Applaus
Hoe vaak heeft u zich er niet op betrapt, in concertzaal of theater, te klappen voor een artiest wiens prestatie u op de keper beschouwd geen applaus waard vond?...
Of dat u juist zo geraakt bent door het gebodene, dat u het liefst zwijgend naar de garderobe was gelopen, opdat u de klanken in, tussen uw oren en in uw hart kunt meevoeren naar huis, naar bed, om ze voorgoed op te slaan in uw geheugen?
Tandenknarsend moet u erkennen dat het u ontbreekt aan die durf. Vorige week maandag zat u in het Concertgebouw bij het optreden van de sopraan Kathleen Battle. Niet alles sprak u evenzeer aan, maar er zaten momenten bij - 'Oh worse than death. . . Angels, ever bright and fair' van Händel, en de spiritual Heaven - die u buitengewoon plezierig van uw stuk brachten.
Maar wát deed u toen zangeres en pianist waren vertrokken? Niets kwam er terecht van uw heilig voornemen, een veilig heenkomen te zoeken. Precies als iedereen veerde u overeind, klapte ritmisch om terugkeer van de godendochter en haar begeleider, u stampte met uw voeten als een dier, en als climax balkte u een beschamend Brava!, toen u de donkere gestalte gestoken in een pauwblauwe jurk weer zag opdoemen.
Vijf toegiften waren uw straf. U had daar zelf om gevraagd. Summertime van Gershwin, een liedje dat helemaal niet bij de sfeer van de avond paste. U bent de eerste om dat te vinden. Toch beloonde u Battle met een hernieuwd salvo van uw handen. Daarop kreeg u, eigen schuld, Mein Herr Marquis uit Die Fledermaus om de oren. Alsof Kathleen donders goed doorhad dat u sjiek zat te doen, en pas echt volop genieten kan van gouwe ouwe deunen.
Het staat u fraai. Met rode handen en een dito hoofd zat u 's avonds thuis weer te suizebollen. U had uw eigen waardigheid te grabbel gegooid. U was een stuk klapvee, dat onder soortgenoten alleen maar kan meedoen.
En u leerde er niets van. Want vier dagen later liep u in Hilversum het AVRO-gebouw binnen, toen popmuziek u als een magneet naar de eerste verdieping trok. Voordat u het in de gaten had, maakte u deel uit van het uitzinnige gehoor dat een jubileumversie van het programma Toppop bijwoonde. U zag en hoorde Three Middelbare Degrees, Tante Tina Charles en Mariska Fat Venus Veres wier groepje waarachtig Shocking Blue was geworden. U vergaapte zich aan de eeuwig stoethaspelende Ad Visser en het ridicuul beweeglijke showballet van Penney de Jager.
Een camera zoefde langs. En wie zag u een dag later op de televisie leip staan te hossen en, ja hoor, imbeciel mee te klappen? U ging, beken het maar, uit uw dak.
En na de Matthäus Passion mag tegenwoordig óók al geklapt worden. U moest de aanschaf van handboeien eens serieus overwegen. Geboeid toehoren is per slot uw oogmerk. Laat u dat dan aan den lijve voelen.
Arjan Peters