INTERVIEW
Anna Lucia Richter, de improviserende sopraan
De succesvolle Duitse sopraan Anna Lucia Richter ( 26 ) doet wat maar weinig klassieke zangers durven: improviseren.
Als kind sliep de aanstormende Duitse sopraan Anna Lucia Richter (26) graag uit. Haar meisjeskamer op vierhoog stond via de centrale verwarming in verbinding met de begane grond. Dat was het domein van haar grootvader, een pianist. 'Zolang ik me kan heugen kwam Bach via de buizen. Voor preludes en fuga's bleef ik graag langer in bed.'
Zangeressenlach klatert door het Concertgebouw Café in Amsterdam. Doordeweeks ging het muziekfeest in Keulen trouwens gewoon door. Als Richter thuiskwam uit school, vroeg opa welke liedjes ze had geleerd. 'Dan begeleidde hij me op piano en voor we het wisten, waren we aan het improviseren.'
Grootvaders voorwerk mondde vorige week uit in een Edisonnominatie. Richter kan Nederlands belangrijkste platenprijs winnen voor een debuut-cd waarop ze iets doet wat weinig klassieke zangers durven: improviseren. Hoe dat werkt, demonstreert ze vanavond in de Kleine Zaal van het Amsterdamse Concertgebouw.
Tussen liederen van Schumann en Britten door zullen zeven jamsessies klinken. De Duitse pianist en improvisatiegoeroe Michael Gees schudt een intro uit de mouw. Richter valt in, zingend op poëzie van de 19de-eeuwer Joseph von Eichendorff. Ze zal tasten naar tonen, niet wetend waar de volgende versregel haar brengt.
Niet alleen vanwege dat lef is Anna Lucia Richter een buitenbeentje. Ze treedt amper vier jaar op als beroeps, maar deelde toch al het podium met topmaestro's als Bernard Haitink. De Hongaarse meesterpianist András Schiff nam haar mee op liedtournee. En Wolfgang Rihm, de trots van componerend Duitsland, sneed zijn liedcyclus Ophelia Sings speciaal toe op Richters stembanden.
CV
1990 in Keulen geboren in een muzikantenfamilie
1999 krijgt de eerste zanglessen van haar moeder
2012 vervangt de bariton Matthias Goerne op een liedavond
2013 studeert af aan de Musikhochschule in Keulen
2014 debuteert bij De Nationale Opera in Monteverdi's Orfeo
2015 zingt onder Bernard Haitink in Mahlers Vierde symfonie
2015 eerste cd uit, met klassieke liederen en improvisaties
2016 debuteert bij het Koninklijk Concertgebouworkest
2016 krijgt een Edisonnominatie voor haar debuut-cd. Mededingers zijn Sabine Devieilhe (Mozart) en Barbara Hannigan (Satie)
U bent een zondagskind.
'Ja, ik kan mijn geluk nog steeds niet bevatten. Op m'n 4de zei ik al tegen mijn moeder dat ik operazangeres wilde worden. Op m'n 16de ben ik er serieus over gaan nadenken. Mijn ouders zijn allebei musici, ze hebben me de lastige kanten van het vak zorgvuldig uitgelegd. Behalve talent heb je discipline nodig. Hoe ga je om met podiumvrees, of met de reisvermoeienis die een internationale carrière met zich meebrengt? Ik ben in het diepe gesprongen en heb geen seconde spijt gehad.'
Wanneer kreeg uw carrière vleugels?
'Ik dank veel aan een invalbeurt in 2012. Bariton Matthias Goerne had een recital in Keulen geannuleerd. Ik mocht hem vervangen en had welgeteld zes uur om een liedavond voor te bereiden. Gelukkig werd het een succes. Ook bij Bernard Haitink begon ik als invaller. Ik zat toevallig in Londen toen mijn agent er lucht van kreeg dat een sopraan zich had teruggetrokken uit Mahlers Vierde symfonie. Of ik meteen bij Haitink kon voorzingen. Ik heb de noten van internet geplukt en ben in de taxi gestapt. Het klikte en hij nam me aan.'
Met improviseren begon Richter op het Keulse conservatorium, in de klas van Gees. Voor haar debuut-cd nam ze hem mee naar de studio. Op de lessenaar stond onder meer de twaalfdelige liedcyclus Liederkreis, door Schumann in 1840 gecomponeerd op gedichten van Von Eichendorff.
Waarom wilde u om de beroemde Liederkreis heen improviseren?
'Alleen de cyclus opnemen leek me saai, dat is al zo vaak gedaan. Ik kwam op het idee toen ik de briefwisseling las tussen Schumann en zijn geliefde Clara Wieck. Ze wisselden vaak gedichten uit van Von Eichendorff. Ik improviseer op teksten die Schumann wel heeft verstuurd, maar nooit heeft verklankt.'
Welke afspraken maakt u vooraf met Michael Gees?
'Geen. Het is Stunde Null, we hebben alleen het gedicht. Michael rolt een klanktapijt uit, waarop ik in een Romantisch klankidioom improviseer. Ik houd van de openheid die zo ontstaat: alles is denkbaar.'
Doodeng, toch?
'Het gaat ook weleens mis. We improviseren nu vijf jaar en ik heb moeten leren een fout niet te corrigeren. Juist door er dieper in te duiken, kan iets nieuws ontstaan. Soms kijken Michael en ik elkaar na afloop aan: hoe hebben we dít geflikt?'
De klassieke liedkunst heeft geen vlotte uitstraling. Is improviseren een poging jeugdiger publiek te trekken?
'Daar gaat het me niet om. Ik vind het gevaarlijk om, zoals je weleens hoort, Franz Schubert te vergelijken met een singer-songwriter of rockster. Als een liedavond die sensatie niet biedt, voelen mensen zich bekocht. Het lijkt me verstandiger jonge mensen te vragen: waarom vind je klassieke muziek saai? Wat stoort je? Praat met ze en kijk hoe je ze kunt verleiden.'
Anna Lucia Richter en Michael Gees treden dinsdagavond op in de Kleine Zaal van het Amsterdamse Concertgebouw.