columnTeun van de Keuken
Zeg gerust alles, Ilse Warringa, maar piep niet bij kritiek
Kent u het journalistieke ‘We mogen niks meer zeggen’-subgenre? Iemand, meestal een oudere witte man, stelt dat hij niks meer mag zeggen en somt op wat hij allemaal niet mag zeggen. Met ON krijgen we zelfs een omroep die zich uitsluitend op dit subgenre toelegt.
Afgelopen week was het weer raak. Toen deed zowaar een niet eens zo heel oude witte vrouw haar beklag. Op zich verfrissend. Het gaat om Ilse Warringa, actrice in en bedenker van Neerlands meest succesvolle televisieprogramma van de afgelopen dertig jaar, De Luizenmoeder. Er is net een filmversie uit, die zij heeft geregisseerd. In zowel deze krant als in Trouw zette zij uiteen hoe moeilijk het is nog de grappen te maken die ze zou willen maken. Is er censuur in ons land? Zijn wij hier al zo ver heen als China, Rusland en Saoedi-Arabië, waar kritiek op de macht gevangenisstraf of erger kan betekenen? En welke kwetsende grapjes over onze machthebbers maakte Warringa dan? Ik heb ze in het archief van haar rijke carrière niet gevonden.
Mensen die niet echt hebben opgelet, dachten dat De Luizenmoeder taboedoorbrekende grappen over minderheden maakte, maar de serie ging vooral over hedendaags racisme en de vooroordelen die in ons allemaal schuilen. Dat zelfs hoogopgeleide linksdraaiende mensen een zwarte man voor een schoonmaker kunnen aanzien. Een pijnlijke spiegel, die zelfs Warringa lijkt te zijn vergeten. Nu wil ze gewoon botte grappen over minderheden maken.
En wie zitten haar daarbij in de weg? Die minderheden zelf en mensen in haar omgeving die die grappen niet allemaal even leuk en goed vinden. Zij suggereren wat meer rekening met anderen te houden. Precies wat ze zelf in een betoog over onderwijs ook voorstaat: ‘Leren is belangrijk, maar leren samenleven ook. Hoe ga je met elkaar om? Hoe maak je echt contact?’
Niet door telkens alleen grappen over het zwarte jongetje of het lesbische meisje te maken, zou ik denken. Maar dat ziet Warringa anders: ‘De weerbaarheid is momenteel echt ver te zoeken.’ Stom, want ‘als je grappen over iemand maakt, betekent het dat je de ander gelijkwaardig behandelt.’
Misschien voelt die ander dat anders? En is die tegenwoordig zo weerbaar dat hij er iets van zegt? Warringa moet er niks van weten. Dat geldt ook voor die lui van Black Lives Matter, met alle begrip uiteraard: ‘Als je ergens heel erg voor vecht, dan heb je geen afstand. Dan kun je er nog geen grappen over maken. Maar het moet niet te lang duren.’ Zwarte burgerrechtenactivisten, u bent gewaarschuwd! Als juf Ank het genoeg vindt, is het genoeg.
Niemand verbiedt Warringa te zeggen wat ze wil. Gezien haar succes mag ze waarschijnlijk nog heel lang films en televisieprogramma’s maken. Alleen zal een deel van de mensen haar grapjes makkelijk, ouderwets, niet leuk en grievend vinden voor bevolkingsgroepen die toch vaak al onderop liggen. Die staan nu eens niet te klappen, maar leveren kritiek. Dat heeft niks met de vrijheid van meningsuiting te maken. Of eerder: dat ís vrijheid van meningsuiting. Daar kun je je niks van aantrekken, je kunt proberen slimmere grappen te maken door te luisteren naar de kritiek, of je kunt klagen over het publiek. Maar van dat laatste is nog nooit een artiest beter geworden.