boeken
73 boeken om je op te verheugen in 2022, nr. 13 t/m 23: nieuwe Franse hoogtepunten
Van Perec tot Slimani en van Diop tot Houellebecq: ook het komende jaar verschijnt er weer allerlei prachtigs uit de Franse literatuur in vertaling.
2021 was een fantastisch jaar voor de vertaalde literatuur uit Frankrijk, niet alleen vanwege de hoeveelheid, maar ook door de kwaliteit van de boeken die verschenen. En niet alleen door nieuw werk van gevestigde namen zoals Nobelprijswinnaar Patrick Modiano (Kleedkamer in kindertijd) en diva-auteur Yasmina Reza (Serge), maar ook door gedurfde, eigenzinnige vertalingen, zoals Kinderscènes van de 19de-eeuwse Valery Larbaud. Het nieuwe jaar belooft minstens zo interessant te worden.
Het begint meteen goed op 7 januari met een nieuwe Houellebecq, Anéantir: 700 pagina’s, zijn dikste boek tot nu toe. Wat goed is kost tijd en voor de vertaling van Martin de Haan moeten we dus nog even geduld hebben: die staat gepland voor het einde van het jaar. Eerst verschijnt nog een fors uitgebreide editie van Houellebecqs De koude revolutie, onder de titel Nader tot de ontreddering.
In 2022 is Georges Perec veertig jaar dood en dat moet gevierd. In Frankrijk is het sterfjaar aanleiding voor een integrale uitgave van zijn onvoltooide werk Lieux, waarin hij plekken in Parijs op ‘perequiaanse’ wijze beschrijft. In Nederland brengt De Arbeiderspers, op de prachtige palindroomdatum 22-02-2022, een vertaling uit van Les revenentes, het boek waarin de ‘e’ de enige klinker is. De titel leverde vertaler Guido van de Wiel in elk geval geen problemen op: De wedergekeerden.
Ook maart is een topmaand: uitgeverij Cossee komt met een vertaling (door Martine Woudt) van de recentste roman van David Diop, die het afgelopen jaar de Booker International Prize kreeg voor het indrukwekkende Meer dan een broer. In Reis zonder terugkeer schrijft Diop, specialist in 18de-eeuwse literatuur, over een Franse botanicus die in 1750 naar Senegal gaat om de lokale flora te bestuderen. De ontmoeting met een ontsnapte, tot slaaf gemaakte vrouw die vervolgens verdwijnt, gooit zijn plannen in de war.
Het hele jaar door zal er ook veel te genieten zijn bij uitgeverij Vleugels, die in 2022 haar tienjarig bestaan viert met het uitbrengen van de honderdste titel in de Franse reeks. Het gaat om een vertaling door Jan Mysjkin van Cent nouvelles nouvelles, de eerste moderne korteverhalenbundel in de Franse literatuurgeschiedenis, uit de 15de eeuw. De Franse reeks zal verder ook flink worden uitgebreid met nieuw werk van Tanguy Viel, Julia Deck en Nathacha Appanah, en met klassiekers van Marguerite Duras, Albert Camus en Arthur Rimbaud.
In mei maakt Marijke Arijs traditiegetrouw haar opwachting met een vertaling van de nieuwste Amélie Nothomb. Met Premier sang, in 2021 bekroond met de Prix Renaudot, de eerste grote literaire prijs voor Nothomb, schreef de Belgische literaire trots de fictieve memoires van haar in 2020 overleden vader. Ook de vertaling van Changer: méthode van Édouard Louis (door Jan Pieter van der Sterre en Reintje Ghoos, De Bezige Bij) verschijnt in mei.
Laat er maar weer eens ouderwetse, langdurige komkommertijd toeslaan, want voor aanstaande zomer staat er genoeg lezenswaardigs op het programma. Te beginnen met De levens van Jacob, een roman van Christophe Boltanski (Cossee). De schrijver vond op een rommelmarkt een fotoalbum met 369 zelfgemaakte pasfoto’s van dezelfde man, allemaal gemaakt tussen 1973 en 1974. We kennen Boltanski hier van De schuilplaats, waarin hij schreef over het dubbelleven van zijn moeder. In dit nieuwe boek, dat net als het vorige wordt vertaald door Prescilla van Zoest, probeert hij meer te weten te komen over het leven van Jacob B’rebi, de man op de foto’s.
Bij Orlando verschijnt nieuw werk van Maryse Condé, die een eigentijdse versie van het leven van Jezus heeft geschreven, Het evangelie van de nieuwe wereld (vertaling Martine Woudt en Saskia Takkenbrock), en bij Atlas Contact de vertaling van de roman van de Goncourt-winnaar van dit jaar: De diepst verborgen herinnering van de mens van de 31-jarige in Senegal geboren Mohamed Mbougar Sarr. Het is een veelomvattende roman die niet alleen verhaalt over de zoektocht van een jonge schrijver naar een in de jaren dertig verdwenen beroemde collega, maar ook een ode is aan de literatuur in het algemeen en de Afrikaanse literatuur in het bijzonder.
Komend najaar wordt bij Nieuw Amsterdam deel twee van de trilogie van sterschrijver Leïla Slimani verwacht, Regardez-nous danser, in de vertaling van Gertrud Maes. Deel 1 ging vooral over het leven van Mathilde, geïnspireerd op Slimani’s grootmoeder uit de Elzas die trouwde met een Marokkaanse soldaat, met wie ze in Marokko een bestaan opbouwt. In het volgende boek zal Aïcha, Leïla Slimani’s moeder, de hoofdrol spelen. Hopelijk is het net zo dik als deel 1.