduceerden in de popmuziek

In Summer of Soul verwoordt een bezoeker van het festival de aanvankelijke argwaan jegens Sly & the Family Stone als volgt: ‘Ze hadden een witte drummer! Dat hoort een zwarte man te doen!’ Dan hadden die soulhippies ook nog een witte saxofonist en een vrouw in de band – niet een die zong, nee, ze speelde trompet!

En ja, dat was bijzonder in 1969. In 1968 had de commissie-Kerner, die de rassenrellen van 1967 en 1968 had onderzocht, namelijk de trieste conclusie getrokken dat de Verenigde Staten op weg waren naar een opsplitsing in twee samenlevingen: de ene zwart, de andere wit, gescheiden en ongelijk.

Sly & the Family Stone kwamen uit San Francisco, de toenmalige hippiehoofdstad, waar ze eerder in love dan in war geloofden, in communicatie in plaats van confrontatie. Als voortrekkersband waarin zwart en wit waren verenigd belichaamden ze de pijn van én de hoop voor het Amerika van eind jaren zestig, van het naargeestige Don’t Call Me Nigger, Whitey tot het aanmoedigende You Can Make It If You Try. Beide nummers staan op Stand!, het baanbrekende album uit 1969 dat uiteindelijk drie miljoen keer werd verkocht en twee jaar lang in de Amerikaanse albumlijsten stond.

Stand! is een aanstekelijke mix van funk, soul, gospel, blues en psychedelische rock. Daarmee legde Sly & the Family Stone en stevig fundament voor acts die wars zijn van ras en gender en/of muzikale hokjes, van de Red Hot Chili Peppers tot Alabama Shakes. Maar bovenal is Sly & the Family Stone ontegenzeglijk de muzikale vader geweest van Prince & The Revolution.

The 5th Dimension Beeld Searchlight Pictures/20th Century Studios
The 5th DimensionBeeld Searchlight Pictures/20th Century Studios

Nina Simone, of hoe een eigenzinnige zwarte vrouw een spreekbuis werd voor woedend activisme

Als er één artiest is die de soundtrack heeft geschreven voor de altijd op handen zijnde maar nooit voltrokken Zwarte Revolutie, is het wel Nina Simone. Maar waar andere artiesten sociaal onrecht alleen aan de kaak stelden, riep Simone ook op tot actie. Op het Harlem Cultural Festival draagt ze het gedicht Are You Ready? van David Nelson (The Last Poets) voor en vraagt aan het overwegend zwarte publiek: ‘Are you ready to smash white things?’

Simone was het kanaal waardoor woede en frustratie over de zwarte achterstelling hun weg zochten. Ze kregen vorm in protestliederen als To Be Young, Gifted and Black en Mississippi Goddam (1964), haar reactie op racistische moorden in Mississippi.

Was Simone voor 1964 een zangeres die sporadisch iets van zwarte thema’s in haar songs verwerkte, na 1964 was ze een activist die zong, een pionier van uitgesproken kritiek. De zangeres, wier overweldigende intensiteit haar de bijnaam ‘de hogepriesteres van de soul’ opleverde, sprak vooral ook bij de bijeenkomsten van de burgerrechtenbeweging.

Nina Simone Beeld  Searchlight Pictures/20th Century Studios
Nina SimoneBeeld Searchlight Pictures/20th Century Studios

Terwijl politiek bewustzijn een steeds grotere ruimte opeiste in Simones repertoire, daalde haar plaatverkoop. Radiostations in heel Amerika retourneerden Simones promotiesingles van Mississippi Goddam, waarbij ze elk exemplaar zorgvuldig in tweeën hadden gebroken.

Tijden veranderen. Twee jaar geleden werd Mississippi Goddam opgenomen in het Amerikaanse National Recording Registry, een archief van geluidsopnamen, omdat het nummer ‘van cultureel, historisch en esthetisch belang’ is.

The 5th Dimension, of hoe een zwarte groep ook te wit kan klinken

Zangeres Marilyn McCoo van de popgroep The 5th Dimension raakt geëmotioneerd als ze in Summer of Soul de livebeelden van haar band ziet. ‘Dat optreden in Harlem was heel belangrijk voor ons. We wilden dat onze mensen ons zagen en begrepen.’

En daarmee bedoelt McCoo ook dat het festivalpubliek met eigen ogen zag dat de groep zwart was. Sommigen dachten namelijk dat een band met zulke gladgestreken vocale harmonieën en georkestreerde pop wel lelieblank moest zijn. The 5th Dimension scoorde dan ook veel beter in de pop- dan in de r&b-hitlijsten.

Age of Aquarius/Let the Sunshine In, een medleycover uit de musical Hair, werd echter over de hele linie een monsterhit, die in 1969 zes weken nummer 1 stond in Billboards Hot 100 en een sleutelsong werd voor het hippietijdperk. The 5th Dimension had de wind mee.

Wel had de band één makke: The 5th Dimension deed niet aan representen, de ongeschreven regel dat een zwarte artiest met zijn werk ook een vertegenwoordiger moest zijn van zwarte cultuur. Nu, in een periode waarin muzikale segregatie haast niet meer bestaat, doet dat gedateerd aan, maar tot in de jaren tachtig voelden ook artiesten met groot commercieel succes de zweepslag van de moreel-culturele kritiek. Whitney Houston werd door de zwarte activistische dominee Al Sharpton ‘Whitey Houston’ genoemd.

Het breed gedragen succes van The 5th Dimension nam weer af na een akkefietje in 1970: de groep trad in het Witte Huis op voor president Nixon. Zo raak je wel vervreemd van je zwarte achterban.

Mavis Staples en Mahalia Jackson, of waarom gospel als oerschreeuw van de gewonde zwarte ziel zijn weg vindt in andere zwarte muziekgenres

Het is een momentje in de documentaire. De koningin van de gospel, Mahalia Jackson, vraagt haar jongere collega Mavis Staples, van de soulgroep The Staple Singers, of ze haar kan bijstaan tijdens de gospelsong Take My Hand, Precious Lord. Jackson overhandigt de microfoon aan Staples.

Het is verleidelijk om daar symboliek in te zien: hier wordt niet alleen een microfoon, maar ook het stokje doorgegeven. En waarom ook niet. The Staple Singers waren misschien werkzaam in een ander muzikaal genre – in 1968 vielen ze onder het southern soul-label Stax en gingen ze voor meer soul en funk – maar aan het begin van hun carrière hadden ze akoestische gospel gezongen.

Bovendien merkt dominee Sharpton in de film al op: ‘Gospel is de emotionele kern van alle zwarte muziek.’

Mavis Staples en Mahalia Jackson.  Beeld Mass Distraction Media
Mavis Staples en Mahalia Jackson.Beeld Mass Distraction Media

Er was geen andere grote zwarte act die het gospelelement – de manier van zingen, de emotionele ontlading na de zorgvuldige opbouw – zo tot zijn recht kon laten komen als het familiekoortje rond Roebuck ‘Pops’ Staples. Voeg daar een boodschap van zelfrespect aan toe in een periode van zwarte strijd en emancipatie, en je krijgt als vanzelf een wereldhit. Respect Yourself (1971) vond weerklank en bood als lijflied kracht aan een in de marge gedrukte bevolkingsgroep. Het was therapie voor de zwarte psyche, zoals gospel dat eerder was geweest. Of zoals Sharpton het zegt in de film: ‘Wij hadden geen psychiaters, we luisterden naar Mahalia.’

Summer of Soul (...Or, When the Revolution Could Not Be Televised) is te zien op Disney+ en vanaf 19 augustus in de bioscoop.

Black Panthers

Het Harlem Cultural Festival ademde de trots en zelfredzaamheid van een verdrukte bevolkingsgroep: de organisatie was zwart, de artiesten waren zwart en het publiek was zwart. Zelfs de beveiliging was op een gegeven moment zwart. Toen de New Yorkse politie weigerde de beveiliging te verzorgen bij het concert van Sly & the Family Stone, namen de Black Panthers die taak op zich.

Sly Stone Beeld Mass Distraction Media
Sly StoneBeeld Mass Distraction Media
B.B. King Beeld  Searchlight Pictures/20th Century Studios
B.B. KingBeeld Searchlight Pictures/20th Century Studios

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden