recensiethe fatal flowers
Bijna dertig jaar na hun afscheid staan The Fatal Flowers weer op het podium – in uitverkochte zalen
‘Ik wil geen herintreder in de pop zijn’, zei Richard Janssen in 2018 in de Volkskrant. Géén reünie van The Fatal Flowers dus. 6 juni 2019. Janssen (58) staat in een volle Willem Twee in Den Bosch aan de aftrap van de reünietournee van de Amsterdamse gitaarband (1984-1990), 29 jaar na het afscheid. ‘Wat is deze zaal mooi, wat zijn de kleedkamers mooi, wat zijn jullie met veel en wat zijn jullie aardig.’
Deze maand speelt de groep voor de uitverkochte zalen die dertig jaar geleden niet gegarandeerd waren. Zo is dat vaker, bij reünies. De bezetting van 2019 is die waarmee het in 1990 eindigde, met Robin Berlijn (gitaar), Geert de Groot (bas) en Henk Jonkers (drums). J.B Meijers assisteert op toetsen. De nadruk ligt dus op de twee laatste albums, Johnny D. Is Back! (1988) en Pleasure Ground (1990), waarop de ‘Flowers’ voor echte rock kozen, met de gitaarlicks van dien.
How Many Years, Second Chance, She’s Doin’ Fine, ze openen in Den Bosch overtuigend de rij. Eerder Brood of Earring dan ‘alternatief’, het leverde destijds vijandige reacties op, hier en daar. Vanavond niet. Vol en krachtig is de gitaarsound. Janssen, de frontman met het laconieke charisma, zingt mooi het weemoedige Younger Days, in 1987 de enige Top 40-notering.
Niet alles overtuigt. De flirt met rockclichés was dertig jaar geleden soms al op het randje, maar gutst er in een song als The Dance overheen. Voor een trage ballad als Speed Of Life blijken de jaren niet erg aardig te zijn geweest. Zo vlammend als de terugkeer van Daryll-Ann, dat in 2014 een vonkend, volwaardig slothoofdstuk aan het bandverhaal toevoegde, werd het in Den Bosch nog even niet, maar de Flowers mogen er zijn – en de maand is nog lang.