CommentaarMenzis

Zorgverzekeraar Menzis stelt dubieuze eisen aan het vergoeden van behandeling van depressies

Hans Wansink
null Beeld Lizette Schaap
Beeld Lizette Schaap

Het is niet verkeerd om ook in de geestelijke gezondheidszorg te streven naar doelmatigheid. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. De manier waarop zorgverzekeraar Menzis meent de kosten van behandelingen van depressies te kunnen drukken, roept vooral vragen op.

Menzis wil dat er sneller resultaat wordt behaald, dus korter behandeld wordt. Therapeuten hebben volgens de zorgverzekeraar ‘soms moeite om een cliënt los te laten’. Het is een kwalificatie die meer gestoeld is op wantrouwen jegens de behandelaars dan op kennis van zaken in de materie.

Dat gebrek aan kennis blijkt al uit het feit dat Menzis de effectiviteit van de behandeling wil meten door middel van vragenlijsten die de patiënt moet invullen. Een wezenlijk kenmerk van de ziekte depressie is nu juist dat de lijder haar of zijn toestand anders ervaart dan die werkelijk is. De kwaliteit van de zorg hoeft helemaal niet overeen te stemmen met de score op de vragenlijst.

Mensen met angsten en depressieve klachten zien er vaak tegenop zich te laten behandelen door een psychiater of therapeut. De drempel ligt eerder te hoog dan te laag. Het stellen van een precieze diagnose is vervolgens minder eenvoudig dan die bij de heup- en knieblessures waarmee Menzis komt aanzetten als vergelijkingsmateriaal.

Depressies zijn in principe behandelbaar, maar of de medicatie het juiste effect heeft, staat van tevoren niet vast. Het is een kwestie van trial and error. Dat geldt nog sterker voor de psychotherapie of gedragstherapie. Of de behandelmethode bij een bepaald individu aanslaat of niet, is niet te voorspellen. Hetzelfde geldt voor de ‘klik’ die er moet zijn tussen de therapeut en de cliënt. Of een behandeling blijvend succesvol is, valt niet te garanderen.

De zorgverzekeraars moeten zich realiseren dat niet alleen de lijders aan angsten en depressies in onzekerheid leven, maar ook de behandelaars. Zij mogen niet kopschuw worden gemaakt om ‘moeilijke gevallen’ in behandeling te nemen. Wantrouwen is een slechte raadgever in de financiering van de geestelijke gezondheidszorg.

Menzis hoopt ‘dat de discussie over de eindigheid van de behandeling op gang komt’. De bijdrage van de zorgverzekeraars aan zo’n discussie zou moeten bestaan uit bewijzen van aantoonbare verspilling, ondeugdelijke behandelmethoden of wanprestaties van behandelende instellingen. Doelmatigheid kan niet worden afgedwongen door middel van het invullen van vragenlijsten door de cliënten.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden