Chemische affiniteiten
De liefde tussen broer en zus, in een knap debuut uit Italië
Verona, hoofdstad van de verboden liefde. Daar situeerde Shakespeare immers Romeo en Julia, over twee geliefden die bij leven onbereikbaar voor elkaar waren en pas in de dood verenigd werden. Niet toevallig dat Gaia Coltori haar debuut Chemische affiniteiten in Verona heeft gesitueerd: ook haar roman gaat over een verboden liefde.
Giovanni en Selvaggia zijn een tweeling. Hun ouders zijn jaren geleden uit elkaar gegaan, en broer en zus hebben elkaar al die tijd niet gezien: Giovanni woont met zijn vader in Verona, Selvaggia met haar moeder in Genua. Tot de voormalige echtelieden besluiten om het nog een keer met elkaar te proberen: de vrouwelijke helft van het gebroken gezin trekt in bij vader en zoon.
Vanaf het moment dat broer en zus, 18 jaar inmiddels, elkaar weer zien, slaat de vlam in de pan. Hun liefde is sterker dan de schaamte over hun incestueuze band, hun hart verdooft keer op keer hun verstand. De jonge Coltori houdt haar lezers 350 pagina's lang heel knap bij de les, mede door de vreemde vertelwijze waarbij ze haar personages met 'jij' en 'jullie' aanspreekt.
In wezen is Chemische affiniteiten een gewoon liefdesverhaal, maar dan een met inktzwarte onweerswolken aan de hemel. Het einde staat bol van de pathetiek. Maar eigenlijk kon de auteur toen ook geen kant meer op, net als haar tragische hoofdpersonen.