Fantasie
Alice In Wonderland (NL)
Mooie maar makkelijke imitatie
Ze weet het nog niet, maar de negentienjarige Alice is als kind al achter dat ongeduldige konijn aangerend. De Maartse Haas en Cheshire Kat zouden haar ook bekend voor moeten komen. Of werd toch het verkeerde meisje naar Wonderland gelokt?
Met alle terugverwijzingen lijkt Tim Burtons Alice in Wonderland een vervolgfilm zonder voorganger, of het moeten Lewis Carrolls Alice-boeken zijn, en anders de Disney-klassieker uit 1951. Tegelijkertijd is het een grotendeels computer-gegenereerde parade van succesnummers (de high tea bij de Gekke Hoedenmaker, het flamingo-golf van de Hartenkoningin) en verplichte citaten: ‘Curious and curiouser’, ‘Off with their heads!’.
Dit kleurige mengsel van nieuwe accenten en ingeloste verwachtingen pakt wisselvallig uit. Alleen al in het acteerwerk. Terwijl Mia Wasikowska tamelijk vlak blijft als Alice – en dankzij haar oncontroleerbare groeistuipen opvallend vaak wisselt van sexy kledij – haalt Johnny Depp als Gekke Hoedenmaker alle vertrouwde trucjes uit zijn verkleedkist. Een snufje Edward Scissorhands hier, een toefje Jack Sparrow daar. Dan is Helena Bonham Carter veel sterker als de Hartenkoningin, inclusief haar digitale make up: de hele film loopt ze foeterend rond met een opgeblazen, spierwit hoofd, wat het personage méér dan ooit tot een volwassen, verwend kind maakt.
Het grootste probleem van de film is het script. Burton en scenariste Linda Woolverton hebben vanzelfsprekend met een zware erfenis te kampen; Lewis Carroll baande immers de weg voor andere avonturen in een parallelle sprookjeswereld, terwijl Alice zelf al in vele trouwe en vrije filmbewerkingen opdook. Logisch dat je dan iets nieuws met het materiaal wilt doen. Alleen had die draai veel origineler mogen zijn.
Dat Alice hier geen kind maar een jonge vrouw is die haar frisse kijk op de wereld wil beschermen, is een interessante keuze. Maar alle surrealistische taferelen die haar daarbij overkomen, monden uit in alwéér een verhaal over een bedreigd sprookjesdomein dat volgens de profetieën gered moet worden door een onbevangen kind. Alice die met veel bombarie het harnas aantrekt en de draak verslaat – het voelt net zo ongepast aan als dat het anno 2010 een afgekloven indruk wekt.
Natuurlijk ziet Wonderland er prachtig uit, al voegt het 3D weinig toe. Burton is precies de juiste regisseur om van Alices afdaling in het konijnenhol, of van haar gesukkel met krimpdrankjes en groeikoekjes, een visueel feest te maken. Maar dat alle nonsens omslaan in voorspelbaarheid, is zonde; Alice in Wonderland verwordt zo van trendsetter tot mooie, maar gemakzuchtige imitatie.