ReportageAmsterdam Fashion Week
Amsterdam Fashion Week krijgt steeds meer een eigen smoel
De laatste editie, die afgelopen weekend plaatsvond, was een succes dankzij de shows van twee eigenzinnige Nederlandse ontwerpers.
Waarom een traditionele catwalkshow organiseren als je ook een feestje kunt geven in een bar? Modeontwerper Lieselot Elzinga (26) die samen met de Finse Miro Hämäläinen (27) Studio Elzinga runt, gaf donderdagavond een presentatie in Maloe Melo. Dat is een donker hol in het centrum van Amsterdam, met een klein podium achterin waar regelmatig jamsessies worden georganiseerd. Normaal het thuishonk van de bluesscene, maar dit keer had de lokale modepers zich hier verzameld.
De familieband Relax Head Man, die de ontwerper twee jaar geleden samen met haar vader (muzikant en kunstenaar Wim Elzinga) heeft opgericht, zorgde voor een spannende en punky soundtrack terwijl lachende en dansende modellen dwars door het publiek liepen. Ze droegen felgekleurde jurkjes en mantelpakjes met opvallende prints, grote schouders en smalle tailles. Met hun getoupeerde haren, uitgesproken make-up en bijna cartooneske kleren zagen ze er stuk voor stuk uit alsof ze van een veel vrolijkere planeet kwamen.
De ontwerper liep zelf ook mee als model. ‘Ik wil geen pretentieuze en afstandelijke modeshow neerzetten waarbij ik achteraf een applaus kom halen. Ik wil het laagdrempelig en fun maken, een beetje zoals een concert. Het exclusieve karakter dat zo kenmerkend is voor de meeste modeshows past helemaal niet bij mijn merk’, aldus Elzinga tijdens de show. Krap twee jaar geleden studeerde ze af aan de Gerrit Rietveld Academie met net zo’n pakkende presentatie.
De juiste balans
De organisatie van Amsterdam Fashion Week moet het doen zonder overheidssteun en is dus afhankelijk van sponsoren. De grote uitdaging is al jaren dezelfde: het vinden van een goede balans tussen commercie en nieuw talent. Daarin wordt de organisatie onder leiding van Danie Bles steeds beter. Dankzij deelname van grote spelers zoals G-Star (een show op zaterdagavond), O’Neill (een collectiepresentatie op vrijdag) en Scotch & Soda (een ontbijt op zaterdagochtend) is er ruimte voor nieuwkomers zoals Studio Elzinga en Daniëlle Cathari. Zo geeft Amsterdam Fashion Week een goed overzicht van het Nederlandse modelandschap.
Ze werd vrijwel direct opgepikt door Bart Ramakers, oprichter van modeagentschap Parrot Agency en een van de belangrijkste smaakmakers van dit moment. Parrot Agency is de drijvende kracht achter het succes van tassenmerk Wandler en jassenmerk Kassl Editions. Ramakers heeft een goed oog voor nieuw talent, hij weet precies hoe je een merk in de markt moet zetten én hij heeft contacten met de beste retailers wereldwijd. Studio Elzinga is zijn recentste project en zou zomaar kunnen uitgroeien tot een van de nieuwe succesverhalen in de Nederlandse mode. De kleding is al te koop via de luxe webwinkel Matches Fashion; een verkoopplek waar veel beginners alleen maar van kunnen dromen.
Dit was de eerste officiële show van het merk en daarmee een ideale opening van Amsterdam Fashion Week, dat het moet hebben van nieuw Nederlands talent. Ook Ninamounah Langestraat (28), die tijdens vorige edities spraakmakende shows gaf, deed opnieuw mee. Ze gaf vrijdagavond een ijzersterke presentatie in Het Hem, de spectaculaire kunstruimte in Zaandam. Weinig ontwerpers weten ongelijke verhoudingen zo pakkend te verbeelden als Langestraat, die is opgegroeid in de vrijgevochten kunstenaarskolonie Ruigoord. Dit keer stuurde ze een aantal artiesten met stelten de catwalk op. De rest van de modellen stak nietig af tegenover de ellenlange benen van deze types én de indrukwekkende hoogte van Het Hem.
Het is dat de modellen er zo krachtig uitzagen. Laat dat maar aan Langestraat over. De ontwerper is groot geworden in de afgedragen motorjacks en oversized colberts van oudere kinderen en hun vaders op Ruigoord en die esthetiek vertaalt ze sinds haar afstuderen aan de Gerrit Rietveld Academie in 2017 naar de catwalk. Ze heeft in een paar jaar tijd een kenmerkende eigen stijl ontwikkeld, die internationaal wordt opgepikt: topmodel Bella Hadid droeg tijdens de coutureweek in Parijs tot twee keer toe een outfit van Ninamounah. De ontwerper zorgt er intussen voor dat haar kleding er steeds beter en professioneler uitziet. Beetje minder Ruigoord, beetje meer Parijs. Precies goed voor Amsterdam.
Locatie, locatie, locatie
Het is het motto van de makelaar: locatie, locatie, locatie. Maar ook voor het succes van een modeshow en zelfs van een modeweek is de locatie belangrijk. Jarenlang vonden bijna alle shows van Amsterdam Fashion Week plaats in een enorme hal op het Westergasfabriekterrein in Amsterdam. Met name de presentaties van beginnende ontwerpers werden nogal eens overschaduwd door de gigantische ruimte. En dat terwijl dit evenement het moet hebben van beginners: wie groot genoeg is, vertrekt vanzelf naar Parijs. Dat is al jaren zo en het ziet er niet naar uit dat dat in de nabije toekomst gaat veranderen.
Danie Bles, sinds november 2017 eigenaar van Amsterdam Fashion Week, heeft na de eerste editie in een tent op het Museumplein in Amsterdam bewust ervoor gekozen ontwerpers de vrijheid te geven om zelf een locatie te kiezen. Een slimme zet, want daarmee krijgt de modeweek steeds meer een eigen smoel. Sinds ze de shows meer naar hun eigen hand kunnen zetten, is het voor zowel beginnende ontwerpers als gevestigde merken aantrekkelijker geworden om mee te doen. De spectaculairste locatie van afgelopen weekend was de Noord-Zuidlijn. Modemerk G-star gaf zaterdagavond een show in een rijdende metro, waarbij modellen tussen genodigden en nietsvermoedende reizigers liepen. Wel jammer dat de muziek het niet deed, daardoor kwam de show niet echt van de grond.
