RecensieIk hoop op zegen
Collectief Blauwdruk maakt van de drijf-invoorstelling Ik hoop op zegen een theaterfeestje dat niet alleen licht en lollig is ★★★★☆
Je kijkt er toch van op. Dobberend op je waterfiets, proberend de juiste koers te houden richting drijvend podium, zie je opeens een acteur. Tot zijn middel in het water, om je precies dat juiste zetje te geven waardoor je keurig recht voor de speelvloer komt te liggen. Een zachte duisternis valt in, en de voorstelling kan beginnen.
Welkom in het Amsterdamse Bos, waar dit jaar het Boslab Theaterfestival met een aantal aanpassingen toch plaatsvindt (de traditionele grote voorstelling op het centrale podium is wegens corona afgelast) en waar langs verschillende routes door het bos kleinere stukken van jonge makers te zien zijn. Waaronder Ik hoop op zegen van driekoppig Collectief Blauwdruk (kortgeleden afgestudeerd in Arnhem). Natuurlijk denk je aan Herman Heijermans, maar Blauwdruk liet zich voor z’n drijf-in-voorstelling op een bosvijver vooral inspireren door Vondels Gijsbrecht van Aemstel.
Ze verplaatsen de handeling naar de toekomst, waar de grootste vijand van Amsterdam op dat moment het water is. De inmiddels immense dijken staan op doorbreken, maar dappere Gijs wil van geen wijken weten; hoezeer andere personages hem ook trachten te overhalen de zieltogende hoofdstad te verlaten.
Tijn Panis, Romijn Scholten en Bram Walter maken een theaterfeestje van dit gegeven, dat niet puur licht en lollig is: klimaatverandering, grotestadsproblematiek, nationalisme, het komt aan bod. Razendsnel debiteren ze hun geestige teksten, een mengelmoes van (archaïsch/verzonnen) Nederlands, Duits, Engels en straattaal, vaak op rijm. Intussen buitelen ze over elkaar heen op hun speelvloer, een lichtend vlot dat mooi afsteekt tegen de avondlucht. En keer op keer nemen ze een duik in het wassende water, in gevecht tegen die oprukkende vijand - die uiteindelijk toch niet valt te verslaan.