InterviewsDe wereld draait door

24 tafeldames en -heren blikken terug op DWDD. ‘Het is fijn als je de kastanjes uit het vuur haalt’

null Beeld Joost Stokhof
Beeld Joost Stokhof

Vijftien jaar lang werd Matthijs van Nieuwkerk geflankeerd door een tafeldame of tafelheer. De Volkskrant haalt met 24 van hen herinneringen op.

Ashwant Nandram

De inloop

Gerdi Verbeet, voormalig Kamervoorzitter: ‘Zodra ik door de redactie werd gebeld, ging ik aan de slag. Ik informeerde naar de gasten die zouden komen en schakelde mijn netwerk in, op zoek naar iemand die me kon bijpraten. Ik wilde de juiste vragen stellen, zodat een gast helemaal uit de verf kon komen.’

Simone Weimans, presentator NOS Journaal: ‘Ik bereidde me als tafeldame amper voor. Voor mij was het alsof ik in een café zat en me liet meevoeren met het gesprek. Ik hoef daarvoor geen heel dossier te kennen. Wat dat betreft zit je op de stoel van de kijker.’

Gedurende de dag bereidt de redactie de uitzending voor, vanaf half 6 arriveren de eerste gasten bij de studio. De eerste vijf jaar wordt het programma opgenomen in de Amsterdamse studio Plantage, vanaf 2010 verhuist DWDD naar het Westergasterrein.

Gerdi Verbeet. Beeld Joost Stokhof
Gerdi Verbeet.Beeld Joost Stokhof

wilt u dit artikel liever beluisteren? Hieronder vindt u de door Blendle ingesproken versie.

Nynke de Jong, columnist en schrijver: ‘Niets zo veranderlijk als de line-up van DWDD. Soms stapte ik in Utrecht de auto in en wist de redactie nog niets zeker, als ik een uur later binnenkwam was het: André van Duin zit er.’

André van Duin, komiek: ‘Eenmaal in de studio is het publiek zo geïmponeerd door alle lampen en camera’s dat ze dichtklappen, terwijl het belangrijk is dat er een ontspannen sfeer hangt. Normaal komt er bij tv-programma’s daarom een publieksopwarmer, een kerel die iedereen opjut en lekker maakt. Matthijs doet dat zelf; iedereen voelt zich dan even opgetild.’

Claudia de Breij, cabaretier: ‘Tijdens de publieksopwarming staan de gasten voor de deur van de studio te wachten. Daar staat een wetenschapper naast Antoine Bodar met zijn priesterboord. Een opkomend bandje dat doet alsof ze totáál niet hebben nagedacht wat ze aan hebben getrokken. Een heel strijkorkest en een oude televisiester, naast iemand die misschien nog heel groot gaat worden. Ik denk dan: in dat halletje zijn we gewone mensen, maar zo dadelijk zijn we op televisie. En dan gaan we voor miljoenen mensen doen alsof we weten hoe de wereld werkt.’

Claudia de Breij. Beeld Joost Stokhof
Claudia de Breij.Beeld Joost Stokhof

Aaf Brandt Corstius, columnist en schrijver: ‘André Rieu was te gast. Ik had die week een ironische column over hem geschreven. Voor de uitzending informeerde André wie ik was. Ik zei: ‘Ik ben Aaf, ik schrijf columns voor nrc.next.’ André: ‘In die krant stond een lullig stukje over mij.’ ‘O ja?’ Ik dacht: ik doe alsof ik hier niets van af weet. Sindsdien besloot ik: ik schrijf alleen nog op wat ik bereid ben te herhalen als ik ze tegenkom. Want sinds DWDD weet ik: je gaat ze een keer tegenkomen.’

Typhoon, rapper: ‘Net voor elke uitzending wordt een nummer van Aretha Franklin gedraaid. Die stem en gospel veranderen Matthijs, dan gaat hij in hyperfocus. Als een profatleet in de laatste seconden voor de start van de 100 meter.’

Antoinnette Scheulderman, journalist: ‘Net voordat we live gaan roept Matthijs: ‘Veel plezier Antoinnette!’ Het succes hangt ook van mij af, denk je dan.’

Ook vier chefs van DWDD blikken terug op hun favoriete momenten. ‘College op tv, durfden we dat?’

Aan tafel!

Elke uitzending heeft drie tafelsamenstellingen, waarbij in elke samenstelling een ander onderwerp wordt behandeld.

Özcan Akyol, schrijver en columnist: ‘Sommigen doen er laatdunkend over, maar je moet als tafelheer wel wat kunnen. Goed luisteren, niet te stil zijn maar ook niet meer vragen stellen dan Matthijs. Het is ook fijn als je de kastanjes uit het vuur haalt. Onlangs was er een man te gast wiens dochter van 7 vlogger was. Ik vond dat ongezond. Matthijs is kritisch maar ook hoffelijk, dus toen besloot ik die handschoen op te pakken.’

Marc-Marie Huijbregts. Beeld Joost Stokhof
Marc-Marie Huijbregts.Beeld Joost Stokhof

Dieuwertje Blok, presentator: ‘Toen het programma net begon, werd ik af en toe uitgenodigd wanneer er kinderen of mensen met een beperking te gast waren. Ik weet dat Matthijs daar toch een tikkeltje onzeker van werd, en het dan een fijn idee vond om op mij terug te vallen.’

Claudia de Breij: ‘Als Matthijs moe was, ging hij achterover leunen, liet hij gasten uitpraten en stelde geen vraag meer maar zei: ‘Ja, goed’ of ‘Moet je willen’. Als tafeldame wist ik: het gesprek gaat nu kabbelen. Als wielrenner in het peloton word je uitgenodigd om even kopwerk te gaan doen, je taak is om dan het gesprek op gang te houden.’

De interruptie

Claudia de Breij: ‘Als Marc-Marie Huijbregts of Britt Dekker het gesprek interrumpeert, dan zit Matthijs erbij met de ondeugende blik van een kind dat weet: ik word zo gekieteld.’

Antoinnette Scheulderman: ‘Het is me vaker overkomen dat ik een relevante vraag had bedacht en zat te zoeken naar het juiste moment om ertussen te komen. Voor je het weet, is het item afgelopen en denk je: verdomme, te laat.’

Jort Kelder, presentator: ‘DWDD heeft televisie veranderd door het tempo drie keer omhoog te draaien. Ik reed vaak met een vorm van schuldgevoel naar huis. Het programma is kortademig, soms vloog ik te kort door de bocht. Dat is ook de attractie van het programma, een tafelheer wil niet grijs wegvallen in het decor. Wanneer Matthijs’ zijn neusvleugel begonnen te bibberen, wist ik dat ik te dominant was.’

Jort Kelder. Beeld Joost Stokhof
Jort Kelder.Beeld Joost Stokhof

André van Duin: ‘Voor de gasten die iets komen verkopen of hun mening geven, zijn die 7 minuten heel belangrijk. Dan heb je niets aan de grappen en grollen van André, dan kan ik beter aandachtig knikken.’

Tim Hofman: ‘Wanneer ik op de aftelklok zag dat het gesprek moest afronden en de gast bleef ratelen, ging ik nadrukkelijk naar Matthijs kijken. De gast ging dan ook naar Matthijs kijken, en zo had hij weer de bal. ’

Dieuwertje Blok: ‘Er waren ook momenten waarop de tafeldame amper aan bod kwam. Dat had vooral te maken met lichaamstaal, dan draaide Matthijs zich onbewust van je af. Dan dacht ik: ik kan net zo goed naar huis gaan.’

De nazit

Antoinnette Scheulderman: ‘Bij het afschminken zegt Matthijs als een zorgzame vader: ‘Niet op Twitter kijken hè, niets van aantrekken.’’

Jojanneke van den Berge, presentator: ‘Na afloop heerst er vaak een jubelstemming. Matthijs is een springkussen dat alles op kan vangen en de gasten mogen voor een avond deel uitmaken van dat succes. Lekker een borrel drinken en elkaar op de schouders klappen. Matthijs komt altijd even contact maken: een schouderkneepje, hij kijkt je even in de ogen en dan is hij snel weer naar huis. Het is een uitputtingsslag, anders is het niet vol te houden.’

Tim Hofman. Beeld Joost Stokhof
Tim Hofman.Beeld Joost Stokhof

De twijfel

Özcan Akyol: ‘Als tafelheer weet je nooit of je het goed hebt gedaan, tot de redactie weer belt.’

Hanneke Groenteman, presentator: ‘Dat geeft een machteloos gevoel. Je fantasie maakt overuren. Heb ik iets verkeerd gezegd? Ben ik gestruikeld? Ik heb er ook nooit naar gevraagd, daar ben ik beslist te verlegen voor. Maar het is ook een ongeschreven regel dat je de redactie niet in verlegenheid brengt.’

Antoinnette Scheulderman: ‘We zijn allemaal nieuwsgierige mensen, maar niemand vraagt Matthijs waarom we tafeldame of -heer zijn geworden. We hebben toch ontzag voor die man. En het is plezierig als je weer gebeld wordt, omdat je dan bij het eliteclubje blijft horen. Het heeft iets verslavends, dat moet ik erkennen.’

Roos Schlikker, columnist: ‘Tegen beter weten in ga je online reacties lezen. Toen ik debuteerde was de eerste tweet die ik las: ‘Hé, een geile zaadslet.’ Dan kun je twee dingen denken: hij heeft helemaal niet naar mijn verhaal geluisterd, of: ik ben eind dertig, het kan erger.’

Memorabele uitzending

Sylvana Simons, politicus: ‘Toen ik aan tafel zat en Martin Šimek het woord ‘zwartjes’ liet vallen, was dat achteraf gezien voor mij een kantelpunt. Op tv zag je niet dat er een deken van stilte neerdaalde in de studio. Je ziet mijn schroom, je ziet me afwegen: ga ik hier iets van zeggen, en zo ja, hoe ga ik het formuleren? Bij de borrel was het tussen Šimek en mij niet ingewikkeld, pas toen ik op mijn telefoon de heftige reacties las, schrok ik.’

Sylvana Simons Beeld Joost Stokhof
Sylvana SimonsBeeld Joost Stokhof

Fidan Ekiz, presentator en columnist: ‘De uitzendingen na de aanslagen op het satirische weekblad Charlie Hebdo behoorden tot de beste uitzendingen. Dagen achtereen zaten er veel verschillende geluiden aan tafel. Journalisten, theatermakers, cabaretiers, cartoonisten. Alles kwam samen: ernst, ontroering, angst en urgentie. Ik wist: je kunt DWDD nu niet meer wegzetten als lightprogramma.’

De muziek

Giel Beelen, radio-dj: ‘Er is veel kritiek geweest op het feit dat bands maar een minuut kregen om hun nummer te spelen. Gezeik, want muziek is op tv altijd een zapmoment geweest. Bij Barend & Van Dorp begon te aftiteling al te lopen wanneer er muziek klonk. Bij DWDD werd een artiest zowaar ingeleid, geduid, werd er over een nieuw album of nieuwe tour gesproken en klonk vervolgens die minuut. Menig band heeft er goede zaken gedaan.’

Fresku, rapper: ‘In de hiphop stond Matthijs erom bekend dat hij volwassen rappers over de bol aaide. Het was zijn poging om te ontwapenen, om te laten zien: ik mag je, je bent welkom hier. Toen het MocroManiac overkwam, zei hij achteraf tegen me: ‘De volgende keer dat ik er ben, doe ik een spijker in mijn pet.’

De ergernis

Dieuwertje Blok: ‘Ik ken de geruchten dat Matthijs boos kan worden op zijn redacteuren. Je hoort over zijn hoge eisen. Maar ik kan me daar iets bij voorstellen; dat maakt het programma goed.’

Claudia de Breij: ‘Die emotionele uitbarstingen van presentatoren waren vijftien jaar geleden gemeengoed. Les nummer één voor toegewijde regisseurs en presentatoren, je moet tekeer gaan tegen je redactie.’

Paul de Leeuw: ‘Ik ben als presentator ook een kleine tiran geweest. Je probeert op het hoogste niveau televisie te maken. Door een woede-uitbarsting krijg je iedereen weer op scherp. Maar dat wordt nu niet meer op op prijs gesteld.’

Adriaan van Dis. Beeld Joost Stokhof
Adriaan van Dis.Beeld Joost Stokhof

Özcan Akyol: ‘Matthijs wordt nooit boos op zijn gasten, op één keer na. Er zat een cartoonist aan tafel en die bleef Matthijs’ uitspraak verbeteren. Het was bijdehand en ging ten koste van een goed gesprek. Bij de borrel gaf hij ’m op z’n falie: van een afstandje zag je dat lange lijf over de cartoonist heen buigen.’

De redactie

Romana Vrede, acteur: ‘De redactie is gretig op zoek naar andere inzichten. Als ik iets voorstelde, was het eerste wat ik voelde: wauw, vertel, maak ons daar onderdeel van. Ze durfden stil te zijn en te luisteren.’

Adriaan van Dis, schrijver: ‘Televisiemakers zijn gewend op de hurken te gaan zitten, maar zoals Bordewijk schreef: ‘Het is de taak van de leraar dat de leerling stijgt, en niet dat de leraar daalt’. Het programma was een bruggenbouwer tussen ingewikkelde onderwerpen en een miljoen kijkers. Dirigent Reinbert de Leeuw mocht op primetime televisie minutenlang laten zien hoe een muziekstuk klonk waar geen geluid uit kwam.’

Fidan Ekiz: ‘Het succes van actualiteitenprogramma’s hangt af van de kwaliteit van de gasten en de gesprekken. Maar ik ken geen ander programma dat constant met nieuwe rubrieken komt en zichzelf opnieuw uitvindt.’

De tafeldame of -heer
De wereld draait door werd voor het eerst uitgezonden op NPO3, dat in de programmering mikt op jongeren. Aangezien Matthijs van Nieuwkerk destijds 45 was, besloot de Vara-top dat er ter compensatie een jongere sidekick naast moest. In vijftien jaar hebben meer dan 150 tafeldames en -heren in DWDD hun opwachting gemaakt. Sommigen flankeerden de presentator een enkele keer, anderen keerden seizoenen lang terug.

Jort Kelder: ‘DWDD is ook het programma dat de meeste meeste mensen teleur heeft gesteld. Ik liep met oud-directeur van het Rijksmuseum Wim Pijbes door Londen, en hij zat te mopperen dat hij voor de derde keer was afgebeld door de redactie. Matthijs kan aan het eind van de middag rigoureus het bord weer schoonvegen.’

Aaf Brandt Corstius: ‘Ik heb fijne herinneringen aan het programma, maar toen ik een terugkerende gast werd van een talkshow op Net5, gebeurde er iets vreemds. Ik werd ’s avonds laat opgebeld door een woedende redacteur. Het zinde haar niet dat ik daar aan tafel zat. Met het geschreeuw werd een grens overschreden.’

De erfenis

Antoinnette Scheulderman: ‘Op veel plekken wordt de geïnterviewde streng aan de tand gevoeld, die zal immers wel iets te verbergen hebben. DWDD bewondert en zet je op een voetstuk.’

Beau van Erven Dorens, presentator: ‘Matthijs stoomt het bad goed op en neemt de kijker mee in een verhaal over een boek of museum. Even denk je: dit is het allermooiste wat er ooit gemaakt is. Terwijl je het boek nooit zult lezen en het museum nooit zult bezoeken. Voor gasten is die intimiteit een heerlijke uitgangspositie om het gesprek te beginnen.’

Wilfred de Bruijn, programmamaker en bibliothecaris: ‘Toen Michael Jackson overleed zaten er zangeressen aan tafel die de moonwalk de hemel in prezen. Voor mij is de moonwalk een leuk kunstje, maar geen grote kunst. Toen ik het woord ‘kunstje’ liet vallen, zag ik de woedende ogen van Matthijs. Dat is geen DWDD, we gaan niet lopen zeiken.’

Fidan Ekiz. Beeld Joost Stokhof
Fidan Ekiz.Beeld Joost Stokhof

Beau van Erven Dorens: ‘In talkshowland stel je altijd de vraag: is het onderwerp actueel en urgent genoeg? DWDD had daar maling aan en besloot steeds vaker: dit onderwerp is niet urgent, maar wel belangrijk.’

Romana Vrede: ‘Als je een groot podium hebt, kun je ruimte bieden. Ze hebben een thema-uitzending gemaakt waarin ik een uur lang een documentaire mocht maken over autisme. Dat vertrouwen in de ander, in jezelf en in je publiek is kenmerkend voor het programma.’

Fidan Ekiz: ‘Gezeik over Matthijs’ salaris vind ik geneuzel. De man heeft vijftien jaar lang een dagelijkse talkshow gepresenteerd: dat is topsport en wij hebben er massaal naar gekeken. In Nederland moet eerst iets verdwijnen, voordat we het gaan waarderen.’

Claudia de Breij: ‘Hij zal zich nooit opstellen als een Vara-man, maar het idee van de verheffing van het volk stroomt door zijn bloed. Matthijs wil luikjes openen naar delen van de wereld waar mensen zelf niet zouden komen. Poëzie, muziek, geschiedenis, sport, wetenschap. Daar heeft hij Nederland mee beschaafd.’

Lees verder over De wereld draait door
Huidige en voormalige tv-critici over het Matthijs van Nieuwkerk-instrumentarium dat DWDD zo tekende.

Of Van Nieuwkerk zich nooit heeft afgevraagd hoe hij hier terecht is gekomen? Ben je gek. ‘Aanleg, hard werken en geluk.’ zegt hij in het Volkskrant Magazine-interview.

Bij het 10-jarig jubileum keken we achter de schermen. ‘De redactie is een soort sekte.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden