reportagehumboldt forum
Berlijn heeft er een kolossaal museum bij - met een gewaagde expositie over de Duitse hoofdstad
Berlijn heeft er een kolossaal museumgebouw bij op het beroemde Museuminsel. In het Humboldt Forum stelde de Nederlandse kunsthistoricus Paul Spies een gewaagde expositie samen over de geschiedenis van de stad Berlijn.
Het is niet wat je verwacht in een Duitse museumzaal die over oorlog gaat: een levensbeschrijving van Mahjub bin Adam Mohamed. Hij werd in 1904 geboren in Tanzania, toen nog een kolonie van het Duitse keizerrijk. In de Eerste Wereldoorlog vocht hij, een zwarte tiener, samen met zijn vader aan Duitse zijde. In 1929 trok hij naar Berlijn om hun achterstallige soldij op te eisen. Tevergeefs.
Hij bleef in de stad hangen, trouwde een Duitse vrouw, kreeg kinderen en verdiende geld als ober, docent Swahili en acteur. In meer dan twintig Duitse films speelde Bayume Mohamed Husen, zoals hij bekend kwam te staan, een bijrol, vaak als zwarte bediende. In 1941 kreeg hij tijdens de opname van een nazi-propagandafilm over een Duitse kolonist een verhouding met een Duitse vrouw – niet zijn enige overigens, hij verwekte bij meerdere Duitse vrouwen onwettige kinderen. Hij werd aangegeven, gearresteerd en overgebracht naar het concentratiekamp Sachsenhausen. Daar stierf hij in 1944.
Zijn leven wordt gereconstrueerd te midden van verhalen over de Jodenvervolging, de Tweede Wereldoorlog en de inzet van Duitse vredestroepen in het buitenland. Welkom in Berlin Global, de tentoonstelling die geschiedenissen nogal gewaagd combineert.
De expositie is gemaakt onder leiding van de Nederlandse kunsthistoricus Paul Spies (61) en werd afgelopen zomer geopend in het nieuwe Humboldt Forum, de kolos die in tien jaar tijd is gebouwd op het Museumeiland, midden in Berlijn. In dit nieuwe centrum van wereldcultuur, dat 680 miljoen euro kostte, zijn drie grote tentoonstellingen te bezoeken, waaronder die van Spies, alsmede een reeks kleinere. Een dag is nauwelijks genoeg om het immense gebouw te verkennen.
Berlin Global gaat over de Duitse hoofdstad en haar relatie met de wereld. Het centrale gedeelte van de expositie bestaat uit zeven zalen die elk een thema behandelen dat typisch Berlijns is, zoals ‘Oorlog’, ‘Grenzen’ en, een begrip in de stad, ‘Freiraum’. Daarmee wordt gedoeld op de tolerantie voor andersdenkenden, maar ook op de goedkope woonruimtes en ateliers die veel activisten en kunstenaars hebben aangetrokken. Door de hard gestegen vastgoedprijzen is veel van die vrije ruimte inmiddels verdwenen – in Berlin Global is ook het ‘graf voor betaalbare huurruimte’ te aanschouwen dat een kunstenaarscollectief in 2018 uit protest maakte in een stoep in de wijk Kreuzberg.
De tentoonstelling is niet chronologisch opgebouwd, maar bevat tal van afzonderlijke elementen met veel inzet van multimedia. Zo is in de zaal ‘Vermaak’ achtereenvolgens te zien: een ‘Kaiserpanorama’, een antiek gevaarte dat een handvol mensen tegelijk de mogelijkheid bood om stereoscopische foto’s te bekijken, onder meer van Duitse koloniën in Afrika; interviews met in Duitsland geboren zwarte mensen die vertellen over hun vroegere figurantenrollen in films als Afrikaanse inboorlingen; fragmenten van internationale optredens in een cultuurpaleis in het voormalige DDR-deel van Berlijn; een levensgrote discobal waarin kan worden gedanst op muziek uit befaamde Berlijnse clubs en een ode aan de Berlijnse platenmaatschappij Lindström A.G., die in de eerste helft van de 20ste eeuw overal in de wereld opnames maakte van lokale muziek.
Veel van de bezoekers – die tussendoor ook nog vragen moeten beantwoorden over waarden die zij in hun leven belangrijk achten – ervaren de experimentele vorm, met veel aandacht voor hedendaagse onderwerpen, als verfrissend, zo blijkt uit reacties. Een deel van de pers vond dat ook. Maar er was ook flinke kritiek. Die Zeit vergeleek de tentoonstelling met een zoektocht op Google naar ‘Berlijnse geschiedenis of zoiets’. De Frankfurter Allgemeine Zeitung hekelde de vermenging van onderwerpen. De Berlijnse tabloid BZ waarschuwde dat de expositie veel moralistische, belerende teksten bevat in ‘gender-taal’. Je kunt je als inwoner van de stad, zo concludeerde de krant, ‘alleen maar schamen voor deze verzameling van kleingeestigheid’.
Museumvernieuwer
Paul Spies geldt als een vernieuwer in de wereld van de historische musea. Hij dreef 21 jaar met een compagnon een cultureel adviesbureau. In 2009 werd hij benoemd tot directeur van het Amsterdams Historisch Museum, dat kort daarna werd omgedoopt tot Amsterdam Museum. Onder zijn leiding werd het bezoekersaantal verdubbeld. Hij was de drijvende kracht achter de thematische tentoonstelling Amsterdam DNA, die buitenlandse bezoekers in 45 minuten vertelt wat de essentie is van Amsterdam en zijn inwoners.
Berlin Global borduurt daarop voort en is eveneens gericht op toeristen, vooral de jongere. Dat sluit bezoek van inwoners van Berlijn niet uit, zegt Spies in zijn werkkamer aan de Poststrasse. ‘Het is net als bij Amsterdam DNA: de toerist komt om geïnformeerd te worden over de stad en de Amsterdammers komen om te kijken wat er allemaal over hen wordt beweerd.’ Niet zonder trots meldt hij dat Amsterdam DNA al elf jaar in het Amsterdam Museum staat, terwijl de tentoonstelling maar voor vijf jaar was bedoeld.
Begin 2016 werd Spies naar Duitsland gehaald. De geboren Amsterdammer werd de directeur van het stadsmuseum van Berlijn, waaronder maar liefst vijf gebouwen vallen die te bezoeken zijn. Daarnaast moest hij een tentoonstelling over de stad samenstellen in het Humboldt Forum, dat in aanbouw was op een van geschiedenis doordrenkte plek.
Hier stond het Berliner Stadtschloss, waar Duitse vorsten regeerden en woonden totdat in 1918 de republiek werd uitgeroepen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte het paleis zwaar beschadigd. Bij de opdeling van Duitsland viel het toe aan de DDR. In 1950 blies het communistische regime het symbool van het voormalige keizerrijk op en zette er het Palast der Republik voor in de plaats, waarin het parlement en een cultuurcentrum werden gevestigd.
Na de hereniging van de beide Duitslanden kwam de sloophamer er weer aan te pas – ditmaal wilde het Berlijnse stadsbestuur van het DDR-symbool af. Op de leeggeruimde plek werd na veel gesteggel een replica van het voormalige, barokke stadsslot gebouwd, zij het dat één kant van het gebouw een strakke, witte gevel kreeg. De binnenkant van het imitatie-stadsslot bestaat uit een mix van klassiek en modern.
Spies vindt het een ongelukkige beslissing van de overheid om het keizerlijke onderkomen terug te laten keren. Hij laat op zijn telefoon een schets zien die hij kort na aankomst in Berlijn maakte. Zo had de nieuwbouw volgens hem moeten worden: half Stadtschloss en half Palast. ‘Doe de hele geschiedenis en niet de halve’, stelt hij. ‘Het is een gemiste kans.’ Toch ziet Spies een voordeel aan de gedeeltelijke replica die er nu staat. ‘Het controversiële van dit gebouw brengt heel veel publiciteit met zich mee.’
Berlin Global was na de opening op 20 juli dit jaar maandenlang volgeboekt, ondanks de kritiek. De eerste honderd dagen was de toegang gratis, maar na de invoering van 7 euro entree stroomde het publiek ook toe. De helft van de bezoekers is volgens Spies jonger dan 25 jaar – nogal uitzonderlijk, musea trekken vooral ouderen. De nieuwe golf aan coronabesmettingen heeft een dip veroorzaakt, maar daar hebben alle musea last van. Volgens de chef-curator moet de tentoonstelling onder normale omstandigheden jaarlijks 330 duizend mensen kunnen trekken.
Spies legt uit dat de keuze voor veel multimedia niet alleen is gemaakt omdat jonge toeristen de doelgroep zijn. Er was ook een praktische reden: de 4.000 vierkante meter die hij moest vullen op de eerste verdieping van het Humboldt Forum heeft geen klimaatbeheersing, doordat daar aanvankelijk een bibliotheek was gepland. Hierdoor kunnen nauwelijks bruiklenen van andere musea worden opgesteld.
Beperkend was ook dat Spies niet kon en wilde overlappen met wat de vijf gebouwen van zijn stadsmuseum al laten zien. In het belangrijkste daarvan, het Märkisches Museum, wordt de geschiedenis van Berlijn chronologisch uit de doeken gedaan. ‘Ik mag niet dubbelen. Anders dalen daar de bezoekersaantallen. Dus is er geen chronologie in Berlin Global.’
Dat een aantal recensenten met die losse opzet niet uit de voeten kan, doet hem weinig. De Nederlander betoogt dat de negatiefste artikelen zijn geschreven door ‘oudere witte mannen die erdoorheen zijn gehold en hun oordeel al klaar hadden’. Het conservatieve deel van de journalisten zit volgens hem niet te wachten op thema’s die recentelijk wereldwijd relevant zijn geworden: de ongelijkheid tussen man en vrouw, het racisme en het kolonialisme, dat veel roofkunst naar Europa bracht. Als tentoonstellingsmaker kan je om deze onderwerpen niet heen, is zijn overtuiging.
Hij verwijst naar de gebeurtenissen bij zijn bovenburen, het Etnologisch Museum, dat over een enorme collectie beelden en andere voorwerpen beschikt uit Afrika, Amerika en Oceanië, en het Museum voor Aziatische Kunst. Beide instellingen waren aan de rand van Berlijn gevestigd. Bij de inrichting van hun nieuwe onderkomen was volgens Spies nauwelijks aandacht besteed aan de roofkunst in de collectie. ‘Tijdens een interne presentatie spraken de conservatoren van die musea over ‘míjn objecten’ in ‘míjn vitrines’ in ‘míjn zaal’. Maar hoe die spullen hier zijn gekomen, werd niet verteld. Ik vond dat een schande.’
Een ingreep volgde van Neil MacGregor, de oud-directeur van de National Gallery en het British Museum in Londen, die door de Duitse regering was ingehuurd om van het Humboldt Forum een succes te maken. ‘MacGregor dacht: dit gaat helemaal mis. Hij heeft tentoonstellingszalen aan het begin laten ontruimen, waarin nu teksten zijn te lezen over kolonialisme en roofkunst. Elders heeft hij kunstenaars interventies laten plegen. Zij hebben de ruimte gekregen om commentaar te leveren.’
De lakmoesproef moet nog komen. Het Etnologisch Museum bezit, net als veel andere musea, beelden die vanaf de 16de eeuw zijn vervaardigd in opdracht van het toenmalige koninkrijk van Benin (nu grondgebied van Nigeria). In 1897 zijn duizenden daarvan geroofd door Britse troepen. Duitsland heeft onlangs besloten zijn deel van de ‘Benin Bronzes’ terug te geven. Het Etnologisch Museum wilde die komend jaar in het Humboldt Forum exposeren.
Spies prijst de beslissing om de beelden te restitueren. ‘Duitsland is de eerste die zegt: ze gaan terug. Ik geloof dat dit ook echt gaat gebeuren. Daarmee maken ze een sprong voorwaarts. Als ze die hier nog laten zien, hoe zullen ze dat dan doen? Ik ga het ze niet voorzeggen, maar heb wel een mening.’ Hij lacht, om vervolgens toch zijn idee te onthullen. ‘De Benin-gemeenschap – en niet de staat Nigeria – moet de mogelijkheid krijgen om de beelden zelf in het Humboldt Forum te tonen, op hun eigen manier. Het moet een totale overgave zijn.’ Dat heeft Spies op kleine schaal ook in zijn eigen tentoonstelling gedaan: er zijn drie ‘Freiflächen’ die telkens door andere gemeenschappen worden ingevuld.
Enthousiasme
In 45 minuten zou Berlin Global het verhaal vertellen over de invloed die de stad op de wereld had en vice versa. Dat is niet helemaal gelukt. Er zijn bezoekers die na twee uur de laatste thematische zalen nog niet hebben betreden. En dan wacht hun ook nog een verrassing aan het einde. ‘Het is in de dosering misgegaan’, erkent Spies. Grinnikend: ‘Ik had een team van vijf curatoren. Houd die maar eens kort.’ Binnenkort wordt de expositie geëvalueerd.
Is in zijn tentoonstelling genoeg te vinden voor traditionele Duitsers die hun oude leven bedreigd zien door alle nieuwe ontwikkelingen? Spies pakt als antwoord een folder die boven op een stapel voor hem ligt. Daarin wordt een expositie aangekondigd in het Haus der Geschichte, een populair museum over hedendaagse geschiedenis in Bonn. De titel: Heimat – Eine Suche. ‘Natuurlijk ben ik daarmee bezig.’
‘Heimat’ is moeilijk te vertalen in het Nederlands, zegt hij, het omvat veel meer dan ‘vaderland’. Hij leest na een korte zoektocht op zijn telefoon een lang citaat voor van Herman Hesse, waarin de Duits-Zwitserse schrijver beschrijft wat Heimat is.
Spies kan niet wachten om te zien wat het Haus der Geschichte ervan heeft gemaakt. ‘Zij pakken de koe bij de hoorns. Ik ben heel benieuwd. Ik móét daar naartoe.’
Hij heeft nog de tijd om zijn tentoonstelling in het Humboldt Forum aan te passen. Het contract van de nu 61-jarige Nederlander is verlengd tot 2025. Hij vertelt er meteen bij dat dit gebeurde voordat de expositie openging. Blijmoedig constateert hij dat hij ook daarna niet met pek en veren naar huis is gestuurd. ‘Berlin Global is een experiment. Niet alles is gelukt. Maar ik krijg hier veel andere historische musea op bezoek. En die zijn laaiend enthousiast. Laai-end.’
Documentaire: Verhalen van Berlijn
Documentairemaker Sonia Herman Dolz volgde Paul Spies vanaf het moment dat hij in Berlijn werd benoemd tot de opening van Berlin Global in juli dit jaar. Het anderhalf uur durende Verhalen van Berlijn – Paul Spies in het Humboldt Forum is op 16 december om 22.40 uur te zien bij Omroep Max op NPO 2.
Neue Nationalgalerie weer open
Na een renovatie van zes jaar is de Neue Nationalgalerie in Berlijn weer open. In het beroemde museumgebouw van architect Ludwig Mies van der Rohe staat tot juli volgend jaar een grote tentoonstelling met Duitse kunst uit de jaren 1900-1945, afkomstig uit de eigen collectie. Te zien zijn onder meer topwerken van Ernst Ludwig Kirchner, Otto Dix en Max Beckmann.