BoekrecensieDe zeven levens van Abraham Kuyper

Abraham Kuyper was veel kleurrijker dan zijn reputatie doet vermoeden, toont deze biografie ★★★★☆

Staatsman Abraham Kuyper staat vooral bekend als stakingsbreker en steile calvinist. Onterecht, laat Johan Snel overtuigend zien in zijn nieuwe biografie.

Sander van Walsum
Abraham Kuijper Beeld HH
Abraham KuijperBeeld HH

Mogelijk zijn van geen Nederlandse staatsman in binnen- en buitenland zo veel biografieën en monografieën verschenen als van Abraham Kuyper – stichter van de ARP en de Vrije Universiteit, langjarig hoofdredacteur van het antirevolutionaire dagblad De Standaard en minister-president (de eerste die zo werd genoemd) van 1901 tot 1904. Alleen het achterliggende decennium verschenen er al twee. Om die reden heeft historicus Johan Snel zich wellicht wat meer vrijmoedigheid veroorloofd dan gebruikelijk is in het genre.

In De zeven levens van Abraham Kuyper begint hij niet met de enigszins obligate levensschets van ouders en voorouders, of met de beschrijving van een jeugd in een ander tijdsgewricht, nee: hij neemt de zeven hoedanigheden (‘rollen’) als uitgangspunt waarvan Kuyper in 1912 meende dat ze hem bij uitstek typeerden. Dat waren, in de volgorde die Kuyper zelf aanbracht: de alpinist, de reiziger, de spreker, de wetenschapper, de activist, de journalist en de staatsman.

Dat Kuyper (1837-1920) afsloot met de hoedanigheid waarmee hij – in elk geval bij het nageslacht – de meeste bekendheid heeft verworven, was geen uiting van (valse) bescheidenheid: zijn politieke leven was slechts het resultaat van het voorwerk dat hij als spreker, activist en journalist had verricht. En het stond op gespannen voet met de bezigheden die voor Kuypers welbevinden onontbeerlijk waren: wandelen (bij voorkeur in de bergen), reizen en schrijven.

Van zijn schrijflust getuigden de ruim 20 duizend artikelen, de 200 boeken en 17 duizend nieuwscommentaren (‘driestarren’) in De Standaard die hij tijdens zijn werkzame leven schreef. Hij bracht de ochtenden schrijvend door, gehuld in een ‘oranje, ruigharige sjamberloek’ (huisjas). Tijdens vergaderingen van de kerkenraad in Beesd, waar hij aan het begin van zijn loopbaan predikant was, ‘bleef hij onafgebroken doorschrijven, ondertussen ontspannen de vergadering leidend’. Als premier zou hij, gezeten aan de regeringstafel in de Tweede Kamer, driestarren hebben geschreven op de manchetten van zijn overhemd als de bode hem niet tijdig van papier voorzag.

Boeman

De postume beeldvorming van Kuyper – voor zover mensen zich hem überhaupt herinneren – doet geen recht aan zijn veelzijdigheid en (sociale) bewogenheid. In de geschiedenisboeken op de middelbare school wordt hij vooral in verband gebracht met de zogenoemde ‘worgwetten’ waarmee hij de stakingsvrijheid van (semi-)ambtenaren beknotte. Kuyper is vereeuwigd door cartoonist Albert Hahn als de boeman die tijdens de grote spoorwegstaking van 1903 een geketende arbeider wurgt – ‘in naam van Christus’.

Daarmee werden, zoals Hahn later ook besefte, de verdiensten van Kuyper als voorvechter van sociale verheffing en als radicale democraat miskend. Hij ageerde fel tegen de liberale maatschappelijke orde waarin ‘de vrijheid te karig toegemeten, de gelijkheid altoos uitgesteld en de broederschap ganselijk uitgebleven is’. De ‘klokkenist der kleine luyden’, zoals Kuyper werd genoemd door de vroegere sterjournalist Cornelis Karel Elout, was liberaler dan de liberalen geweest bij zijn onvermoeibare inzet voor verruiming van het kiesrecht en van burgerlijke vrijheden – ook als daarmee het socialisme de volksvertegenwoordiging zou worden binnengehaald.

‘Voor Kuyper was conservatief het ergste wat je kon zijn’, schrijft Snel. Voor de radicale socialist Ferdinand Domela Nieuwenhuis, de schrik van de gezeten burgerij, had hij ‘een zwak’ – al achtte hij diens ‘geloof in de redding der mensheid’ te alomvattend om onvruchtbaar te kunnen zijn. Omgekeerd nam Domela Nieuwenhuis ook bij Kuyper een zekere zielsverwantschap waar. ‘Er zijn hele stukken uit uw geschriften die ik zo kon overnemen en die ik ook gebruikte in mijn redevoeringen’, schreef hij Kuyper in de schemering van zijn levensavond. ‘Alleen de klove des geloofs lag tussen u en mij.’

Dat hadden velen Domela Nieuwenhuis kunnen nazeggen. Mede door toedoen van Kuyper sloeg, aldus Snel, ‘een tweedeling op het onwaarschijnlijke niveau van levensbeschouwing de Nederlandse democratie een goed deel van de twintigste eeuw uit het lood’. Want Kuyper kon hartstochtelijk inhakken op zijn talrijke tegenstanders binnen en buiten de kerk. En de hartstocht nam toe naarmate die tegenstanders hem ideëel naderbij stonden. Want zo werkt dat bij de mensen van het geloof: hun principes worden juist op detailniveau het felst beleden. En hoewel Kuyper zelden persoonlijke wrok tegen iemand koesterde, heeft hij met zijn ‘onwrikbare prinzipienreiterei’ veel vrienden en bondgenoten tegen zich in het harnas gejaagd.

Calvinisme

De grondslag van de strijd waarin hij zijn hele leven verwikkeld was, was het calvinisme – soms voorzien van het voorvoegsel ‘neo’. Sterker: Kuyper heeft het begrip calvinisme zelf gemunt, als synoniem van ‘het zuivere vrijheidsbeginsel’ waarmee protestanten zich tijdens de Nederlandse Opstand tegen de Spaanse tirannie hadden verzet. Dat was het geloofsartikel waarmee Kuyper school heeft gemaakt: de vrijheid begon niet bij de Verlichting of de Franse Revolutie, maar bij de opstand in de geest van Calvijn. Kuyper zelf meende in een tweede Tachtigjarige Oorlog verwikkeld te zijn tegen de (liberale) orde van zíjn tijd.

Bij de lezers van zijn biografie kan de hartstocht van Kuyper bevreemding of afkeer wekken wanneer die betrekking heeft op geloofskwesties die hebben geleid tot de scheuring in de Hervormde Kerk. Maar Kuyper roept sympathie en soms zelfs vertedering op als hij blijk geeft van zijn ‘machtig ontroeringsvermogen voor natuurschoon’, als hij ageert tegen de uitbuiting van gekoloniseerde volken, als hij de Troonrede afdoet als een ‘parlementaire klucht’, als hij eenvormigheid aanmerkt als ‘de vloek van het moderne leven’, als hij te beweeglijk blijkt om kantoor te kunnen houden in het (krap bemeten) Torentje, of als hij het gebruik van alcohol billijkt omdat ‘ge bij de chocoladeketel en de water-en-melkkaraf geen geslacht van kloeke calvinisten kweekt’. Zelfs in zeven rollen kunnen Kuypers veelzijdigheid en kleurrijkheid niet worden samengevat.

null Beeld Prometheus
Beeld Prometheus

Johan Snel: De zeven levens van Abraham Kuyper – Portret van een ongrijpbaar staatsman. Prometheus; 399 pagina’s; € 25.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden