interviewchas gerretsen
Chas Gerretsen is de fotograaf van de set van Apocalypse Now, maar ook die van hét portret van Pinochet
Dankzij zijn foto’s op de set van de film Apocalypse Now belandde Chas Gerretsen in 2019 weer in de belangstelling, maar dat avontuur was pas tegen het einde van zijn bewogen carrière, die begon in Vietnam. ‘Je moet risico’s nemen als je wilt leven.’
Nadat hij in Australië op krokodillen heeft gejaagd en cowboy en soldaat is geweest in Amerika, besluit Chas Gerretsen dat hij een oorlog wil zien – hij is tijdens een oorlog geboren, zijn vader heeft hem daar veel over verteld. In 1968 weet de 24-jarige Nederlander Vietnam in te komen, waar een bloedige strijd plaatsvindt tussen het noorden en het zuiden. Het land is een van de borden waarop grootmachten tegen elkaar schaken: China en de toenmalige Sovjet-Unie versus de Verenigde Staten.
Een Deense cameraman geeft Chas (spreek uit als ‘Tjez’, zijn roepnaam is verzonnen door een Amerikaanse met wie hij kort was getrouwd) de tip dat hij een legerhelikopter kan nemen zonder dat zijn identiteit zal worden gecontroleerd. De volgende dag landt de Nederlander op een luchtmachtbasis in Zuid-Vietnam. Amerikaanse militairen lachen om zijn lange haar en verbazen zich erover dat hij als toerist naar deze ‘klerezooi’ is gekomen. Na terugkomst in Saigon neemt hij een taxi en maakt hij een vuurgevecht mee in een buitenwijk. Niet veel later wordt Gerretsen, bezitter van een minicamera om zijn avonturen vast te leggen, oorlogsfotograaf.
‘Ik was nog te dom om te weten wat gevaarlijk was’, zegt hij 53 jaar later in het Nederlands Fotomuseum, waar zaterdag een grote tentoonstelling met zijn werk opent. ‘Ik had geen enkele ervaring. Maar als je nieuwsgierigheid groter is dan je angst, dan heb je geen angst.’ Van jongs af aan heeft hij het avontuur gezocht. ‘Veel jongens durven een meisje dat zij leuk vinden niet aan te spreken. Ik maakte wel contact. Je moet risico’s nemen als je wilt leven.’
Zijn opnamen in Vietnam en Cambodja zijn door ongeoefendheid, hij is de eerste om dat te erkennen, niet spraakmakend. Maar snel zal het bewijs volgen dat hij wel kan fotograferen. En dat hij ook over het talent beschikt om op de juiste plaats te zijn.
Ga eens naar Chili
In 1973 reizen Gerretsen en Michèle, zijn Franse vriendin, naar Zuid-Amerika, omdat ze daar nog niet zijn geweest. Hij krijgt het advies om naar Chili te gaan, want daar zijn geen fotografen uit Europa en de VS gestationeerd. Een verblijf in Santiago is om nog een reden aantrekkelijk; door een economische crisis staat de nationale munt zo laag dat ze lang vooruit kunnen met hun (weinige) dollars.
Ook dit land is verdeeld. Demonstraties tegen en voor de socialistische president, Salvador Allende, wisselen elkaar af. In juni mislukt een machtsgreep van militairen. Op 11 september is er weer een poging, ditmaal van de kort daarvoor benoemde legerleider zelf: generaal Augusto Pinochet. Gerretsen wordt uit bed gebeld met het nieuws door een Franse collega, Sylvain Julienne. Die is enkele weken eerder naar Chili gekomen , waarna ze bevriend zijn geraakt.
De twee zijn erbij als La Moneda, het presidentieel paleis, wordt belegerd door de opstandige militairen en zelfs wordt gebombardeerd. Na de inname van het regeringscentrum hoort Gerretsen van een soldaat dat Allende dood binnen ligt: ‘Zelfmoord’. Hij en Julienne zijn de enige westerse fotografen in het land. Ze verbergen hun fotorolletjes uit angst voor inbeslagname. De volgende dag is er inderdaad een huiszoeking, maar de militairen vinden het materiaal niet.
De grenzen zijn inmiddels gesloten, waardoor de twee fotografen hun exclusieve beelden niet naar hun agentschappen in Parijs kunnen sturen. Julienne weet contact te leggen met een Uruguayaanse luchtmachtpiloot, die bereid is hem naar Argentinië te vliegen. De Fransman doet zijn Nederlandse collega en vriend een meer dan genereus aanbod: hij zal diens fotorolletjes ook meenemen naar Parijs, al werkt Gerretsen voor Gamma, een concurrerend bureau. Julienne geeft ze daar inderdaad af, tot woede van de directeur van zijn eigen agentschap. Hun foto’s – het brandende paleis, aanhangers van Allende die op straat liggen en door coupplegers onder schot worden gehouden – gaan de hele wereld over.
Een week na de staatsgreep volgt Gerretsen een mis waarbij de aartsbisschop van Santiago de nieuwe junta zegent. Enkele buitenlandse fotografen hebben toegang gekregen tot het land, maar ontbreken: zij zijn in het weekend gaan skiën en onverwacht ingesneeuwd geraakt. De Nederlander maakt in de kerk een iconisch portret. Met zijn zonnebril en vastberaden houding oogt Pinochet als het archetype van de dictator.
Gerretsen weet niet dat hij een wereldfoto heeft genomen. Hij ontwikkelt zijn rolletjes niet zelf, maar geeft die mee aan passagiers op vluchten naar Parijs. Daar gaan ze de donkere kamer in, waarna Gamma een keuze maakt uit de negatieven. Pas nadat de foto van Pinochet overal is gepubliceerd, krijgt hij door dat er iets bijzonders is gebeurd. Maanden later staat de generaal hem een fotosessie toe in zijn huis. ‘Ik denk dat hij trots was op die foto. Die is zo goed omdat iedereen daar emotie bij voelde. Tegenstanders van hem, maar ook voorstanders.’
Waarom is het alleen hem gelukt om dat markante portret te maken, terwijl er in de kerk ook Chileense fotografen waren? Hij vermoedt dat hij het als enige aandurfde om zijn camera frontaal op de leider van de gewelddadige coup te richten. Zijn collega’s hielden afstand. ‘Ze waren bang om hun baan te verliezen of iets verkeerd te doen.’
Gerretsen houdt contact met Sylvain Julienne. Als de Franse fotograaf in december 2019 sterft, maakt de Nederlander, 76 jaar oud, een account op Twitter aan om te reageren op de dood van zijn vriend. Daarna post hij foto’s van de staatsgreep in Chili. Die roepen zoveel reacties op, dat hij besluit beelden te blijven plaatsen. Inmiddels heeft hij ruim 22 duizend volgers.
Als Julienne niet zo loyaal was geweest, verzekert hij, was zijn carrière heel anders verlopen. ‘Zonder Sylvain zou ik nu niet hier in het Nederlands Fotomuseum zitten.’ Het boek dat bij zijn tentoonstelling is gemaakt, draagt hij op aan de Fransman en aan een in 2008 overleden fotografie-expert. Die stond hem bij in een conflict dat tot op de dag van vandaag voortduurt.
Betwist boek
Als Gerretsen eind 1973 naar Parijs gaat om bij Gamma geld te innen voor zijn foto’s, suggereert hij aan Raymond Depardon, de directeur van Gamma die zelf ook fotograaf is, om een boek te maken over de coup. Volgens Depardon (die later tot het vermaarde bureau Magnum zou toetreden) heeft hij daar te weinig materiaal voor.
Een week later ziet de Nederlander stapels nieuwe boeken in het kantoor van Gamma liggen met de titel Chili. Daarin staan zijn foto’s van de machtswisseling, aangevuld met werk dat Depardon een jaar eerder op het Chileense platteland heeft geschoten en beelden van de nasleep van de staatsgreep, gemaakt door de Amerikaanse fotograaf David Burnett. Het drietal wint een prestigieuze prijs, de Robert Capa Gold Medal Award, voor de beste fotoreportage uit het buitenland die ‘uitzonderlijke moed en initiatief vereist’. De Nederlander was als enige van de drie bij de coup aanwezig. Het fotoboek raakt snel uitverkocht, maar hij ziet geen cent van de opbrengst.
Hij is ziedend. Toch blijft hij bij Gamma, ook als hij in 1975 naar Hollywood verhuist. Het agentschap is bereid de kosten van een nieuw kantoor te betalen in het mekka van de filmindustrie. Gerretsen heeft het plan opgevat om acteurs te portretteren en zich als setfotograaf aan te bieden.
Een jaar later vliegt hij naar de Filipijnen voor de opnamen van Apocalypse Now. De door rampspoed geplaagde film van Francis Ford Coppola komt pas in 1979 uit, maar wordt een klassieker. Kort daarna richt Gerretsen een eigen fotobureau op. Hij haalt in Parijs al zijn werk weg bij Gamma. Dan blijkt dat er naar schatting 80 duizend foto’s verdwenen zijn, de helft van zijn oeuvre. Hij spant later een proces aan tegen het agentschap, met drie collega’s die hetzelfde is overkomen. ‘Ik kreeg een schadevergoeding van 1,5 miljoen euro toegekend. Maar het hoger beroep verloren we. De rechtszaak loopt nog steeds.’
Tot 1989 houdt Gerretsen het in Hollywood uit, dan is hij het ‘hypocriete gedoe’ beu. De relatie met zijn Franse vriendin is stukgelopen en hij wil weer reizen. Hij is 46 jaar oud en koopt hij een zeilschip. ‘Een van mijn dromen als kind was dat ik een boot zou hebben, het anker zou uitgooien voor Saint-Tropez en dat meisjes dan naar mijn boot zouden zwemmen.’ Met Monika Pfandzelter, die hij tijdens een reis in India had ontmoet, kiest hij het ruime sop. Zeezeilen kunnen ze nog nauwelijks. Ze voorzien in hun levensonderhoud door betalende gasten mee te nemen.
Glorieus jaar
2019 wordt, onverwacht, een glorieus jaar. Gerretsen heeft, ‘om geld te maken’, een autobiografie geschreven. Hij krijgt van vijf uitgevers in Nederland een afwijzing, maar nummer zes is enthousiast. In een bioscoop in Rotterdam wordt een tentoonstelling georganiseerd met zijn foto’s van Apocalypse Now. Bij die gelegenheid wordt ook een korte documentaire gemaakt over zijn werk op de set. Die valt bij Coppola in de smaak. De regisseur voegt de docu als bonus toe op de blu-ray uitgave van zijn nieuwe Apocalypse Now Final Cut. Het Nederlands Fotomuseum, dat sinds 1995 de foto’s van Gerretsen beheert, besluit een overzichtstentoonstelling en een boek aan hem te wijden. 52 duizend negatieven en 30 duizend kleurendia’s worden uit het depot gehaald, gedigitaliseerd en bekeken.
Met al dat goede nieuws weet hij nog een uitgever te strikken. Daardoor ligt er nu in de boekhandel naast de autobiografie en het museumboek ook nog een Engelstalige pil met foto’s en teksten van Gerretsen over Apocalypse Now, ‘een van de beste ervaringen in mijn leven’. De uitgever verdubbelt de oplage tot vijfduizend exemplaren als Coppola een blurb aanlevert. Zijn flaptekst is te saillant om niet te citeren: ‘Ik moet zeggen dat ik me veel van de dingen die in deze tekst worden besproken niet op dezelfde manier herinner. Ik realiseer me dat onze herinneringen niet echt betrouwbaar zijn, omdat ik in het verleden geschokt was dat dingen niet waren zoals ik dacht dat ze waren. Dat is mijn mening over sommige dingen die ik zojuist in dit boek heb gelezen – maar de tekst is niet wat belangrijk is; het zijn de verbluffende foto’s van Chas die de ervaring terugbrengen.’
De thans 78-jarige Gerretsen geniet er zichtbaar van dat zijn werk weer in de aandacht staat, drie decennia nadat hij zijn camera aan de wilgen heeft gehangen. Om niets te missen van de opbouw van de tentoonstelling zijn hij en Monika – die jaren bezig was met het ordenen van zijn foto’s – al twee weken geleden naar Nederland gevlogen. Hun boot hebben ze achtergelaten op het Caribische eiland Grenada. Sinds ze de wereld over zijn gaan zeilen, heeft hij nauwelijks meer gefotografeerd.
‘Toen ik de boot had gekocht, was ik blut. Ik had uit mijn studio vijftig rolletjes meegenomen om foto’s te schieten. Maar ik kon het me financieel niet veroorloven om die te laten ontwikkelen. Ze werden ouder en ouder. Een deel hebben we weggegooid. Van de rest heeft Monika later strikken gemaakt. Voor op cadeautjes.’
In de hoofdrol Chas Gerretsen, Nederlands Fotomuseum, 16/10 tot en met 22/4 volgend jaar. Bij de tentoonstelling is een boek verschenen met dezelfde titel (Lecturis, €35). Gerretsens autobiografie heeft als titel Het wonderbaarlijke en vreemde leven van Chas Gerretsen (Boom Uitgevers Amsterdam, €24,40). Zijn fotoboek heet Apocalypse Now - The Lost Photo Archive (Prestel, €49,95)
Autobiografie
Gerretsen heeft zijn autobiografie in het Engels geschreven, waarna zijn teksten in het Nederlands zijn vertaald. De fotograaf had bij het opstellen van zijn memoires veel houvast aan de vele brieven die hij aan zijn moeder stuurde. Hij hoopt dat er ook een Engelse uitgave komt. Op Twitter wordt inmiddels vanuit Chili om een Spaanse vertaling gevraagd.