ARTI ET AMICITIAE; Knielen voor alle verf vóór ons
'Als ik een schilderij van Frans Hals zie, krijg ik zin om te schilderen', heeft After Nature-schilder Ernst Voss ooit gezegd, 'Als ik kijk naar een werk van Rembrandt, denk ik dat ik nooit meer zou moeten schilderen.' Toch heeft dat Voss niet gehinderd pissende figuren in stijl van Rembrandt...
Vraag Voss (1959) en zijn leeftijdgenoten - postmodernisten of niet - naar de namen van de oude meesters die ze bewonderen en het antwoord luidt vrijwel altijd Rembrandt. Op de expositie Nabeelden van de oude meesters in Arti in Amsterdam is het Rembrandt Harmenszn. van Rijn voor en na, afgezien van een enkele Vermeer, één Potter of één Manet.
Het idee om moderne kunstenaars direct op hun cultureel erfgoed te laten reflecteren, is geen nieuwtje. Het gebeurde vier jaar terug bijvoorbeeld op Copier, créer in het Louvre. En onlangs In gesprek met Vermeer werd een relatie gezocht tussen abstracte kunst en het licht van Vermeer. Arti concludeert zonder heel diep te spitten dat de kunstenaar zich vandaag 'weer wil meten met zijn illustere voorgangers'. En met die ambitie voegen ze zich in de traditie van de oude meesters zelf, maar ook in die van Van Gogh die zijn versie van Delacroix schilderde en Picasso die Velazquez parafraseerde.
Arti heeft voor Nabeelden van de oude meesters een zeer ruime tijdkeuze gemaakt, die de actuele aanleiding voor de expositie wat ondergraaft. Er is werk uit 1997 bij, maar ook van elf jaar geleden. Zoals Utopia van Rob Scholte, die schilderde Manets scandaleuze odalisk Olympia na als een houten ledepop waarmee je op de kunstacademie modeltekenen leert. Het is een geestig werk waarbij je je elf jaar later nauwelijks kunt voorstellen dat het voor kunstcritici aanleiding vormde om Scholte te kapittelen over ideeënarmoede. Maar postmodernisme was toen nog een nieuwtje.
Aldert Mantje tekende op een doek van drie bij twee meter de Nachtwacht 'na de aanslag op Bannink Coqc'. Op 14 september 1975 werd het schilderij door een kunsthooligan belaagd. Het schuttersgezelschap verkeert bij Mantje in opperste verwarring. Mantje zegt hiermee, in de begeleidende tekst, 'de kwetsbaarheid van het kunstwerk aan te willen tonen'.
Het meest monumentale nabeeld komt uit het atelier van Marc Mulders: Ecce Homo (1989), een uitsnede van de man op de snijtafel van Rembrandts Anatomische les. Het is een echt eerbetoon aan de meester omdat het nergens ruikt naar gestolen zweet en een minutieuze bestudering van Rembrandts origineel verraadt. Dezelfde Mulders schreef aan Arti naar aanleiding van deze expositie: 'Een mooi en tenminste weer 'ns 'n normaal en vertrouwd idee, want het is normaal te knielen voor en te leren van alle verf vóór ons.'
Bob Witman
Nabeelden van oude meesters, Arti et Amicitiae, tot en met 18 mei. Maandag gesloten. Cataglogus tien gulden.