Paulien Cornelissein 150 woorden
Ze sprak het woord ‘website’ uit alsof het een recente uitvinding betrof
Ik herinner me hoe het vroeger was als je telefonisch ‘in de wacht’ stond. Je bevond je in een tot wanhoop drijvende limbo, waarbij je soms wel een uur met de hoorn tegen je oor gedrukt zat. Als je eindelijk een mens te spreken kreeg, had je hoofdpijn en een rood oor en wist je niet meer waarom je eigenlijk belde.
Tegenwoordig zet je je telefoon op ‘luidspreker’, en ga je andere dingen doen.
Zo was ik onlangs een omelet aan het bakken, terwijl ik ook in de wacht stond bij een klantenservice. Eens per vijf seconden zei een geruststellende oude-damesstem: ‘U kunt ook kijken op onze website.’ Ze sprak het woord ‘website’ uit alsof het een recente uitvinding betrof, en je hoorde aan haar dat ze het helemaal niet erg zou vinden als we niet wisten wat dat was, een ‘website’.
Na mijn omelet kreeg ik contact met een echt persoon. Die ging voor mij kijken op de website.