Boeken

Biograaf Sandra Langereis geeft Erasmus de eer die hij verdient ★★★★☆

Sandra Langereis maakt de hoge verwachtingen waar in haar kloeke biografie van Erasmus. Ze doorbreekt het klassieke beeld van de geleerde en kijkt naar de mens erachter. En vooral naar zijn teksten.

Ronald van Raak
null Beeld Avalon Nuovo
Beeld Avalon Nuovo

Het is een gedurfd boek, de nieuwe biografie van Erasmus door Sandra Langereis. Het begint al met zijn portret op de omslag. De Europese denker uit Rotterdam had nog wel zo veel moeite gedaan om zichzelf in zijn portretten te laten neerzetten als het ideaaltype van de grote geleerde. Beelden die iconisch zijn geworden, zoals dat van Hans Holbein de Jongere, die een man laten zien met innerlijke rust en een ironische glimlach, een man die zijn werk de baas is en zijn leven onder controle heeft. De beeldvorming is succesvol geweest. Alleen al het afbeelden van zijn muts doet mensen aan Erasmus denken, stelt ook Langereis.

Maar op het omslag van haar boek is de muts het enige wat aan Erasmus’ zelfontworpen beeld doet denken. De biograaf koos voor een recent portret door Neel Korteweg, waarin we Erasmus zien als een jongeman in klaprozenhemd. Het werkt vervreemdend en dat is ook de bedoeling. Langereis wil ons losrukken van het klassieke beeld van de geleerde en ons laten kennismaken met de mens erachter.

Het getuigt van lef om zo’n iconisch beeld zo onder handen te nemen. Het is überhaupt gewaagd om een biografie te schrijven van Erasmus en daarmee in de voetsporen te treden van Johan Huizinga, de grote historicus die bijna honderd jaar geleden zijn Erasmus-biografie publiceerde. Zo’n project schept hoge verwachtingen en daar heeft Langereis aan voldaan. Haar vuistdikke biografie is een monument voor de denker geworden. Een boek dat de lezer soms achterlaat in verwarring, door de opzet en de lange uitweidingen. Maar alles wel in de geest van Erasmus.

‘’s Werelds hoogsten der hoogsten zijn bang voor me; ’s werelds laagsten der laagsten spugen naar me, schijten op me, en pissen tegen me aan’, schreef Erasmus in een brief aan zijn hartsvriend Thomas More. Het beeld dat Erasmus van zichzelf liet maken, van de geleerde met innerlijke rust, voldoet in weinig opzichten aan zijn eigen leven, dat vooral wordt gekenmerkt door tegenstrijdigheden. Geboren als bastaard van een priester en wees vanaf zijn 14de, werd hij ondergebracht in een klooster. Een leven dat hij verafschuwde. Vanwege zijn afkomst zou hij ook geen ander kerkelijk ambt kunnen vervullen.

null Beeld Avalon Nuovo
Beeld Avalon Nuovo

Eenzaam en onbegrepen

Langereis laat zien hoe Erasmus als een ware ‘kloosterdeserteur’ door Europa trok. Op zoek naar leerlingen die hem konden betalen, lesgevend op universiteiten waar hij zich niet thuis voelde en almaar hengelend naar kerkelijke ambten die telkens aan zijn neus voorbijgingen. De geleerde die zo graag wilde leven van zijn pen en voor zijn tijd ware bestsellers schreef, maar door gebrek aan auteursrecht nauwelijks iets van de opbrengsten kreeg. Erasmus werd een beroemde docent, die wilde dat mensen beter gingen lezen en zelf zouden nadenken, maar voelde zich uiteindelijk eenzaam en door niemand begrepen.

Een boek dat door tijdgenoten veel gelezen maar weinig begrepen werd, is Lof der zotheid (1511). De bijtende satire waarin Erasmus iedereen met macht en aanzien genadeloos op de hak nam en waarin hij volgens Langereis onderzocht of hij de waarheid kon vertellen met een grap. Gehuld in de mantel van Vrouwe dwaasheid voedde Erasmus zijn lezers op in de regels van het literaire spel, waarin je de dwaasheid kon opvoeren om te vertellen wat elders niet mocht worden gezegd. Maar dat bleek veel te veel gevraagd; Erasmus kon zich niet verschuilen achter deze literaire figuur en de kritiek op zijn persoon bleef groeien.

Langereis neemt ons aan de hand door het leven van Erasmus, maar vooral door zijn teksten, die in veel opzichten de moderne tijd hebben ingeluid. Zoals zijn enorme verzameling spreekwoorden en gezegden uit de klassieke oudheid (Adagia), die hij voorzag van snedig commentaar. Daarmee zette de humanist meteen de standaard voor een ander taalgebruik, dat speelser, ironischer en kleurrijker was. Zelf paste hij het toe in de duizenden brieven die hij schreef en die in zijn tijd van hand tot hand gingen. Hij bleef deze Adagia steeds aanvullen, tot 4.151 lemma’s en bijna 1.200 pagina’s atlasformaat.

De meeste aandacht heeft Langereis voor Novum Instrumentum (1516), Erasmus’ vertaling van het Nieuwe Testament uit de oorspronkelijk Griekse bronnen. Zijn grote levenswerk, dat hem tegelijkertijd het leven onmogelijk maakte. Het doel van Erasmus was de Bijbel zuiveren van de vele fouten in meer dan duizend jaar vertalen en kopiëren, en op deze wijze ook helderheid brengen in theologische discussies in zijn tijd. Veel mensen waren echter vertrouwd met de eeuwenoude woorden en zagen geen heil in Erasmus’ vertaling. Anderen dreven hem juist in het nauw door met zijn teksten aan de haal te gaan.

Zelf denken

In haar biografie laat Langereis zien hoe Erasmus zijn leven lang mensen zelf wilde laten lezen en denken, zodat ze zich niet zouden laten leiden door autoriteit en dogmatiek. Daarom verzette hij zich tegen het kloosterleven, de corruptie in de kerk en de wanpraktijken in Rome. Het was dan ook pijnlijk dat zijn werk aanvankelijk werd gebruikt door de theologen van de Reformatie, zoals Maarten Luther. Dit bracht Erasmus in een plooi van de geschiedenis, als een vernieuwer die niet kon leven met de oude praktijken van de katholieke kerk, maar evenmin met de nieuwe protestantse dogmatiek. Wat leidde tot boosheid en onbegrip vanuit beide kampen.

Typisch voor dit boek zijn de uitweidingen. Aan het begin al, wanneer Langereis de expeditie beschrijft naar Japan van een schip met een beeld van Erasmus. Of de lange uiteenzettingen over de gebedsdiensten in kloosters of de problemen bij het vertalen van het Grieks in het Latijn. Uiteenzettingen die niet thuishoren in een biografie, maar toch passen in dit verhaal over het leven van Erasmus. Zeker met de grote kennis en de vaardige pen van Langereis. Het deed mij naar meer verlangen. Zo had ik graag meer willen lezen over de relatie tussen Erasmus en Adriaan Boeyens of Adrianus VI, de paus die uit de Nederlanden kwam.

Wat in deze biografie vooral ontbreekt, is een beeld van Erasmus als filosoof. Langereis beschrijft terecht de invloed van de Moderne Devotie, van de Deventer theoloog Geert Groote, die met zijn levensfilosofie de eerste originele Nederlandse bijdrage leverde aan de wijsbegeerte. Een leer waarvan ook paus Adrianus VI veel had meegekregen. Het teruggaan naar de bronnen, zelf studeren en niet vertrouwen op autoriteiten diende een filosofisch doel. Een besef van de officia vitae, de plichten die een mens heeft in dit leven. Plichten waar ook een vorst of een paus zich aan te houden heeft, hoe groot de verlokkingen van de macht ook zijn.

Erasmus schreef met veel humor en ironie; Langereis noemt hem de ‘oervader van het Nederlandse cabaret’. Ruim vijfhonderd jaar na Lof der zotheid laat hij nog altijd het belang zien van humor, om te zeggen wat anders niet gezegd kan worden. Een actuele les in een tijd van discussies over safe spaces en cancel culture. Vrees en schaamte zijn hinderpalen voor het leren van de waarheid, laat Erasmus Vrouwe dwaasheid zeggen. Met haar schaamteloze boek geeft Sandra Langereis deze dwarsdenker de eer die hij verdient.

null Beeld De Bezige Bij
Beeld De Bezige Bij

Sandra Langereis: Erasmus Dwarsdenker – Een biografie. De Bezige Bij; 752 pagina’s; € 39,99.

Ronald van Raak nam op 30 maart afscheid van de Tweede Kamer (waarin hij sinds 2016 zat voor de SP) en is nu hoogleraar Erasmiaanse waarden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden