Camera als rauw innerlijk oog
A Good World..
GRONINGEN ‘Er waait een ongepolijste wind door fotoland.’ Dat schrijft fotograaf en tentoonstellingsmaker Machiel Botman in een tekst die zijn expositie in de Noorderlicht Fotogalerie in Groningen begeleidt.
Zes jonge internationale fotografen koos hij uit. Niet jong wat betreft leeftijd, maar jong als in ‘net begonnen’, of ‘onaf’ – in de goede betekenis van het woord. Hun series zijn nog niet of nauwelijks gepresenteerd.
Wat hen bindt, is hun manier van fotograferen. Rauw, poëtisch, direct, ongepolijst – er zijn allerlei woorden voor te verzinnen. Waar dat volgens Botman op neerkomt, is dat deze fotografen hun camera deelgenoot hebben gemaakt van hun persoonlijke leven.
Het is alsof ze het ding voor hun gezicht hebben gebonden. Het oog van de camera is één geworden met hun eigen ogen, en legt de wereld vast zoals Robert Frank, Daido Moriyama, Gerard Fieret en Machiel Botman hem voelen. Stuk voor stuk fotografen die, zo het lijkt, uit de losse pols intieme zwart-witfoto’s schieten, die gruizig, schots en scheef, onscherp zijn. Ze tonen wat het innerlijke oog ziet, een beeld dat bepaald wordt door emotie.
A Good World heet de tentoonstelling in Noorderlicht. Het is een titel zonder cynische bijsmaak, en een antwoord op de vraag die de beroemde Robert Frank stelt naar aanleiding van de foto’s van Jerome Sother, een van de fotografen in Noorderlicht. ‘Is this a good world for him and us?‘
Ja, vindt Machiel Botman. Ja, vinden ook de andere fotografen, Arja Hyytiainen (Finland), Dorothy Richardson (Canada), Alessandro Tattini (Italië), Christien Jaspars (Nederland) en Ingvild Arnesen (Noorwegen). Niet dat hun tentoonstelling één knusse Zweedse kinderfilm is waarin geen narigheid voorkomt. Als je goed kijkt, gebeurt er genoeg. Relaties lopen stuk, partners overlijden, kinderen worden ziek, zoals bij Alessandro Tattini. Maar wanneer dat leven wordt vertaald naar fotografie, blijft blijkbaar toch het goede over.
Dit blijkt het duidelijkst uit het werk van Christien Jaspars en Jerome Sother. Die laatste toont beneden in de kelder van de galerie een installatie van allerlei soorten foto’s, tekeningen en collages. Geen directe miserie, maar wel bijvoorbeeld twijfels over een huwelijk, verbeeld door een foto waarop de vrouw van Sother hem probeert te vermorzelen onder een tweezitter.
Van Christien Jaspars is een bijzondere serie te zien die ze maakte naar aanleiding van haar verblijf in Mali. De kleine, vierkante foto’s vormen een lintverhaal over drie muren, dat door middel van dromerige, warme impressies van het land vertelt over wat zich in het hoofd van Jaspars geliefde moet hebben afgespeeld voordat hij stierf.
Fotografie als therapie? Als middel om het woelige leven in te dammen? Misschien, maar op die manier wordt het (gelukkig) niet gepresenteerd. Jaspars foto’s staan in elk geval open voor verschillende interpretaties. Haar symboliek hoeft niet die van de kijker te zijn, en dat is fijn.
Twijfelachtiger is het werk van Ingvild Arnesen. Of liever gezegd: niet haar werk, maar de manier waarop ze dit presenteert. Tussen haar foto’s hing zij brieven op waarin ze haar persoonlijke relatie tot fotografie beschrijft.
Haar warrigheid veroorzaakt soms vertedering, maar over het algemeen trekt zij de kijker net iets te veel mee in haar zoektocht naar zichzelf. Als het goed is, spreken foto’s die gaan over gevoel en emotie voor zichzelf, en hoeven de persoonlijke woorden van degene die ze nam zich niet te nestelen in het hoofd van de bezoeker.
Merel Bem