Bezwerende waverock van New Yorks Interpol
Interpol..
amsterdam Talloze gitaarbands hebben zich de laatste jaren laten inspireren door de waverock uit de vroege jaren tachtig. De Britse golf werd hier het populairst, maar Amerikaanse groepen als The Rapture, Radio 4 en Interpol herintroduceerden het geluid van Gang Of Four en XTC al ruim voordat Franz Ferdinand er de aandacht mee trok.
Interpol blijft één van de beste en interessantste bands van de beweging, zo bewezen de New Yorkers maandag nog maar eens in een het uitverkochte Amsterdamse Paradiso. Waar recente interpretaties van het new wave-erfgoed meestal blijmoedig van toon zijn, horen we bij Interpol de sinistere doemrock van Joy Division terug. Wie de diepe galmvocalen van Paul Banks hoort, zou soms haast denken dat Joy Division-frontman Ian Curtis niet dood is, maar tegenwoordig in Interpol zingt.
Het Paradiso-optreden was feitelijk een soort try-out: de band probeerde wat materiaal uit van het pas in juli verschijnende derde album Our Love To Admire. De nieuwe single The Heinrich Maneuver is al legaal te downloaden, maar ook de andere nieuwe stukken, zoals de sferische opener Pioneer, leken bij veel fans al bekend.
Vanaf het moment dat Pioneer naadloos overging in de staccato openingsakkoorden van Obstacle 1 was duidelijk dat de Amerikanen niet naar Amsterdam waren gekomen voor een veredelde oefensessie. Hier speelde een band die klaar is voor de zomertournee: hecht, gedreven en veel beter en beklemmender dan bijvoorbeeld Editors, de groep die van alle Britse stijlgenoten het meest als Interpol klinkt.
Uiteindelijk werd het optreden toch gedomineerd door werk van de eerste twee platen, met het sterke Narc (van Antics uit 2004) en de superieure afsluiter PDA (van debuut Turn On The Bright Lights uit 2002) als twee van de bezwerende hoogtepunten. Na 70 minuten zat het erop, maar gelukkig heeft Interpol een hoge ‘zuivere speeltijd’: aan praatjes doen ze maar amper. Interpol laat zijn onheilspellende waverock liever voor zich spreken.
Bij dit type gitaarband zijn zwijgzaamheid en stuursheid niet storend. Ze verschaffen Interpol juist het norse, rijzige charisma dat zoveel New Yorkse rockbands kenmerkt: van The Velvet Underground en The Ramones tot The Strokes.
Alleen de witte hoed van de toetsenist misstond, zoals de toetsenist zelf ook niet op zijn plaats was. Gelukkig was zijn spel amper hoorbaar in de verder prima geluidsmix, want de tochtgaten in het gitaargeluid van Interpol moet je niet dichtkitten met elektronica. Bij Interpol hoor je af en toe te huiveren.Menno Pot