Bob Dylan zong nog nooit zo mooi en zorgvuldig
De mededeling vorig jaar dat Bob Dylan een plaat zou uitbrengen met liedjes groot gemaakt door Frank Sinatra, deed zelfs de grootste Dylan-fans de wenkbrauwen fronsen. Welke kwaliteiten je de inmiddels 73-jarige zanger ook kon toedichten, een zuivere stem hoorde daar toch echt niet bij.
Maar het was Dylan menens, zo bleek uit de flyer die hij eind vorig jaar bij de uitgave van zijn aloude Basement Tapes stopte. Begin 2015 viel inderdaad een plaat te verwachten met louter liedjes uit de periode tussen de jaren twintig en zestig uit de vorige eeuw. Geen country- en folknummers zoals hij die zijn hele loopbaan al gezongen heeft. Nee, Shadows In The Night, zoals de plaat ging heten, zou echte crooner-klassiekers bevatten, van de allergrootste componisten, met als belangrijkste verbindende factor dat Frank Sinatra ze ooit heeft opgenomen.
Krakende stem
Kon hij dat wel aan met die krakende stem van hem, die regelmatig met het geluid van een valse kraai of erger is vergeleken? Ja, dat kan hij. Bob Dylan heeft nooit zorgvuldiger en mooier gezongen dan op Shadows In The Night. Helemaal nieuw is zijn mooizingerij zoals hier gebezigd trouwens niet. Op zijn country-getinte Nashville Skyline deed hij het al en op Love And Theft, zijn sterkste plaat van deze eeuw, zijn ook al voorzichtige swing- en jazz-verwijzingen te bespeuren. Maar in de tien songs die hij dit keer opnam, overtreft hij zichzelf als zanger.
De liedjes zijn overbekend: I'm A Fool To Want You, Autumn Leaves, Where Are You: vier van de tien staan onverbeterlijk gezongen op Sinatra's album Where Are You? uit 1957. Dylan probeert 'The Voice' geen moment te imiteren. Hij zet zijn allerdiepste, mooiste stem op en zingt met de grootst mogelijke inleving over verbittering, eenzaamheid en verloren liefde.
Crooners-Album
Dylan wilde al jaren een dergelijk crooners-album maken; pas toen hij het idee losliet dit met een orkest te doen, kreeg het de juiste vorm, zo liet hij weten. En inderdaad, de sobere begeleiding van zijn vijfmansband pakt groots uit. De melodie wordt vaak neergezet door de contrabas van Tony Garnier en de pedal steel van Donnie Herron grijpt je steevast bij de lurven. Een enkele keer klinkt wat koperwerk, maar het is vooral een echte bandplaat. En een die je meteen weer op zet. Dylan zingt alle liedjes naar zich toe, met een gevoel voor melodie zoals hij dat voorheen zelden prijsgaf. Het maakt Shadows In The Night intens, geloofwaardig en ontroerend. Anders, maar net zo aangrijpend als Sinatra op zijn best.