Columnin deventer
Zo werkt dat met daklozen: je ziet ze even en dan weer niet, tot je ze weer ziet
Hoe de decentralisatie nu elk facet van het leven raakt.
Het daklozendorpje leunde tegen de dode arm van het treinstation: hutten van karton in de beschutting van een ongebruikt perron. Matrassen, dekens, stoelen, een nachtkastje, flessen bier op een rijtje – hier was ondanks de misère over nagedacht. Er sprak ook een vorm van gezamenlijkheid uit, alsof de daklozen tot overeenstemming waren gekomen wie het afgetrapte bankstel kon gebruiken.
Maar koud was het, de straatstenen glad van de smeltende sneeuw, de eerste dag van februari. Weken eerder al verschenen berichten in de krant: een ‘mini-vrijstaat’ was ontstaan, ‘daklozen nemen bezit van perron’. De plek was goed gekozen, midden in de stad en toch ver weg. In de buurt alleen een vestiging van Cambio, de organisatie die ‘werkt aan het vergroten van de leefbaarheid’.
De daklozen waren niet thuis. Ik liet briefjes achter, geen reactie — waarom zouden ze ook — en keerde nog eens terug met hetzelfde resultaat. Een halfjaar later verschijnen nieuwe berichten in de krant: ‘Aantal daklozen in Nederland verdubbeld’. Maar als ik ga kijken op het perron zijn ze gevlogen.
Zo werkt dat met daklozen: je ziet ze even en dan weer niet, tot je ze weer ziet. Zo werkt dat ook met nieuws: het is er even en dan rijden de treinen weer verder naar de horizon.
De daklozen in kwestie wonen nog op straat, mailt Kitty als ze navraag heeft gedaan: ze kunnen terecht in de nachtopvang, hebben zelfs recht op een ‘omklapwoning’, maar ze willen niet. ‘Dit zijn de hulpweigeraars. En dan sta je weer.’
Kitty Schmidt is zo’n zeldzame politica die al haar tijd besteedt aan de gemeenteraad, nu ruim negen jaar en onvermoeibaar op het weerbarstige terrein van de mensen die het moeilijk hebben. Daklozen, zwerfjeugd, schuldenaars, werkende armen, mantelzorgers, thuiszitters — alles wat de afgelopen jaren door beleidsmakers maar in de mal is gegoten van het ‘sociaal domein’.
Ze is van Deventer Sociaal. Ze is een van de weinigen in de raad die de hele omslag van dichtbij heeft meegemaakt, en tijd heeft zich te verdiepen in een wereld vol jargon.
Deventer is van oudsher een rooie stad, vertelt ze in een café, maar net als andere gemeenten ten prooi gevallen aan wat beleidsmakers ‘de decentralisatie’ noemen. Minder geld voor meer verantwoordelijkheid inzake mensen die het moeilijk hebben, en verder het dwingende verzoek aan de burger flink te participeren in de maatschappij want ja, de overheid is geen suikertante.
De eerste jaren, zegt Kitty, draaide het vooral om geld en reorganiseren. Nu dat min of meer is geregeld, inclusief begrotingstekorten, willen de beleidsmakers echt gaan ‘kantelen’, zoals ze dat zelf noemen. Meer zelfredzaamheid, meer vrijwilligers, meer mantelzorgers, ‘maar het aantal mantelzorgers en vrijwilligers loopt dus alleen maar terug’. Komen de tekorten in de geestelijke gezondheidszorg nog eens bij: daar werken ze nu ambulant waardoor mensen die het moeilijk hebben uit zicht raken – Margriet Oostveen beschreef in deze krant de hemeltergende gevolgen.
En iedereen verbaasd, zegt Kitty, dat het aantal daklozen verdubbelt, ‘dat meer mensen in de schulden zitten, dat meer jongeren tussen wal en schip vallen, dat er meer thuiszitters zijn door het passend onderwijs.’
Nu pas wordt echt duidelijk wat de decentralisatie veroorzaakt. De economie is alweer de goede kant op gekanteld, ‘maar elke gemeente is bezig met zware bezuinigingen, opgelegd door het Rijk. Op alles wat je vraagt als raadslid, antwoordt de wethouder: zeg maar waar ik het vandaan moet halen. En daar heeft-ie gelijk in.’
Later zegt ze: ‘Overal druppelt het in door, in elk facet van het leven.’
De dominee van de Pauluskerk in Rotterdam, Dick Couvée, beschrijft in Trouw hoe hij het aantal daklozen in de stad ziet groeien: ‘geen vangnet’. In Amsterdam valt een actievoerende dakloze de burgemeester thuis lastig. Deventer breidde de nachtopvang uit, en kreeg een Bijzondere Zorg Team. Maar is het genoeg?
Kitty’s zorgen spitsen zich nu toe op de snelgroeiende groep zwerfjongeren. Jeugdzorgkinderen die uit de jeugdzorg vallen als ze 18 worden en van de radar verdwijnen. ‘Wie uit beeld is, is uit beeld, en wie weer in zicht komt stuit op een wachtlijst.’
Net als de daklozen op het perron.
Wist ik al dat jongeren in Deventer geen bijstand meer krijgen? Alle bijstandsontvangers moeten straks trouwens een tegenprestatie leveren van de Participatiewet – ‘dat wordt alweer de volgende discussie’.
Kitty noemt zichzelf ‘een praktisch raadslid’: als ze hoort van een verwarde man, uit huis gezet, vindt ze hem terug op een camping bij Olst en probeert ze iets met de wethouder te regelen, ‘maar ik ben dus geen hulpverlener’.
En de winter is alweer in aantocht.