Beeldende kunst

Als inwoners van het imperialistische Duitsland hebben Nolde en Kirchner in het Stedelijk geen schijn van kans ★★☆☆☆

In de tentoonstelling Kirchner en Nolde. Expressionisme. Kolonialisme, worden de kunstenaars persoonlijk afgerekend op de gewelddadige en koloniale aard van de tijd waarin zijn leefden.

Rutger Pontzen
In de tentoonstelling ‘Kirchner en Nolde. Expressionisme. Kolonialisme’, worden de werken van de kunstenaars in een koloniaal daglicht geplaatst.  Beeld Gert-Jan van Rooij  © Nolde Stiftung Seebüll
In de tentoonstelling ‘Kirchner en Nolde. Expressionisme. Kolonialisme’, worden de werken van de kunstenaars in een koloniaal daglicht geplaatst.Beeld Gert-Jan van Rooij © Nolde Stiftung Seebüll

Hoe een imago kan kantelen. Tot nu toe waren de Duitse schilders Ernst Ludwig Kirchner (1880-1938) en Emil Nolde (1867-1956) vermaard om hun werk met schreeuwende kleuren, verwrongen koppen, rauwe scènes en idyllische natuurtaferelen. Expressionistischer kun je het niet krijgen, ook niet Duitser. En, o ja, er staan soms ook zwarte modellen op.

Laat dat laatste nu de aanleiding zijn om juist die schilderijen eens door de postkoloniale zeef te halen en op een andere, ‘meerstemmige’ manier te bekijken. Wie zijn de zwarte modellen en waar komen ze vandaan, welke niet-Westerse invloeden hebben de beide kunstenaars ondergaan en ‘hoe kijken we vandaag de dag naar deze werken vanuit een postkoloniaal perspectief’?

Een aardige aanleiding, zeker, maar allerminst open of meerstemmig, blijkt al snel op de tentoonstelling Kirchner en Nolde. Expressionisme. Kolonialisme. Om kort te gaan: in de veertien zalen die het Stedelijk Museum heeft gevuld met schilderijen en tekeningen van de twee Brücke-kunstenaars en foto’s en sculpturen uit Afrika en Oceanië, wordt een beeld van het Duitse duo opgeroepen dat op niet mis te verstane manier als koloniaal wordt getypeerd. En daarmee synoniem voor racisme, toe-eigening, onderdrukking en uitbuiting.

null Beeld Gert-Jan van Rooij  © Nolde Stiftung Seebüll.
Beeld Gert-Jan van Rooij © Nolde Stiftung Seebüll.

Zuivere wereld

Waarom? Omdat Kirchners zwarte modellen wellicht niet vrijwillig in Duitsland verbleven. Omdat hij Afrikaanse beelden en meubilair bezat die mogelijk waren geroofd. Omdat hij, net als Nolde, de zwarte medemens op een stereotiepe manier zouden hebben afgebeeld, met dikke lippen, hoekige gelaatstrekken, puntborsten. Omdat beiden een idyllische, zuivere en authentieke wereld wilden oproepen zonder het reële kolonialisme onder ogen te willen zien. En omdat Nolde in 1913 op expeditie ging naar Papoea-Nieuw-Guinea, destijds deels een Duitse kolonie, waar hij zwarte vrouwen als ‘racistische poppen’ zou hebben afgebeeld.

‘Ik kan er niet meer gewoon naar kijken’, gaf een van de samenstellers, Beatrice von Bormann, te kennen tijdens de persbijeenkomst. Hoe kon ze nog genieten van de expressionistische stijl en exotische sfeer in het werk, zonder te denken aan de ‘uitbuiting van de volkeren, de leefwijzen en cultuuruitingen in de toenmalige koloniën?’, schrijft ze in de catalogus.

Nolde en Kirchner hebben in het Stedelijk geen schijn van kans. Als ingezetenen van imperialistisch Duitsland worden ze al op de drempel van de expositie veroordeeld. De framing is onvermijdelijk, ook al hebben ze in hun leven meer schilderijen gemaakt dan in de periode 1908-1918 waarover deze tentoonstelling gaat. Ook al hebben ze decennialang elk model, wit of zwart, met dikke lippen, bolle ogen en puntborsten geschilderd (het was hun stijl). Ook al zijn de Afrikaanse en Oceanische beelden die beide schilders tot voorbeeld dienden even stereotiep.

Niet dat de samenstellers daar oor voor hadden. Het vermeende machtsmisbruik dat Nolde en Kirchner wordt verweten, geldt ook voor de samenstellers: de macht om een volstrekt eenzijdig en suggestief beeld van deze twee kunstenaars te geven. Kirchner wordt en passant geassocieerd met kindermisbruik, door de aanwezigheid van het 8-jarige model Fränzi.

null Beeld Gert-Jan van Rooij  © Nolde Stiftung Seebüll.
Beeld Gert-Jan van Rooij © Nolde Stiftung Seebüll.

Huidig racisme

Want wie Nolde en Kirchner waren, hoe Duitsland er tijdens hun leven uitzag (de dramatische opeenvolging van het Wilhelminische keizerrijk, WOI, Weimar, de roaring twenties, beurskrach en opkomend nazisme), welke fasen ze in hun oeuvre doormaakten, hoe vriendschappelijk het contact misschien was met hun gekleurde modellen, je krijgt er in het Stedelijk geen enkel idee van. Het lijkt er sterk op dat de groep van samenstellers er geen enkele interesse in hebben gehad.

Kirchner en Nolde krijgen als individuen enkel kleur in de context van de ‘ongelijke, beledigende en gewelddadige aard’ van het Duitse imperialisme, en worden vervolgens op die misstanden persoonlijk afgerekend. Volgens het museum is het expressionisme van Kirchner en Nolde niet alleen onlosmakelijk met de overzeese uitbuiting van vroeger verbonden, maar ook ‘hoe dit tot op de dag van vandaag doorwerkt in de legitimering van kolonialisme en institutioneel racisme’. Ergo: beide schilders zijn ook voor het huidige racisme verantwoordelijk.

Dat er de afgelopen jaren dankzij de zoveelste golf vrouwenstudies een toegenomen interculturele interesse en actieve anti-racisme lobby op een andere manier naar kunst wordt gekeken is een verrijking. De tot nu toe gangbare, maar eenzijdig westerse, witte, stilistische benadering was al langere tijd aan revisie toe. Kijk hoe het Rijksmuseum als ‘nationaal museum’ met zijn eigen verzameling en het (koloniale) verleden van Nederland omgaat: bezien vanuit meerdere perspectieven, met de kennis van nu én de tijdsgebondenheid van de geschiedenis.

Dat is anders dan de goed-foutdiscussie die nu in het Stedelijk op Nolde en Kirchner wordt geprojecteerd. En waarin de twee kunstenaars tot pionnen zijn verworden in een debat over culturele ongelijkheid, slavernij, restitutie, uitbuiting, racisme en discriminatie. Het verklaart de activistisch-beschuldigende toon die de expositie ten onrechte heeft, in een museum dat in een pamflettistisch-antropologisch instituut is veranderd. Exit Nolde & Kirchner. Barbertje moet hangen.

Of Emil Nolde kolonialistisch of racistisch was? Hij geloofde in elk geval in een ‘pure’ Duitse kunst, was een vurig aanhanger van Hitler en wilde zelfs met zijn expressionistische schilderijen aan diens opvattingen een bijdrage leveren. De liefde was niet wederzijds: de nazi’s vonden zijn schilderijen ‘entartet’ en verboden ze te exposeren.

Dat niet iedereen op de hoogte was van Nolde’s nazisympathieën, bleek uit een voorval met een van zijn zeegezichten. Het hing in Angela Merkels werkkamer tot 2019, het jaar dat door de tentoonstelling Emil Nolde. Eine Deutsche Legende. Der Künstler im Nationalsozialismus, zijn werk in een ander, bruin daglicht kwam te staan.

Kirchner en Nolde. Expressionisme. Kolonialisme

Beeldende kunst

★★☆☆☆

Stedelijk Museum, Amsterdam. T/m 5 december.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden