Aan vingers van pianist Camiel Boomsma kleeft fluweel
Zingen, mijmeren en dromen zijn sleutelbegrippen in het universum van de Nederlandse pianist Camiel Boomsma (27). Verwante vaardigheden als introspectie en concentratie verklaren mede het succes van twee cd's waarop Boomsma muziek van Richard Wagner wist te verlossen van hysterie.
Nu kruipt hij in de huid van twee andere 19de-eeuwers: Frédéric Chopin en Franz Schubert.
Wie Boomsma's kijk op Schuberts 21ste pianosonate vergelijkt met die van de Poolse pianogod Krystian Zimerman (ook net verschenen), kan er niet omheen. Zimerman speelt briljant en steriel, bij Boomsma vloeien de noten filosofisch. Gaat het bij Zimerman soms van pets, pets, pets, aan Boomsma's vingers kleeft fluweel. Waar de Pool praat van wilskracht en ambitie, spreekt de Nederlander van berusting en dood.
Schubert, Chopin; Klassiek; Camiel Boomsma; Challenge Classics
Geen moeilijke keus, in de wetenschap dat Schubert op z'n 31ste stierf, kort na het noteren van de laatste pianonoot, afgemat en uitgeteerd door een al jaren woekerende syfilis.
Chopin is een ander verhaal. Ook hij overleed jong (39) en ook van zijn muziek vormt zang de basis. Maar hier krijgt Boomsma's benadering bedachtzame trekjes. Wat bij Schubert klinkt naar bezieling, slaat bij Chopin om in flegma. Van de andere kant: als sentimentaliteit het grootste gevaar vormt voor Chopin, geeft Camiel Boomsma in elk geval tegengas.