Beduusde Freek de Jonge heeft 'getankt' in Irak
Freek is terug. Wat ouder, wat wijzer, maar vooral beduusd van alle indrukken die hij heeft opgedaan in zeven dagen Irak....
Op een persconferentie in De Balie in Amsterdam, één dag na zijn terugkeer van zijn tournee door Nederlandse legerkampen in Irak, geeft De Jonge toelichting op zijn belevenissen. Naast hem de chef voorlichting van Defensie. De Jonge: 'Ik mocht alles zeggen wat ik wilde.' Terwijl hij in het Midden-Oosten de troepen vermaakte, had half Nederland een mening over zijn reis naar een gebied waar kortgeleden oorlog woedde. Nota bene door De Jonge zelf veroordeeld. Misschien a small step voor De Jonge, voor zijn linkse achterban was het niet minder dan een giant leap naar rechts. Freek werd, als sweetheart die gretig tegen de forces aanschurkte, beschimpt in de media en op zijn eigen website ('Ik ben ervan overtuigd dat we je nog dansend op een tafel zullen aantreffen op een verjaardagsfeestje van generaal Videla'). Maar ook door een nieuw publiek bejubeld ('Ik neem mijn blauwe baret voor u af'). Hij moest het doen. 'Het was een soort lakmoesproef voor waar ik voor sta. Zoiets als Gerard Reve die katholiek wordt.' En al die kritiek had hij wel verwacht, al deed het hem niet meer dan hem uit zijn concentratie halen. Maar laat vooral één ding duidelijk zijn. 'Dat ik naar Irak ben gegaan wil geenszins zeggen dat ik voor de oorlog ben.' Hij was gefascineerd door mensen die zich wilden inspannen voor de opbouw van een totaal ontredderd land. En vooral door de vraag 'hoe doe je dat?' Dus hoe doe je dat? De Jonge: 'Door allereerst te beginnen met het opbouwen van een politiemacht en een leger voordat je begint met het bouwen van scholen. Je begint te zorgen dat het recht van de sterkste niet meer geldt. Je ziet dat het werkt.' Niet dat het water hem direct in de mond loopt bij het zien van een kalasjnikov. Maar hij begrijpt nu de heil van discipline en defensie. 'Hier in Nederland lachen we om de politie. We zijn doorgeschoten in een soort decadent verval. Terwijl ze daar aan het begin van de staatsopbouw er nog respect voor hebben. Een interessante tegenstelling.' Het betekent niet dat het 'moreel kompas van links' (Jan Blokker) van slag is geraakt. De Jonge gelooft nog steeds in de opvoedende taak van de staat en de noodzaak van een sociaal programma. En een activistisch manifest als Bloed aan de paal uit 1978 zou hij nu net zo maken. 'Ach, de ene keer jaag je rechts op de kast, de andere keer links.'