Ter redactiePuzzelredacteuren
‘Bij een Volkskrantpuzzel mag je wat dubbelzinniger zijn’
Volkskrantpuzzels zijn één: lekker moeilijk en twéé: het hoogtepunt van hun werkweek, zeggen deze puzzelredacteuren. Jeffrey Wagemakers en Mark Leenen vertellen wat er zo leuk is aan hun vak.
De makers van de Volkskrant-puzzels zijn twee zeer ervaren puzzelredacteuren. Mark Leenen zit al dertig jaar in het vak, Jeffrey Wagemakers zestien jaar. Tientallen puzzels maken en redigeren ze per week, voor verscheidene kranten, tijdschriften en puzzelboekjes. Volgens Wagemakers maken ze met hun team bij Denksport zo’n één miljoen puzzelpagina’s per jaar.
Leuk om te weten voor fans van de Volkskrant-puzzels: van alle puzzels die ze maken, zijn voor beiden die voor de Volkskrant verreweg de favoriet.
Wagemakers: ‘Ik maak de actuele weekpuzzel op zaterdag. Daar stop ik altijd veel tijd in, misschien meer dan zou moeten. Maar die puzzel is bij uitstek het leukste deel van mijn werk. Ik probeer er toch elke week weer een kunstwerkje van te maken.’
Hoe lang doe je er gemiddeld over?
Wagemakers: ‘Ik ben er toch al snel vijf uur mee bezig.’
Leenen lacht: ‘Veel te lang eigenlijk.’
Wagemakers: ‘Ik weet het, Mark. Maar het is echt vlechtwerk, hè? Het zijn zo’n 35 woorden gerelateerd aan het nieuws van die week, dat moet allemaal mooi in elkaar passen.
‘Ik zoek altijd twee woorden van 19, 20 of 21 letters die gedurende de week in het nieuws zijn geweest. Vorige week telde de boektitel van Tofik Dibi, Het Monster van Wokeness, precies 21 letters. Die zet ik dan verticaal. Vervolgens zet ik horizontaal ook altijd twee begrippen van 13 tot 15 letters die elkaar kruisen. Dat is het raamwerk. En daar bouw ik op verder.’
Wekelijks staan er negentien puzzels in de Volkskrant, drie per dag doordeweeks en op zaterdag vier. Elke dag is er een kruiswoordpuzzel en daarnaast een mix van cijferpuzzels en woordpuzzels. Jeffrey Wagemakers maakt sinds twee jaar de actuele nieuwspuzzel van de week op zaterdag, Mark Leenen maakt alle andere Volkskrant-puzzels – al sinds 1998, overigens.
Leenen: ‘Mijn favorieten zijn het cryptogram op zaterdag en de filippine op vrijdag. Die laatste heeft altijd een verborgen thema, dat ik vaak probeer te linken aan de actualiteit. Deze week is het thema vluchtelingen. Dan probeer ik allerlei invalshoeken te bedenken. Een film waar vluchtelingen in zitten; het lied Vluchten kan niet meer – alles kan eigenlijk. Dat maakt het heel leuk.’
Wat maakt een puzzel dan een typische Volkskrant-puzzel? Mark, jij weet dat misschien het beste na 22 jaar.
Leenen: ‘Die mag best wat moeilijker zijn dan de gemiddelde puzzel. Met zo’n nieuwspuzzel bijvoorbeeld, mag je ervan uitgaan dat mensen al een bepaalde basiskennis hebben die je niet hoeft toe te lichten. Bij het cryptogram op zaterdag vind ik het fijn om het lekker pittig te maken. Je kan ook wat verder gaan in dubbelzinnigheden dan bij bijvoorbeeld het AD, daar houd je het wat simpeler. Laatst had ik in de Volkskrant-crypto de uitdrukking ‘eraan moeten geloven’ omschreven als ‘Op de knieën gedwongen door een priester’. Voor het AD zouden we dat eerder omschrijven met ‘Niet vrijwillig naar de kerk gaan’.
‘Maar ik maak die voor de Volkskrant al zo lang, daar hoef ik niet meer zo over na te denken. Dat gaat vanzelf. Al krijg ik ook hulp van collega’s zoals Jeffrey, we kijken altijd elkaars puzzels na. Soms komt hij dan ook met een leuke vondst.’
Wat vonden jullie nou echt een goede vondst in het cryptogram van vorige week?
Leenen: ‘Dat kan Jeffrey misschien beter zeggen, anders zit ik mezelf op de borst te kloppen.’
Wagemakers zoekt de puzzel even op. ‘Dit is een mooie die Mark voor zaterdag heeft. De aanwijzing is: ‘Die staan in een samenlevingscontract’, en dan komt eruit: stelregels. het woord betekent dat natuurlijk helemaal niet, maar cryptisch gezien klopt het.’
Leenen: ‘Ik probeer in de Volkskrant ook altijd wat omschrijvingen en woorden aan de actualiteit te koppelen, ook in het cryptogram. Dit keer had ik ‘corona (hebben)’ als omschrijving. En de oplossing is dan ‘de sigaar zijn’. Een corona is ook een sigaar, hè? En je bent de sigaar als je corona hebt.’
Wagemakers: ‘Die vind ik heel mooi, ja.’
Sinds kort kunnen Volkskrant-abonnees ook online puzzels maken.
Leenen: ‘Klopt. Maar: een deel van de puzzels die online staan, zijn door de computer gegenereerde puzzels, die komen niet van ons. Ze zijn anders dan de puzzels in de papieren krant, die maken wij met de hand.’
Wagemakers: ‘Nou Mark, het zijn wel degelijk omschrijvingen die ons team ooit gemaakt heeft. We hebben bijvoorbeeld een bestand met bijna 300 duizend cryptogram-omschrijvingen, die zijn allemaal ooit een keer door een van ons bedacht. Maar die kunnen wel vijftien jaar oud zijn en zijn niet specifiek voor de Volkskrant gemaakt.’
Ik heb online een cryptogram gemaakt en een hint die ik niet snapte was: ‘met dit ademhalingsorgaan is de boom weer van u’. De oplossing was ‘kieuw’. Ik snapte de ‘uw’, en dat het een ademhalingsorgaan is. Maar waar zit die boom?
Wagemakers: ‘Een cryptomaker heeft echt een eigen signatuur. De aanwijzing die je noemt is een andere stijl dan wij gebruiken. Meer letterlijk. De oplossing is dat je de ‘kie’ aan het begin van kieuw moet omdraaien, dan krijg je ‘eik’. Als er ‘weer’ staat in de omschrijving, moet je iets omkeren. En dan eindigt het met ‘uw’.
Leenen, geprikkeld: ‘Dat soort omschrijvingen zou ik dus zelf nooit voor de Volkskrant gebruiken, dat is allemaal zo geconstrueerd. Je wilt als je het antwoord weet meteen denken: aha, nu snap ik het.’
Wagemakers: ‘Je hebt twee stijlen cryptogrammen: de meer associatieve stijl, dat vind ik toch de meer intelligente, en de letterlijke, waarbij je bijvoorbeeld woorden moet omdraaien of letters moet verplaatsen. Ik vind die tweede zelf minder, maar er zijn ook veel puzzelaars die dat wel leuk vinden.’
Nog even iets wat ik me persoonlijk altijd heb afgevraagd: waarom zitten er toch altijd zoveel obscure rivieren bij de puzzelantwoorden?
Wagemakers: ‘Dat is toch gewoon omdat het korte namen zijn. Die korte woorden heb je nodig om puzzels te genereren. Ill, Inn, Aar, Elbe, Eder, Oder, allemaal kort.’
Als puzzelaar moet je dus gewoon die rivieren uit je hoofd leren.
Wagemakers: ‘Er bestaat een heel puzzeljargon dat kruiswoordpuzzelaars kennen, zeker in de korte woordjes. ‘Oir’, dat staat ook in ons bestand, je spreekt het uit als ‘oor’ en het betekent: afstammeling. Nou, ik heb het wel eens opgezocht: het is in de 18de eeuw voor het laatst gebruikt, maar het staat nog steeds in puzzels.’
Leenen: ‘Of ‘tra’, de befaamde brandgang.’ De redacteuren lachen. ‘Typisch puzzelwoord. Hoor je nooit, je vindt het alleen in kruiswoordpuzzels.’
Wagemakers: ‘Zo’n woord zet ik er zelf nooit in.’
Leenen: ‘We hebben daar vaak discussies over op de redactie: kan dat woord nog wel, moeten we daar niet een keer vanaf? We zijn het bestand voortdurend aan het opschonen. ‘Tra’ mag er van mij gelijk uit.’
Wagemakers: ‘En ‘oir’ ook.’
Leenen: ‘Als we een jonger publiek willen trekken voor onze puzzels, moeten we er toch wat andere termen in gooien.’