EssayLibercynisme

Zwicht niet voor de waan van een minderheid

null Beeld Rhonald Blommestijn
Beeld Rhonald Blommestijn

De coronacrisis bleek een voedingsbodem voor libercynisme, de opvatting dat ‘de mensen zelf’ vanzelfsprekend deugen en ‘machthebbers’ met aan paranoia grenzende argwaan moeten worden bekeken. Centraal daarin staat een onjuiste definitie van de term ‘tirannie’, ziet Kasper C. Jansen.

Kasper C. Jansen

In het verzet tegen de coronamaatregelen, met name rond vaccinatie, worden veel overduidelijk krankzinnige dingen gezegd. Dan gaat het over tribunalen, genocide, een vluchtplan voor ongevaccineerden. Maar er zijn ook tegenwerpingen die, in eerste instantie tenminste, weloverwogen klinken. Ze zijn afkomstig van mensen die de belangrijkste feiten rond corona weliswaar accepteren, dat ook graag benadrukken, maar bepaalde maatregelen toch griezelig vinden.

OMT-lid Diederik Gommers sprak zich op NPO Radio 1 uit tegen het aangekondigde 2G-beleid, dat ongevaccineerden zonder herstelbewijs zou weren uit een deel van de horeca. ‘Laten we het vooral met elkáár doen. Ik maak me een beetje zorgen als je twee kampen tegen elkaar gaat afzetten’, zei hij. Gommers zag meer heil in 1G: iedereen verplicht laten testen voor toegang.

NRC-columnist Rosanne Hertzberger zei bij Op1 over 2G: ‘Waar is dat morele besef dat je gewoon geen inbreuk maakt op de geestelijke en lichamelijke integriteit van mensen?’ En: ‘Ik maak me niet alleen zorgen over de burgerrechten en de grondrechten. Ik maak me ook zorgen over wat dit met Nederland doet.’ Zij lijkt zelfs Gommers’ alternatief te heftig te vinden; ‘zelftesten op erewoord’ heeft haar voorkeur.

Na haar ontslag liet staatssecretaris Mona Keijzer weten dat ze al langer twijfels had over het coronabeleid. In haar afscheidsbrief schreef ze over de Grondwet, over een overheid die zich terughoudend dient op te stellen, over proportionaliteit. ‘Mensen bang maken voor elkaar door nu weer op allerlei plekken toegangsbewijzen te vragen, is voor mij de bijl aan de wortel van samenleven.’

Hertzberger en Keijzer maken expliciet waar anderen op zinspelen: wat hier wordt bedreigd zijn individuele vrijheden en grondrechten; wat dreigt is discriminatie door een tirannieke overheid.

Maar kijk eens naar wat die arme begrippen zich moeten laten welgevallen om de alarmisten van dienst te kunnen zijn. Discriminatie lijkt voor velen inmiddels te betekenen: onderscheid maken op basis van iets dat gevoelig ligt bij een deel van de bevolking. Een grondrecht is nu: een recht dat geen enkele begrenzing mag kennen, zelfs niet bij levensgevaar. Vrijheid heb je pas als er nul consequenties zijn voor je onverantwoordelijke gedrag. Iets verplichten leidt ertoe dat niet méér, maar mínder mensen het gaan doen. Streng aanvoelende regelgeving gecombineerd met daadwerkelijke bestraffing van overtredingen, dat is tirannie.

Weerzin tegen overheidsingrijpen

De gemene deler is iets dat mij al jaren opvalt, een ontwikkeling die nu een ontstellende climax bereikt bij antivaxers en maatregelweigeraars, maar waar een veel grotere groep in enige mate aan deelneemt: de groeiende weerzin tegen overheidsingrijpen. Overheid en samenleving worden gezien als twee losse entiteiten die slecht met elkaar overweg kunnen, ook al bestaat de eerste uit democratisch gekozen leden van de tweede.

Vrijwel alle denkbare problemen kunnen beter worden opgelost door ‘de mensen zelf’. Bezorgd over klimaat? Doe meer op de fiets. Geen werk? Word zzp’er. Schuldgevoel over Afrika? Geef geld voor een waterput. Als de overheid zich er toch mee bemoeit, werkt dat vaak maar amper, of zelfs averechts. Laten we dus de mensen voorlichten en wijzen op hun verantwoordelijkheden. Maken ze er toch een potje van? Tja.

Enige scepsis aangaande de competentie en welwillendheid van overheden hoort bij goed burgerschap, zeker. Niet alleen de blamages van de coronacrisis, maar ook die van de klimaatcrisis, wooncrisis en toeslagenaffaire herinneren ons daar dagelijks aan. Alleen is het juiste antwoord op al dit vreselijke falen níét de overheid vleugellam maken, maar zorgen dat ze haar belangrijke werk beter uitvoert. Dat betekent in veel gevallen méér overheidsingrijpen.

Misschien komt de term neoliberalisme nu in u op, de boosdoener in ontelbare traktaten over het uiteenvallen van de samenleving. Ik vermijd dit begrip liever. Het zou te veel eer zijn om deze tendens te omschrijven als liberalisme. Liberalen die dol zijn op privatisering van de collectieve sector en deregulering van het bedrijfsleven, kunnen immers prima geloven in de overheid als geweldsmonopolist, als strenge handhaver van de wet en de openbare orde.

Het naar individuele soevereiniteit strevende libertarisme komt meer in de buurt, maar zelfs libertariërs zijn intelligent genoeg om zich te realiseren dat vrijheidsbeoefening nooit de vrijheid van anderen mag schaden.

Het libertinisme, aangehangen door de Markies de Sade, pleit voor maximale uitleving van alle natuurlijke driften, onbegrensd door wetten of moraal. De redelijke en morele afwegingen van liberalisme en libertarisme ontbreken in deze stroming, maar wat óók ontbreekt is de pretentie van redelijkheid en moraliteit die de huidige overheidsverachting juist kenmerkt.

null Beeld Rhonald Blommestijn
Beeld Rhonald Blommestijn

Wat momenteel om zich heen grijpt, is eerder een soort libercynisme, waarin liberale uitgangspunten zodanig worden vervormd dat ze het functioneren van de overheid en de samenleving hinderen, in plaats van helpen. Ik vermoed dat een deel van de libercynici daadwerkelijk gelooft dat overheidsinterventie vooral tot meer problemen leidt.

Voor anderen is het meer een façade. Gezagsdragers gebruiken bijvoorbeeld graag libercynische argumenten (‘eigen verantwoordelijkheid’, ‘spreek elkáár ook eens aan’) als smoes om niet op te hoeven treden. Veel coronaverzetshelden – zie: influencers – presenteren zich als enorm principieel, maar zijn eigenlijk vooral met zichzelf bezig. Tot slot is er een kwaadaardige kern, met name gerepresenteerd door Forum voor Democratie, Wybren van Haga en Willem Engel, die bewust Verlichtingstaal misbruikt om stukjes duisternis naar binnen te smokkelen. Deze mensen staan te trappelen tot het hysterische wantrouwen in onze feilbare overheid zo ver is gevorderd dat zij als redelijk alternatief worden gezien.

Strengheid versus willekeur

Centraal in het libercynisme staat een onjuiste opvatting over wat tirannie is. Libercynici lijken tirannie vooral te associëren met strenge regelgeving, en democratie met een gebrek daaraan. Dat is onjuist. Waaraan je tirannie herkent, is niet zozeer strengheid, maar willekeur.

Democratische rechtsstaten kunnen soms heel strenge regels hebben, bijvoorbeeld over afvalscheiding, roken of parkeren. Toch is er geen sprake van tirannie, omdat de regels helder zijn en democratisch gelegitimeerd. Ze beogen bovendien het algemeen belang te dienen. Een regel die in één situatie beperkend is, kan bevrijdend zijn in een andere situatie. Als je vindt dat de regels verkeerd op jou zijn toegepast, kun je naar de rechter.

In een autocratie daarentegen, is het goed mogelijk dat er maar weinig officiële regels zijn, of dat ze globaal zijn. De reden daarachter is niet dat het staatshoofd een vrijdenker is. Het gezag wil gewoon geen aantoonbare overtreding nodig hebben om jou op te pakken of te laten verdwijnen. Wat vandaag niet mag, kan iets anders zijn dan wat gisteren niet mocht. Het resultaat is een deken van angst over de samenleving die iedereen onvrij maakt, behalve misschien een kleine elite.

Libercynici draaien dit graag om. Hoe dikker het wetboek, hoe minder vrij de burger is. Nieuwe regels worden per definitie met argusogen bekeken, ook wanneer ze uitstekend verdedigbaar zijn, zoals een permanent vuurwerkverbod. Oké, daarmee voorkomen we talloze amputaties van vingers, handen en ogen, ook bij omstanders en voorbijgangers. Ook voorkomt het een periode van gevaarlijk slechte luchtkwaliteit en paniek bij dieren, maar: daar gáát weer een stukje vrijheid!

Meer gematigde libercynici wijzen niet op de tirannie van de nieuwe regel, maar op praktische problemen bij de handhaving ervan. Een vuurwerkverbod, hoe terecht ook, is helaas niet te handhaven, zeggen zij. Een pleidooi voor investeringen in onze overbelaste politiekorpsen en voor harder optreden, stuit vervolgens evengoed op libercynische weerstand. Dat zou immers een stap zijn richting Politiestaat Nederland en ‘dat moet je niet willen’.

Waar kom je op uit? Een voorlichtingscampagne met een rijmende slogan, misschien. Een moraliserend praatje van een minister over hoe onacceptabel brandstichting is, in ‘de sterkst mogelijke bewoordingen’. En ieder jaar rond Oud en Nieuw betekent naar buiten gaan dobbelen met je gezondheid en hopen dat niet iemand een bom in je capuchon gooit. Willekeur. Tirannie.

Soevereine burcht

Libercynici reageren met gelijkaardige argumenten op het voorstel vaccinatie tegen het coronavirus verplicht te stellen. Daarbij bekommeren ze zich plotseling over de onschendbaarheid van het lichaam. Natuurlijk zijn ‘de mensen zelf’ vrij om elk Oudjaar voor de lol een gifpiek te veroorzaken in de lucht die iedereen inademt. Uiteraard mogen ‘de mensen zelf’ ongevaccineerd rondlopen, virusdeeltjes rondspugend en zo dus andere lichamen ‘schendend’.

Maar als het gaat over een vaccinatieplicht om de volksgezondheid te beschermen, zien de libercynici het menselijk lichaam plotseling als een soevereine burcht waar geen gordijntje verhangen mag worden zonder expliciete toestemming van de kasteelheer. Waarom? Omdat in het libercynisme de ‘mensen zelf’ vanzelfsprekend deugen, en ‘machthebbers’ met aan paranoia grenzende argwaan bekeken worden.

De intensiteit van deze argwaan wordt een argument op zichzelf, wanneer de libercynici beweren dat een vaccinatieplicht het vertrouwen in de overheid alleen maar verder zou schaden, resulterend in mínder vaccinatieafspraken. Maar: de autoriteit van de overheid is erop gebaseerd dat ze iets kan afdwingen. Als een verplichting alleen maar leidt tot meer weerstand, waarom hebben we dan nog een overheid?

Nu heeft onze minister van Volksgezondheid, rekening houdend met het libercynisme, al talloze malen beloofd nooit een vaccinatieplicht te zullen invoeren. Wat hij wel invoerde, was de coronapas. Die geeft op dit moment toegang volgens 3G (gevaccineerd, getest of genezen), maar een gedeeltelijke overstap naar 2G (gevaccineerd of genezen) wordt voorbereid.

Zowel 3G als 2G passen bij liberale en zelfs libertarische uitgangspunten. Vaccinatie blijft een vrije keus, maar het extra risico dat mensen nemen door ongevaccineerd te blijven, mogen ze niet vrijelijk uitsmeren over de rest van de samenleving. Daarnaast beschermen de maatregelen ook de ongevaccineerden zelf.

Toch zijn libercynici niet tevreden. In hun optiek is een keus niet meer vrij wanneer er ook maar één vervelende consequentie in het vooruitzicht wordt gesteld. Het is dan misschien geen plicht, maar het is wel een soort dwang. En als het geen dwang is, dan is het alsnog drang. We kennen dit kunstje uit het debat over de vrijheid van meningsuiting. Negatieve gevolgen van bepaalde uitingen of een weigering bepaalde uitingen een groot podium te bieden, wordt door libercynici direct uitgelegd als orwelliaanse censuur en cancelcultuur.

Bovendien, protesteert men, is 3G en zéker 2G een vorm van discriminatie. Dit begrip verdient ook wat opheldering.

Het principe van rechtsgelijkheid luidt: mensen worden gelijk behandeld in gelijke gevallen. Daaruit volgt dat mensen dus ongelijk worden behandeld in ongelijke gevallen.

Discriminatie treedt op wanneer de overheid mensen ongelijk behandelt in gelijke gevallen. Bijvoorbeeld: chauffeur A en chauffeur B rijden allebei door rood voor de ogen van een agent, maar alleen A krijgt een boete. Er wordt een onderscheid gemaakt dat volgt uit niet-relevante feiten: een van de twee chauffeurs zat bijvoorbeeld in een auto die de agent mooi vond.

Als midden in een pandemie twee mensen een café willen betreden, dan is het relevant dat A is gevaccineerd en B ongevaccineerd. Als de overheid een andere regel stelt voor A dan voor B, dan is dat géén discriminatie, zeker niet als B een veilige, kosteloze vaccinatie heeft geweigerd. Onderscheid maken op basis van een morele of immorele keuze is veel beter verdedigbaar dan op basis van kenmerken die geen keuze zijn, zoals huidskleur en etniciteit.

Libercynici denken vervolgens een troef op tafel te leggen door cafébezoek een grondrecht te noemen. Dat is het niet, maar zelfs al was cafébezoek een grondrecht: op praktisch ieder grondrecht mag inbreuk worden gemaakt. Grondrechten moeten voortdurend tegen elkaar worden afgewogen.

Waar kom je op uit? Maatregelen die de vrijheid van iedereen beperken uit begrip voor de waanideeën van een minderheid. Een tweedeling waarbij de mensen met een kwetsbare gezondheid – in tegenstelling tot vaccinatie meestal géén bewuste keuze – steeds aan het kortste eind trekken, omdat het risico op besmetting onnodig hoog is en het ziekenhuis onnodig vol. Extra gezondheidsschade die wordt verdeeld op basis van mazzel en pech, terwijl we wéten dat het veiliger en rechtvaardiger kan. Willekeur. Tirannie.

De les van 1989 zit duidelijk fris in het geheugen: overheden kunnen niet de hele maatschappij organiseren. Maar andere lessen uit de 20ste eeuw moeten nodig worden opgefrist. Een sterke overheid kan voor stabiliteit, rechtvaardigheid en vooruitgang zorgen waar ‘de mensen zelf’ dat niet klaarspelen. Een verwaarloosde, besluiteloze, met de schreeuwende minderheid meewaaiende overheid daarentegen, is een cadeau aan tirannen met tribunaalplannen.

Kasper C. Jansen (1987) is opgeleid als schrijver, maar vooral bekend van De snijtafel, een videoserie op YouTube (en daarnaast een podcast) waarin hij met wisselende gasten populaire cultuur ontleedt, interpreteert en bekritiseert.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden