Drama
Berberian Sound Studio
Horrorfilm komt tot leven in triomf van stijl en suggestieve waanzin
Het lijkt de poort naar de hel, de ingang van studio 4. Het 'stilte'-signaal knippert vuurrood en de ene ijselijke gil na de andere klinkt. De van Engeland naar Italië overgevlogen geluidstechnicus Gilderoy is gespecialiseerd in natuurdocumentaires, maar dit keer staat hem duidelijk iets anders te wachten.
Berberian Sound Studio speelt zich af in de jaren zeventig, de gloriedagen van de Italiaanse genrefilm. Gilderoy, meesterlijk miezerig vertolkt door Toby Jones, blijkt tot zijn schrik te zijn gevraagd voor een bloederig horrorepos, waarvan je alleen maar de begintitels te zien krijgt. De overige beelden van The Equestrian Vortex worden vaag weerspiegeld op de ruiten van de geluidsstudio of schijnen als een blauw-bloederige waas op Gilderoy's gezicht. Een gezicht dat stijf staat van ontzetting, afkeer én fascinatie, zodat je je voortdurend afvraagt wat er op het doek gebeurt.
Fantastisch hoe regisseur Peter Strickland (Katalin Varga) een doolhof van beelden en geluiden optrekt, zodat die fictieve Italiaanse horrorfilm vooral in het hoofd van de toeschouwer tot leven komt. Berberian Sound Studio zit vol extreme close-ups van gillende monden en wijd opengesperde ogen, precies zoals de spaghettihorror van weleer.
Het geluid is alomtegenwoordig: de briljante soundtrack, de klikkende knoppen van Gilderoy's bandrecorder en de opnamen van moeders staklok, die hij in zijn appartementje beluistert als de heimwee hem te veel wordt. Maar vooral de gruwelijke klanken van The Equestrian Vortex: zakken vol voedsel worden naar de studio gesleept om de griezeltaferelen van het juiste karakter te voorzien. Bij de moordscènes wordt in courgettes gehakt, zich te pletter stortende maagden krijgen body middels tot moes gegooide pompoenen. Wortels, radijsjes en bloemkool, elke groente levert zijn eigen bijdrage aan deze akoestische nachtmerrie.
Gilderoy, ingehuurd om achter het mengpaneel te zitten, moet uiteindelijk ook zelf het mes in de groene kool zetten. Dat doet hij wel érg enthousiast. Gekleineerd door zijn arrogante producer, te bangig om zijn mannetje te staan, verliest hij het onderscheid tussen film en werkelijkheid uit het oog. Ook dan kiest Strickland voor omtrekkende bewegingen en laat hij Gilderoy's gekte lange tijd vooral smeulen onder het oppervlak.
Wanneer alles toch tot een ontlading komt, blijkt ook de climax van Berberian Sound Studio een triomf van stijl en suggestieve waanzin. Het laatste half uur, waarin de film ontspoort en Gilderoy op bizarre wijze zijn stem verliest, laat zich niet navertellen.