INTERVIEW
Alles wat mis kon gaan op Everest, ging ook mis
Everest, de verfilming van de dramatische bergbeklimming in 1996, is een balansoefening. De gekken voor de een zijn helden voor de ander. Regisseur Baltasar Kormákur lost het op met veel 'echt': van het originele logboek tot de echte weduwe.
Alles wat kon misgaan op de berg, ging ook mis. Touwen bleken niet bevestigd, zuurstofflessen raakten zoek, het was te druk en er stak een gemene storm op. De altijd zo aan veiligheidsmarges hechtende expeditieleider Rob Hall nam een - in elk geval achteraf - roekeloos besluit om ook die ene achterblijver nog naar de top van de Mount Everest te begeleiden. Op de achtergrond speelde een publicitair belang: er klom een journalist mee die dag, om verslag te doen voor een outdoor-magazine.
De journalist, Jon Krakauer, zou naast het artikel ook een bestseller publiceren over de beklimming in 1996 die aan acht mensen het leven kostte; Into Thin Air. Een directe getuigenis van de waanzin, de wanorde en de vercommercialisering van de klimsport, geschreven door een man die zichzelf noch de klimmers spaart. Die werden boos op de auteur; er verschenen nadien diverse boeken van getuigen die de bewuste dag ook op de berg stonden, met weer nieuwe feiten en wat meer aandacht voor de heroïsche reddings-pogingen van mede-expeditieleden.
Nu is er de bioscoopfilm. In 3D, met een productiebudget van 65 miljoen dollar (57,5 miljoen euro), het middensegment van Hollywood anno 2015. Een risicovolle onderneming voor de studio: Everest betreft geen standaardspektakelfilm. 'Er is niemand met een cape die de berg opvliegt en iedereen redt', verduidelijkt de IJslandse 49-jarige regisseur Baltasar Kormákur (Jar City, The Deep).
Drie sterren
De acteurs van Everest leggen het op alle fronten af tegen de berg. De ijzige uitzichtloosheid van de Death Zone aan de top staat in schril contrast met de onbeholpen psychologisering van de bergbeklimmers. Pas als de berg het voor het zeggen krijgt, ontpopt Everest zich tot overlevingsdrama, schrijft Berend Jan Bockting in zijn recensie.
Egoïstisch
Bij de wereldpremière van Everest is alles in stelling gebracht om de film op de juiste wijze te presenteren. De regisseur en zijn steracteurs (Jason Clarke, Jake Gyllenhaal, Josh Brolin, Emily Watson), de echte sherpa-acteurs uit de film (Ang Phula Sherpa, Pemba Sherpa), een echte klimmer (David Breashears), ja zelfs de echte weduwe (Jan Hall) en de echte basiskamp-radioleider (Helen Wilton) schuiven beurtelings aan tafel bij kleine groepjes journalisten op een chic hoteleilandje te Venetië. Voor wie nog wil blijven hopen op een goede afloop van de film: de weerslag van de gesprekken bevat een aantal spoilers.
Emily Watson (Breaking the Waves, Gosford Park): 'Ik zou zelf nooit die berg op gaan, in geen miljoen jaar. De kans dat je overlijdt, is een op vier. Hoe kun je dat uitleggen aan je kinderen?'
Kormákur: 'Je kunt die klimmers gestoord noemen, of egoïstisch. Maar zijn we niet allemaal egoïstisch? Mijn beroep als regisseur is ook egoïstisch.'
Josh Brolin (No Country For Old Men, Inherent Vice): 'Waarom doe je het? Niemand weet dat. Omdat het kan, zegt iemand in de film. Omdat hij depressief is, zegt mijn personage, de Amerikaan Beck Weathers, die op de berg twee keer uit de dood opstaat.'
Lokwoordjes
De trailer voor Everest mixt woestschoon klimbeeld met de echoscopie van een baby (drama!) en een huilende thuiszittende vrouw (Keira Knightley). Lokwoordjes flitsen voorbij op de maat van opzwepende muziek, als klimleider Rob (Jason Clarke) in de problemen geraakt: courage, love, fear, pain, strength, family, faith, hope. Om af te sluiten met never let go. Dat gaat ook niet, zou de cynicus opmerken, als je bevriest. Maar het is begrijpelijk: je lokt het publiek nu eenmaal niet de bioscoop in met realistisch beeld van klimmers met afgevroren neuzen.
Volgens het boekje
Weduwe Jan Hall: 'Als je trouwt met een achtduizendmeterklimmer wil je die persoon niet veranderen, toch?'
David Breashears: (de eerste Amerikaan die meermaals de top van de Everest haalde): 'Ik heb met Rob geklommen. Rob deed alles volgens het boekje. Als Rob zei: we gaan tot de top, moet hij er absoluut van overtuigd zijn geweest dat hij iedereen ook weer naar beneden zou krijgen.'
Jan Hall: 'Je vader is niet Jason Clarke, zei ik na afloop van de film tegen mijn dochter. Ze begrijpt dat. Het scheelde ook dat Jason vooraf bij ons thuis langs kwam, in Nieuw-Zeeland. Ik was al eens eerder benaderd voor een filmplan. In dat script zat ik in een jurk op een besneeuwde berg van de zon te genieten, die hadden de research net even anders aangepakt. Het gesprek met deze filmmakers voelde goed. Natuurlijk is het verhaal gecondenseerd, maar de essentie zit erin.'
De sherpa's
David Breashears: 'Je mag ze alles vragen, de sherpa's. Ze spreken Engels, maar slechts wat ze zichzelf leerden op de berg.'
Pemba Sherpa: 'Yeah.'
Ang Phula Sherpa: 'Yeah.'
Breashears: 'Ik praat even voor hen, dat is makkelijker. Sherpa's vormen een etnische groep, iedereen heeft dezelfde achternaam. Of ze het vervelend vinden als klimmers niet goed kunnen klimmen? Goeie vraag.'
Pemba Sherpa: 'Soms moeten we ze helpen bij het aandoen van hun laarzen, ze helpen met het pakken van hun rugzak. En leren hoe je op ijs loopt en over ladders. Maar dat is ons werk. Ik ben daar niet negatief over. Voor die mensen is het klimmen een leerproces.'
Jan Hall: 'Als je recht wilt doen aan de bijdrage van de sherpa's, zou de film drie keer zo lang moeten duren. Dat gaat niet, de producenten hebben ons dat uitgelegd. Wij begrepen die keuze.'
Baltasar Kormákur: 'De sherpa's zijn de echte helden van de berg. Ik had ze ook graag nog iets meer in de film gehad. Maar sherpa's zijn geen slachtoffers. Dat denken wij nog weleens, in het Westen. Ze hebben goedbetaalde banen.'
Jon Krakauer
Emily Watson: 'Toen ik de moeder van een klasgenoot van een van mijn kinderen zei dat ik deze film ging doen, trok ze bleek weg. Een vriend van haar echtgenoot had na het lezen van Krakauers boek gezegd: oké, dit is het, ik ga klimmen, mijn droom volgen. Een jaar later stond ze bij zijn begrafenis. Twee kinderen liet hij na, en een vrouw die hem niet kon vergeven.'
Basiskamp-radioleider Helen Wilton: 'Voor mij is Jon een slachtoffer, zoals iedereen die dag op de zuidelijke bergwand. Ik ben niet boos op Jon, dat heeft geen zin. Ik denk wel dat het jammer is dat hij zo onder druk stond om zijn boek snel te publiceren, dat hij meer getuigen had kunnen spreken. Ik heb mijn logboek mee, vandaag. Hierin staan alle tijden genoteerd van die dagen, ze verschillen van die in het boek van Jon.'
Baltasar Kormákur: 'Ik mocht de originele radio-opnamen beluisteren. Jon Krakauer had die niet. Zijn boek is briljant. Maar er staat slechts in wat hij die dag heeft opgevangen.'
Bergacteren
Emily Watson: 'Ik had niet de verbindende ervaring die de mannelijke acteurs ondervonden toen ze voor de film echt samen de bergen ingingen. Het basiskamp was nagebouwd in Rome, Cinecittà. Met tenten en rotsen, waar groene schermen omheen stonden. Aan de andere kant van de groene schermen zag je de oude decors van Gangs of New York. Sommige repetities waren hilarisch. Alsof ik in een kamer zat met allemaal zilverruggorilla's.'
Josh Brolin: 'Balt had een plan. Hij deed voorkomen alsof een aantal van ons zou kunnen overlijden, zo zwaar werden de opnamen. We wísten heus wel dat hij overdreef, maar acteurs horen dat graag, dat geeft ze het idee dat ze iets speciaals ondernemen. Een paar acteurs namen dat iets te serieus.'
Jake Gyllenhaal (Brokeback Mountain, Nightcrawler): 'Voor mij begint elke rol met een analytische en intellectuele benadering. De research van Jason, dáár zouden jullie naar moeten vragen. Luister hoe die man praat over de details. Hij weet alles van de berg. De tijd die hij besteedde aan zijn personage... dat zit in hem, het verlaat hem niet... die devotie, ik denk dat het prachtig is om Jason daarover te horen praten.'
Jason Clarke (Zero Dark Thirty): 'Ik ben geen aapje dat op commando praat.'
Josh Brolin: 'Het is gênant man, dat acteren. Gewoon vernederend. Ga jij maar eens op de grond liggen, nu hier, en doen alsof je doodvriest. En dan niet even, maar de hele dag, terwijl de crew naar je zit te staren en je zweet. Je gaat liggen, begraaft je gezicht in dat studiospul; half ijs, half brokken zout, je maakt wat geluiden: oooooggh, huuuugghg, en dan hoor je: ja, doe nog maar eens over. Dat is wat wij, de acteurs, doen.'