Bij Dirkje Kuik past opdwarrelend stof

Het voormalige woonhuis van kunstenares Dirkje Kuik is nu een museum. Vitrines zul je er niet aantreffen...

Van onze verslaggever Arno Haijtema

Stap de woonkamer in van wijlen Dirkje Kuik, sinds kort de eerste verdieping van het nieuwe museum in de Utrechtse binnenstad dat haar naam draagt, en je waant je in een andere tijd. Je keert terug naar de dagen dat de schrijfster en beeldend kunstenaar Kuik hier vanuit haar stoel in de hoek haar imperium bestierde. Tekeningetjes krabbelde, zinnen luid uitsprekend proefde voor een nieuw boek of gedicht. Wild gesticulerend, zodat de spetters chocomel, bier of inkt in het rond vlogen.

Temperament hád Dirkje Kuik (oktober 1929 - maart 2008) – ‘mevróuw Kuik’ voor Jos Te Water Mulder, bewonderaar én de initiator van het museum dat nu van haar woonhuis is gemaakt. Ze gooide in woede wel eens een bezoeker de trap af. Er gingen verhalen rond, over haar bovengemiddelde drankgebruik. Ook de operatieve lichaamscorrectie die haar in 1981 eindelijk maakte tot de vrouw die tot dan toe was opgescheept met een mannenlichaam, kon op afkeuring en misprijzen rekenen.

Niets te maken met die verhalen, zegt Te Water Mulder. Als kunstenaar heeft Kuik altijd op waardering kunnen rekenen. Hij heeft de taak op zich genomen ‘uit liefde voor haar kunst’ niet alleen haar boeken, gedichten, tekeningen, etsen, litho’s en schilderijen te beheren, maar ook het woonhuis en alles wat daar bij hoort te bewaren.

‘De erfgenamen wilden het huis verkopen. Dan was dit als eenheid verloren gegaan. Een kamer als deze kun je in een museum niet herbouwen. De sfeer is er anders, het authentieke is eraf.’ En práát hem niet van vitrines die boeken en schrijftafels afschermen voor grijpgrage handen. Dat er stof opwarrelt, het zij zo. ‘Het past bij Dirkje Kuik, ze ontleende inspiratie aan verval.’

De ouders van Dirkje – moeder dreef aan huis een antiekwinkeltje, vader had er als houtsnijder zijn atelier – betrokken het 17de-eeuwse huisje in 1934. Dirkje, die het in 1975 kocht, behield het interieur zoals haar ouders het hadden nagelaten.

Sindsdien heeft de kunstenares het museum dat het in wezen al was, verrijkt met haar eigen sporen: boeken, tekeningen, beschilderde schedels, opgezette egels, fraai ontworpen houten meubels, schilderijen, litho’s, correspondenties met half literair Nederland, droogbloemen, potjes, vazen, nog meer boeken, gesneden beelden van haar vader – haar woonkamer is een stilleven in 3D. En dat op krap 25 vierkante meter.

Pas vier jaar voor haar dood kwam Te Water Mulder persoonlijk in contact met Kuik. ‘De liefde voor haar werk was er al vanaf mijn kindertijd. Vanuit school keek ik het atelier binnen van het grafisch gezelschap De Luis, waarvan zij een vooraanstaand lid was.’ Als kunsthandelaar ging hij haar werk verkopen. Een aantal jaar geleden wilde hij een expositie van haar organiseren, maar het kwam maar niet tot een ontmoeting. Kuik leefde teruggetrokken. Ze had een openhartoperatie ondergaan en leed aan mondkanker, waardoor ze onverstaanbaar was geworden – vermoedde ze.

‘Als je aanbelde deed ze niet open en ze had een geheim telefoonnummer. Maar uiteindelijk wist ik tot haar door te dringen. Ik wil niks met je te maken hebben, riep ze eerst. Maar haar stemming sloeg om.’ De hele middag praatten ze, er werd champagne ontkurkt, en toen die op was werd Te Water Mulder naar huis gestuurd om meer flessen te halen. Dirkje bleek dus wél verstaanbaar te kunnen praten, maar wat nog belangrijker was: door de warme bewondering van Te Water Mulder kreeg ze weer zin in het leven en begon ze ‘als een bezetene’ te werken.

Sindsdien zijn Te Water Mulder en Kuik onafscheidelijk gebleven, tot haar dood. ‘Ik heb haar hier boven gevonden.’

Nu het museum is geopend, gaan er opnieuw verhalen rond. Te Water Mulder zal het huis wel van Dirkje hebben gekregen, wordt er gemompeld. ‘Ik heb het met mijn vrouw van de erfgenamen gekocht. We doen dit niet om rijk te worden. We hebben er honderdduizenden euro’s in gestoken. Die kosten komen er echt niet uit.’

Hij hoopt dat de stichting die hij in het leven heeft geroepen financiële steun krijgt, van Utrecht, het rijk, mecenassen, het maakt niet uit. Er is nog zó veel te ontdekken. Honderden boeken, met verwijzingen naar haar werk. Aantekeningen, kattebelletjes, ongepubliceerde gedichten. Voorlopig kan Te Water Mulder bogen op Kuiks postuum verschenen, met tekeningen verrijkte essaybundel München ’38 (Arbeiderspers). En hij heeft in de nalatenschap een bijna compleet manuscript aangetroffen: Het Ovalen Portret, waarin Kuik over haar eigen leven schrijft, en – meesterschap verplicht – terugblikt op haar eigen dood.

Voorlopig is er geen sprake van verkoop van tekeningen en etsen. Te Water Mulder: ‘Dirkje vond het ook beter te wachten. Ze zei: het eerste half jaar na mijn dood komen er alleen maar strontvliegen op af.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden