Chailly veroorzaakt Bartókstormen en Straussturbulenties

Concertgebouworkest o.l.v. Riccardo Chailly met de slotscène uit Salome van Strauss, Amsterdam, Concertgebouw (12/2)...

ROLAND DE BEER

In het Amsterdamse Concertgebouw leken deze week de roerige tijden terug te keren van de VARA-matinee-oude stijl, de tijden van spektakel met muziektheaterbrokken en symfonisch werk in stuntcombinaties.

De Grote Zaal kwam dinsdag op z'n kop te staan, toen Simon Rattle en het Rotterdams Philharmonisch de Symphonie Fantastique van Berlioz herhaalden die, met Wagners Parsifal-voorspel en Strauss' Metamorphosen, vorige week al indruk maakte in de Doelen. RPhO-directeur Hillen, vroeger VARA-programmeur, zal het met tevredenheid hebben vastgesteld.

Riccardo Chailly en het Concertgebouworkest antwoordden woensdag en vrijdag met Bartókstormen en Straussturbulenties: op Bartóks balletmuziek De wonderbaarlijke mandarijn volgde de slotscène uit Richard Strauss' opera Salome. In de samenstelling liet zich de hand vermoeden van de voormalige artistiek directeur Zekveld, ooit Hillens opvolger bij de VARA.

Boven het programma stond nuchter 'Serie B', maar de achterliggende thematiek was minder nuchter. Met de getoonzette orgasmes van Salome en de Mandarijn formuleerden Strauss en Bartók beiden een krasse repliek op de Liebestod die de uitvinding was van Richard Wagner. Waar de dood van Isolde in Wagners Tristan een zaak is van utopische versmeltingsmystiek, sterft Bartóks mandarijn als een lichtgevend Fremdkörper in een westerse hoerenkast. Van een enigszins overspannen, volgens sommigen morbide kijk op het klaar- en omkomen getuigt ook het einde van Salome.

Zes hoorns, zes klarinetten, vier fagotten, groot strijkerscorps etcetera - het is niet niks wat Chailly van stal moest halen voor Strauss' portret van Herodes' stiefdochter, die moet sterven na de kus te hebben geproefd van de onthoofde Jochanaän. Het bezettingsprobleem - voor de rol van het meisje is een kleerkast van een sopraan benodigd - verdubbelt zich wanneer het orkest uit de operabak naar het concertpodium verhuist.

De oplossing werd gezocht in Cheryl Studer, die eerder Isolde's Liebestod zong bij het Concertgebouworkest. Studer is een groot Straussvertolkster, maar het bleef een ongelijke strijd. Studers sopraanstem is zilverig en lenig. Maar niet groot genoeg om de stormen in de slotscène van Salome te doorstaan, en Chailly en de zijnen voelden kennelijk weinig behoefte die in te dammen. Het orgelen en gorgelen van de partituur, het grote zwelgen en zuigen, het kreeg vanaf de sluierdans tot aan de laatste stuiptrekking reliëf in een niet erg betoverende, maar wel plastische en flonkerende weergave van de partituur.

Die klonk op haar best waar Strauss zichzelf beteugelt, de maneschijn verklankt, en momenten van gespannen kalmte inlast. Daar bleek hoe fraai in Studers visie perfiditeit en meisjesachtige onbevangenheid hand in hand gaan. Voor de toeschouwer die haar vanaf het balkon op een boe trakteerde was het niet genoeg. Of was hij de enige die begreep waar het over ging?

Roland de Beer

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden