Korte Film
Allerzielen
Pamflettisme over Van Gogh
Langzaam rolt in Stabat Mater Mariecke van der Linden uit een laken, dat zowel een lijkwade als een burka kan zijn. Totdat ze poedelnaakt op de grond ligt. Een vrouw, een lijf, een zangstem.
Deze bijdrage van Rob Schröder aan Allerzielen - een reactie van Nederlandse filmmakers op de moord op Theo van Gogh - is opgezet als een gespiegelde versie van Submission: in het filmpje speelt een onbedekt lichaam de hoofdrol terwijl tegelijk een klaagzang klinkt. 'Welk mens zou niet wenen bij het aanschouwen van zoveel leed?'
Stabat Mater duurt drie minuten en twintig seconden, en in die korte tijd is alleen de performance van Van der Linden te zien. Het naakte lichaam fungeert als een statement tegen bekrompenheid. De muziek treurt om het oprukkende fundamentalisme.
In de zestien korte films die Allerzielen omvat, wordt met grove pennestreken op 2 november 2004 gereageerd - soms met poeha (zoals in Schröders en Van der Lindens geval), meestal met een cabareteske toets. Een gevluchte geit likt in Betsy (regie: Tim Oliehoek) aan een kist met een cactus, een pakje Gauloises en een agenda erop; een Turk en een Marokkaan ruzieën in Groeten uit Holland (regie: Hanro Smitsman) over zwerfvuil; de hemelpoort oogt in 72 maagden (regie: Michiel van Jaarsveld) als een ambtelijk loket; tijdens een intrigerende dialoog tussen een conservatieve, Marokkaanse moeder en haar westerse dochter (Met uitzicht op bloemen, regie: Maarten Treurniet) verdampt de subtiliteit op het moment dat de dochter begint te tongzoenen met een blonde vriendin.
Van suggestie en reflectie moet de Nederlandse film het niet hebben - als Allerzielen tenminste als maatstaf genomen mag worden. De makers van de razendsnel en met minimaal budget geproduceerde reeks zoeken hun heil bij satire, pamflettisme en voor de hand liggende verwijzingen, waarbij de multiculturele maatschappij wordt neergezet als een Babylonische spraakverwarring en de rol van de media niet veel meer voorstelt dan die van oproerkraaier.
Wanneer er al sprake is van woede, dan gaat die schuil achter een kolderieke stijl (Van 12 hoog), compleet met mannen met plakbaarden die homoseksuelen van een gebouw kieperen. Natuurlijk moet eerst wel duidelijk worden gemaakt dat een van de baardmansen zelf ook niet vies is van de herenliefde.
Allerzielen heeft in zijn opzet veel weg van 11''09'01, het project waarvoor elf regisseurs uit verschillende landen werden uitgenodigd hun visie te geven op de aanslagen in New York. Het verschil schuilt in de wijze waarop de internationale makers hun verhalen ontvouwen.
In 11''09'01 speelt 11 september een rol op de achtergrond - meestal zijn de gebeurtenissen even te volgen op een televisie of op een radio. Intussen wordt in de filmpjes de werkelijkheid van die rampzalige dag in september in een breder perspectief geplaatst. Met als onderliggende vraag: waar komt de woede van de terroristen vandaan?
Aan de medewerkers van Allerzielen is de wijde blik niet besteed. Zij blijven ronddobberen in Amsterdam, en de handelingen komen amper los van het verdriet en de woede over de moord op Van Gogh. De bijdragen steunen op twee invalshoeken: de ene keer lijkt de angst voor vrijheidsbeperking door extreme moslims de inspiratiebron, de andere keer doen de makers de angst voor het fundamentalisme af als een door de politiek en media geschapen nachtmerrie.
De enige bijdrage met een onbeperkte houdbaarheidsdatum is 02/11 van Mijke de Jong, waarin de personen aan het woord komen waarmee Van Gogh op 2 november een afspraak had. De Jong toont een besneeuwde Linnaeusstraat in Amsterdam-Oost, terwijl op de geluidsband Hans Teeuwen zich afvraagt waarom de filmmaker niet komt opdagen. Ook dicht bij huis, maar wel veelzeggend. Zonder dat er verder een verkleedkist en vette humor aan te pas komen.