Film
Cineast Ineke Smits laat zien hoe de oorlog in Abchazië overal ruïnes heeft achtergelaten ★★★★☆
Gemoedelijk meandert de film tussen verschillende perspectieven, waarbij allerlei vragen opkomen: wat ís een land, en waarom moeten grenzen worden bevochten?
Een zwaar gehavend paradijs, zo komt Abchazië naar voren in Little Man, Time and the Troubadour. Steeds weer vergaapt de documentaire zich aan het subtropische landschap van de voormalige Sovjet-deelrepubliek, die zich begin jaren negentig na een bloedige oorlog losweekte van Georgië en sindsdien slechts door enkele staten, waaronder Rusland, als officieel land wordt erkend.
De complexe achtergrond van het Georgisch-Abchazische conflict laat cineast Ineke Smits buiten beschouwing, maar ze toont wel hoe de oorlog overal ruïnes heeft achtergelaten. De hoofdstad Soechoemi staat vol vermolmde gebouwen zonder daken en ramen, die langzaam door de natuur worden overgenomen, en die door cameraman Piotr Rosolowski telkens met een zekere onscherpte worden gefilmd: een verwarrend effect, alsof je naar maquettes kijkt, of naar een landschap dat half uit het lood van de tijd hangt. De beelden schuren ook akelig dicht langs de actualiteit van de Oekraïense oorlog, zoals de hele (in 2019 gemaakte) film dat doet.
De vervreemdende opnamen van de ruïnes sluiten goed aan bij het rondreizende microtheaterstuk van kunstenaar Sipa Labakhua dat in de film centraal staat, en dat Smits samen met hem ontwikkelde. Labakhua’s vader was een politieke idealist die begin jaren negentig met zijn gezin naar Moskou vluchtte. Daar kon hij niet aarden, waarna hij naar zijn geboortegrond terugkeerde. Nu trekt Labakhua door Abchazië om mensen deelgenoot te maken van deze geschiedenis. In een poppenkastachtige opstelling animeert hij oude foto’s van zijn vader en toont hij hoe die zich probeert te verzoenen met de monsterlijke figuur van de Tijd. Treffende scènes, die Smits in haar documentaire steeds weer uitvergroot tot dromerig-poëtische filmpjes.
Labakhua gaat telkens in gesprek met zijn publiek, en eigenlijk doet Smits (Magonia, De vliegenierster van Kazbek, Stand by Your President) hetzelfde. Zo leren we enkele vrouwen kennen die zich herinneren hoe Abchaziërs, Georgiërs en Armeniërs ooit gebroederlijk samenleefden in hun wijk. Een jong Russisch gezin creëert zijn eigen droomplek en een oude Syrische schrijver vertelt hoe hij zijn dierbare manuscripten verloor toen hij als vluchteling in Abchazië aankwam. Gemoedelijk, met lichte weemoed, meandert de film van perspectief naar perspectief, waarbij allerlei vragen opkomen, al is het maar in je eigen hoofd: waar ligt de grens tussen vaderlandsliefde en nationalisme? Wat ís een land, en waarom moeten grenzen worden bevochten? En wat als de wapens verstomd zijn?
Labakhua pretendeert niet het antwoord op zulke vragen te weten, en Smits evenmin. Maar ze schept wel ruimte voor reflectie, in een film die je ondanks alle uitzichtloosheid toch een beetje verliefd maakt op dit land – of hoe je het ook moet noemen.
Little Man, Time and the Troubadour
Documentaire
★★★★☆
Regie Ineke Smits
104 min., in 24 zalen en op Picl.