PROFIELBram Suijker
Acteur Bram Suijker (31) is komisch, een tikkeltje gevaarlijk en vreselijk goed
Suijker speelt de jonge vliegtuigbouwer Anthony Fokker in Vliegende Hollanders, de nieuwe NPO-serie op zondagavond.
Het was op 8 september 2017 dat ik definitief viel voor Bram Suijker. Die avond was in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag de première van de voorstelling Het Verzamelde Werk van William Shakespeare (ingekort). Slapsticktheater waarin drie acteurs dollen met alle 37 toneelstukken van Shakespeare, in een combinatie van virtuoos toneelspel en meligheid. Hamlet achterstevoren en Othello in rap. En veel travestie uiteraard: Schotse rokken, gillende keukenmeiden. Een van die acteurs was Bram Suijker (31) en dit was toen de slotzin van de recensie: ‘Bram Suijker is het duveltje uit een doosje, lefgozer, Pietje Bell, beweeglijk, brutaal en bovendien leuk om naar te kijken. Mijn liefje, wat wil je nog meer.’
We zijn drie jaar verder en de carrière van Bram Suijker zit intussen behoorlijk in de lift. Sinds afgelopen zondag speelt hij de rol van de jonge Anthony Fokker in de tv-serie Vliegende Hollanders en binnenkort is hij te zien in twee producties van Het Nationale Theater, het gezelschap waaraan hij vast verbonden is. Nog wel, want hij heeft besloten volgend jaar verder te gaan als freelance-acteur zodat hij theater kan afwisselen met film en tv, maar misschien ook andere dingen kan ontdekken – schrijven, regisseren, of gewoon een tijdje nadenken.
Als je al heel lang vaak naar theater gaat, deels omdat het je vak is, zie je geregeld nieuwe ‘ontdekkingen’ langskomen. Zo herinner ik me goed de eerste keer dat ik een piepjonge Pierre Bokma zag, begin jaren tachtig in Het chemisch huwelijk van Gerrit Komrij bij Zuidelijk Toneel Globe, en vlak daarna bij Theatergroep Hollandia op locatie in de IJmond. Brutaal, opvallend, beetje gek, gedreven en ook met een zekere mate van bezetenheid. Precies dat zag ik bij Bram Suijker, op die 8ste september 2017, toen hij als een razende roeland door die Shakespeare-stukken grasduinde. Maar ondanks alle gekte en kostuumwisselingen wist hij zich ook te beheersen – de voorstelling moest geen valse klucht worden, en hij geen malle clown.
Een half jaar later zag ik ineens een heel andere Bram aan het werk: in het Griekse noodlotsdrama Oresteia, in regie van Theu Boermans, waarin hij Orestes speelde – woest en woedend, gevangen in een allesvernietigende geweldsspiraal. Ook dat furieuze en ten slotte volkomen desolate wist hij beheerst te spelen, waarbij hij de grenzen opzocht van wat voor het publiek nog behapbaar was.
Bram Suijker, veelzijdig acteur dus, een talent om te koesteren. Met nog maar een korte carrière. In 2013 studeerde hij af aan de Toneelacademie Maastricht. Vrijwel meteen werd hij opgepikt door Eric de Vroedt, die hem vroeg voor het slotdeel van zijn theaterproject Mightysociety en daarna dus door Het Nationale Theater. Een van de eerste voorstellingen waarin hij in Den Haag speelde, was Tasso van Goethe, in regie van wederom Theu Boermans. Niet voor niets noemt Suijker hem een van zijn drie ‘toneelvaders’; de andere twee zijn De Vroedt en René Lobo, de in 2015 overleden, befaamde speldocent aan de Toneelacademie Maastricht.
‘Bram is een uitzonderlijk talent. Allereerst natuurlijk als een bijzondere komiek, dat is bijna zijn tweede natuur, vooral in zijn beginjaren. Maar gaandeweg is er meer bijgekomen. En zoals bij alle grote komische talenten is de achterkant daarvan dat ze worden belaagd door demonen. Om die demonen te bestrijden hebben ze de komiek in zichzelf nodig.’ Aldus Boermans (70), die zijn pupil van destijds een ongebreidelde fantasie toedicht. Hij noemt Suijker een grenzeloos acteur, die vaak net even een andere kant opgaat dan je verwacht. Boermans: ‘Hij biedt een regisseur veel aan, je moet er wel voor zorgen dat je hem een beetje in de teugels houdt, zodat hij niet gaat soleren.’
Deze zomer werkte regisseur Erik Whien met Suijker aan de monoloog Every Brilliant Thing, die binnenkort bij het Nationale Theater is te zien. Over een jongen die een lijst opstelt met een miljoen dingen die het leven de moeite waard maken. Op die manier probeert hij zijn moeder te helpen in de strijd tegen haar depressie.
Whien: ‘Bram moet daarin door het publiek lopen, de mensen erbij betrekken. Dat gaat hem goed af. Hij is een beetje ‘the guy next door’, charmant, open, je kunt veel op hem projecteren. Als acteur heeft hij alles in huis: hij is technisch sterk, grappig, snel. Als hij het podium op komt lopen, zie je meteen dat hij daar hoort, dat dat zijn natuurlijke plek is. Hij is ook een werkpaard, kent zijn tekst op dag één van de repetitie, kijkt nooit naar de klok of het al tijd is om te gaan. Bram speelt soms bewust op de handrem, want als hij het gaspedaal helemaal zou intrappen, weet je niet waar het eindigt.’
Privé is hij tamelijk bescheiden, hij zal niet vaak premièrefeestjes aflopen of in het artiestencafé als laatste het licht uitdoen. Volgens Whien gedijt hij het liefst een beetje onder de radar en streeft hij allesbehalve de status van BN’er na. Nu hij de komende zondagavonden bij de NPO in Vliegende Hollanders te zien is, zou hij dat wel kunnen worden. Een acteur kan in het theater nog zo goed zijn, als hij in films of op televisie verschijnt, wordt hij pas echt beroemd. Suijker doet het overigens prima op het scherm. Dat bleek al in de telefilm Lost and Found, waarin hij samen met Hannah Hoekstra een jong stel in relatiecrisis speelde. Zijn jongensachtige uiterlijk, grote, altijd een tikkeltje ondoorgrondelijke ogen en aaibare krullen komen hem in de wereld van film en tv goed van pas.
‘Of hij aantrekkelijk is? Natuurlijk, zeker weten! Hij is supermooi, en slim, en ook nog eens erg goed – een totaalpakketje dus’, aldus generatiegenoot Hannah Hoekstra, die tijdens de opname van Lost and Found een maand lang met hem doorbracht in Berlijn. Hoekstra: ‘Al vanaf de eerste keer dat ik hem zag spelen, zag ik die combinatie van superpünktlich en toch ook supervrij. Dat maakt zijn acteren soms ongrijpbaar, je blijft naar hem kijken. Ook zijn tegenspelers kan hij daarmee verrassen. Ik ben geen trendwatcher, maar ik denk dat Bram een grote gaat worden, absoluut. Net als Philip Seymour Hoffman heeft hij dat tikkeltje gevaarlijke.’
Ook Joram Lürsen, regisseur van Vliegende Hollanders, viel voor de jongensachtige charme van Suijker. Eerder al, toen hij hem regisseerde in de tv-serie Volgens Robert, waarin hij de zoon van Peter Blok speelde. Lürsen: ‘Hoewel hij 31 is, heeft hij iets jeugdigs, en dat past goed bij de rol van Anthony Fokker. Ook Fokker was heel lang een kind dat het leven speelde, de spelende mens, zeg maar. Op den duur werd dat onuitstaanbaar natuurlijk, zoiets houdt op een gegeven moment ook gewoon op.’
In de serie speelt Suijker de jonge Fokker, Fedja van Huêt de oudere versie. De twee acteurs kenden elkaar niet. Ze lijken fysiek op elkaar, vindt iedereen. Lürsen: ‘Bij Fedja zie ik vooral de tragiek van Dood van een handelsreiziger, bij Bram meer de bravoure van De drie musketiers – dat is het verschil. Bram heeft de scènes van Fedja nauwkeurig bestudeerd om grip te krijgen op de oudere versie van hem.’
Het illustreert de gretigheid waarmee Suijker zich op een rol stort. Lürsen: ‘Hij is kritisch op zichzelf, legt zichzelf echt een taak op. Hij heeft rust nodig op de set. Ik denk dat hij filmen lastiger vindt dan toneelspelen – op een podium heeft hij alles zelf onder controle. Als ik hem in het theater zie, merk ik dat hij meer ontspannen is.’
Vooral in de eerste scène van de tweede aflevering van Vliegende Hollanders zie je dat Suijker heel wat vlieguren in het theater achter de rug heeft. Als Anthony Fokker spreekt hij bij de opening van zijn fabriek een groot gezelschap toe, zijn publiek. Met groot gebaar en galmende stem – iedereen onder de indruk. Maar in latere scènes is hij de sluwe dandy en zakenman, die zich met kleine stapjes overal tussen wurmt. De camera filmt hem veelvuldig in close-up en dan zie je goed hoe deze acteur onnadrukkelijk van onbevangen naar bedreigend glijdt. Lachrimpels worden duivelshorentjes.
Dat Bram Suijker op de toneelschool terechtkwam, is eigenlijk toeval. Na de havo ging hij een jaar nietsdoen en wilde een instrument leren bespelen. Mondharmonica het liefst. Hij meldde zich bij cultureel centrum De Lindenberg in Nijmegen en nam daar een cursusboekje mee. Daarin las hij informatie over de L.O.T., de Landelijke Oriëntatie Theaterscholen, een soort vooropleiding voor de toneelschool. Dat leek hem wel wat, maar bij de audities voor de Theaterschool in Amsterdam werd hij in de eerste ronde al afgewezen. In Maastricht lukte het wel. Daarna ging het snel; als een van de jongste acteurs kwam hij in vaste dienst bij Het Nationale Theater. Dat hij daar nu op eigen verzoek weggaat, is nogal een stap, zeker in deze voor acteurs onzekere tijden.
Suijker: ‘Het was een lastige beslissing. Ik ben sowieso een permanente twijfelkont, wil zo lang mogelijk de kat uit de boom kijken, maar uiteindelijk heb ik toch hiervoor gekozen. Ik wil doorleren, nieuwe uitdagingen aangaan, voor het blok komen te staan. Bij zo’n groot gezelschap speel je twee, drie voorstellingen per jaar, maar op een gegeven moment ga je de noodzaak ervan missen. Ik wil niet in mijn zekerheden blijven hangen, daarvoor ben ik te nieuwsgierig. Op den duur leidt dat tot frustratie in plaats van inspiratie.’
Mensen kunnen het niet laten hem Brammetje te noemen. Dat komt, zegt hij zelf, door zijn vrolijke kinderkop. Maar misschien ook wel doordat hij geregeld op zijn skateboard naar de repetities komt. De spelende jongen, maar daarachter huist een oude ziel, aldus Noël Fischer, die hem dit voorjaar regisseerde in de marathonvoorstelling Trojan Wars, die vanwege de coronacrisis niet doorging. Hij speelde daarin zowel Achilles als Apollo. Fischer: ‘Bram heeft dat speelse en wispelturige, maar ook een poëtische ziel van driehonderd jaar oud, dan kan hij een beetje bokkig en bozig zijn. Tijdens de repetities riep hij weleens opgewonden: ‘Maar Noël, wat wil je dan van mij, wat wil je dat ik doe?!’, maar daar laat ik me niet door sturen. Bram heeft bravoure en lef, een waanzinnige humor, en hij kan de kar trekken. Elke acteur heeft een jaar of tien nodig om zijn talent uit te laten botten, en dan komt de vraag die je jezelf in dit vak altijd moet stellen: wat is de noodzaak, wat is de drift om dit allemaal te doen? Talent is ook wat je zelf er mee doet.’
In We zijn hier voor Robbie, een toneelstuk dat Maria Goos in 2018 voor Het Nationale Theater schreef, speelde Bram Suijker de rol van de nogal gestoorde zoon des huizes. Dat deed hij behoorlijk over de top, ‘bijna aapachtig eng, alsof hij uit pure verveling niet gek ís, maar gek spéélt. Heel knap’, stond toen in de recensie. Dit is de nieuwe Pierre Bokma – dat wist ik toen zeker. Een acteur die alle rollen aankan en daar iets eigens van maakt. Erik Whien ziet in hem de ideale Hamlet, veel meer dan een Romeo. En Peter de Baan, die drie seizoenen met Suijker werkte in het tv-improvisatieprogramma De vloer op verheugt zich op het moment dat Bram de juiste leeftijd heeft om Richard III te spelen, Shakespeares grootste schurk.
De Baan: ‘Bram heeft een charmante en een duivelse kant, en die gaan bijna ongemerkt in elkaar over. Op den duur zou hij dus de ideale Richard III kunnen zijn, die én de grootste verleider én de grootste despoot is. Hij heeft alles in huis: het ontvankelijke en kwetsbare waardoor je hem wilt omhelzen, en tegelijk dat ongrijpbare, waar je bang van wordt. Dat dubbelzinnige moet hij zien te houden.’
De Baan heeft nog een tip: kijk even naar die scène uit De vloer op waarin Bram Suijker en Stefan de Walle vader en zoon spelen. Zoon gaat trouwen met zijn vriend en neemt zijn vader mee om een trouwpak uit te zoeken. Dan blijkt dat de vader het toch moeilijk heeft met zijn homoseksuele zoon. Wat volgt is een prachtig stukje improvisatietoneel, waarin zowel De Walle als Suijker het beste van zichzelf laat zien. Op een gegeven moment draait Suijker gevaarlijk eng met zijn ogen om vervolgens als een lief jochie zijn vader te omhelzen. Inderdaad: een charmant duiveltje. Of beter nog: een duivelse charmeur.
Vier producties met Suijker
De achtdelige serie Vliegende Hollanders wordt ’s zondags op NPO 1 uitgezonden. Bram Suijker is vanaf 4 november bij het Nationale Theater in Den Haag afwisselend te zien in twee voorstellingen van de Engelse schrijver Duncan Macmillan: Ademen en Every Brilliant Thing. Op dit moment staat Suijker op de set van nog een nieuwe serie: Thuisfront, in regie van Tim Oliehoek. Over een groep militairen die terugkeert van een missie in Afghanistan. De serie is naar verwachting voorjaar 2021 te zien.
Lees hier de recensie van Vliegende Hollanders.