ColumnFleur Jongepier

Er heersen hardnekkige misverstanden over structureel racisme

null Beeld
Fleur Jongepier

‘Ik ben nog nooit signalen van structureel racisme tegengekomen’, zegt een ervaren diplomaat die anoniem wil blijven in reactie op de pijnlijke uitkomsten van het verkennende onderzoek naar racisme bij het ministerie van Buitenlandse Zaken eerder deze week. De diplomaat heeft dit nog nooit meegemaakt en zegt ‘stomverbaasd’ te zijn. Daarmee wordt iets pijnlijks blootgelegd over structureel racisme, namelijk dat je het heel makkelijk níét kunt zien.

Een hardnekkig misverstand over de term ‘structureel racisme’ is het idee dat iedereen die in de buurt is van de plek waar structureel onrecht plaatsvindt, dat zou moeten meekrijgen. Dat is dus niet zo. Dat heeft er onder andere mee te maken dat structureel racisme zich goed kan verbergen achter meritesdenken. Oftewel, het beoordelen en behandelen van mensen op basis van hun merites: hun verdiensten, goede eigenschappen, talenten en ervaring. Een medewerker van biculturele afkomst niet in de cc zetten of niet uitnodigen voor een vergadering kan makkelijk niets met kleur te maken hebben, en enkel met het feit dat de medewerker bijvoorbeeld te junior is of een gebrek aan talent of ervaring heeft. Dat kunnen we denken, elke keer dat zoiets gebeurt.

Het is pas wanneer we uitzoomen, wanneer we alle medewerkers die het sterke maar onbewijsbare vermoeden hebben dat ze wel degelijk worden uitgesloten of genegeerd vanwege hun kleur of afkomst, dat we patronen kunnen zien die op een lager niveau onzichtbaar blijven. Onzichtbaar niet alleen voor de medewerker die de witte status quo in stand houdt, maar ook onzichtbaar voor de medewerker van kleur die, omdat ze niet kan bewijzen dat de manier waarop ze wordt behandeld inderdaad racistisch is, dan maar aan zichzelf gaat twijfelen.

De roep van Ed Kronenburg, topdiplomaat in ruste, voor ‘nader onderzoek met naam en toenaam’ om ‘de waarheid boven tafel te krijgen’ is zowel terecht als, vrees ik, hopeloos. (De suggestie, vast onbedoeld, dat we nu mogelijk te maken hebben met onwaarheden, even daargelaten.) Het is inderdaad te hopen dat er namen komen bovendrijven van degenen die medewerkers ‘apen’, ‘bokito’s’ of ‘negers’ noemden. Maar het lijkt me goed mogelijk dat een vervolgonderzoek, ingestoken op naam en toenaam, precies ook aan een belangrijke waarheid voorbij zal gaan, namelijk dat er sprake is van, ik citeer uit het rapport, ‘diverse patronen van racisme’ die vaak juist ook subtielere vormen aannemen, niet openlijk worden geuit en niet per se voortkomen uit kwaadaardigheid. Voor dergelijk gedrag zullen geen namen komen boven drijven, bovendien is het wensdenken om structureel racisme aan te pakken door pijlen op de badguys te richten.

Kronenburg is bang, omdat maar met een beperkt aantal mensen is gesproken, dat iedereen nu ‘onterecht over één kam wordt geschoren’. Het is een ander veelvoorkomend misverstand wanneer ergens structureel racisme wordt vastgesteld, dat het zou betekenen dat er in een organisatie alleen maar rotte appels zitten. Ook dat is niet zo. Niemand denkt nu dat zowat elke medewerker bij Buitenlandse Zaken om de haverklap ‘bokito’ laat vallen. Wat men denkt is dat veel biculture medewerkers het vaak zwaar te verduren hebben, en dat er hardnekkige structuren bestaan die het onwaarschijnlijk moeilijk voor hen maken om dezelfde kansen, plusjes, connecties en privileges te krijgen.

Structuren zijn eng en ongrijpbaar, het zijn spoken die rondwaren door de gangen, die je niet kunt vastpakken, niet kunt vragen deel te nemen aan diepte-interviews en focusgroepen. Maar we kunnen de dappere medewerkers die wel hebben meegedaan aan het onderzoek maar beter geloven: ze bestaan echt.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden