Columnpeter middendorp

Oma Duitsland steeg op. Niet naar de hemel maar naar het plafond

null Beeld
Peter Middendorp

Al jaren wachtten we op de dood van oma Duitsland. Maar het gebeurde niet, ze wilde het loodje maar niet leggen, haar hart vertikte het gewoon om ermee op te houden. Waarschijnlijk was dat zo sterk omdat ze vroeger zo afschuwelijk veel heeft gewandeld met haar vriendinnen van de Bund Deutscher Mädel, een Hitlerjugend voor meisjes – je ziet ze al samen zingend door velden blauwe zomerbloemen gaan, allemaal kleine nazipadvindertjes.

De familie probeerde meestal te voorkomen dat de oorlog een gespreksonderwerp werd, want oma kon daar een onaangename klap op geven – Ach, Quatsch, war hérrlich, der Krieg! En dan vertelde ze weer hoe gelukkig ze indertijd was geweest, altijd buiten, altijd vriendinnen, altijd juni, alsof het leven daarna nooit meer eenzelfde glans had gekregen.

Ik heb me vaak afgevraagd wat opa vond van de argeloosheid waarachter oma zich voor de werkelijkheid verschool. Maar hij hield zich stil, mogelijk wijselijk, want als oma iets vond, dan was het zo en viel daar nooit meer aan te tornen, al stuurde je er een divisie Leopards overheen. Toen we eens na zeven uur rijden bij haar aanbelden, kregen we geen koffie, want het was kwart over drie en dat was geen koffietijd. Drie uur was koffietijd. En kwart over drie dus niet.

Opa ging dood, jaren geleden alweer, het leven van oma werd niet mooier. Haar gezondheid ging achteruit, ze raakte steeds vaker in de war. Intussen was ze zo oud dat ze geen levenden meer kende in het dorp, en geen levende haar. De laatste jaren van haar leven bestonden vooral uit zorg, eenzaamheid, pijn, angst en verwarring.

Maar toen, op een genadige dag in januari, kreeg ze een attack. Of een insult. Of beide tegelijk. Ze ademde steeds zwakker, het hart stond al bijna stil. We mochten wel dankbaar zijn, het leed was geleden en het leven, dat mooi begon, maar ook moeilijk was geweest, hard en zwaar, en lief ook wel, en vooral lang, was nu dan eindelijk voorbij.

Als tenminste niet een verzorger in paniek de ambulance had gebeld. Want broeders, je kunt het ze niet kwalijk nemen, hebben één taak en dat is redden, en dat doen ze dan ook, redden, ook in gevallen als dit, waarin redden erg op aanvallen lijkt. Ze stormden de kamer binnen en zetten oma, zo klein en zwak in het bed, het bovenlijfje nog smaller dan één exemplaar, meteen twee defibrillatoren op de borst.

Oma Duitsland steeg op. Niet naar de hemel maar naar het plafond. Kaboem! Kaboem! Zo stel ik me de geluiden van de defibrillators voor, van het geweld, het reddende geweld. Ze was bijna op de eeuwige wandelvelden, ze kon de andere meiden al zien zwaaien in de verte maar, eenmaal van het plafond weer op het bed teruggevallen, leefde ze weer.Daar lag ze dan, het hoofd verdween onder het zuurstofmasker. Ze moest weer helemaal opnieuw beginnen met sterven.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden