Commentaar
Wie te weinig kennis overbrengt, daalt ook onder studenten vanzelf in achting
De student als eigenaar van z'n eigen leerproces: ook Fontys zal ervaren dat het zo voor velen niet werkt.
Het verlangen om ‘bij de tijd’ te blijven is een universeel menselijk trekje, maar nergens is het zo dominant als in het onderwijs. En geen andere sector is er zo hardleers in.
Voor velen die eind jaren negentig op de middelbare school zaten of daar voor de klas stonden, is het studiehuis een licht-traumatische herinnering. De forse uitbreiding van het vakkenpakket in de bovenbouw, op zichzelf al een uitdaging voor de scholen, ging gepaard met de dwingende opdracht vanuit politiek Den Haag om het onderwijs moderner te maken: minder klassikaal, met meer gebruik van nieuwe media, veel praktische opdrachten, meer werkgroepjes. ‘Leren leren’, was het motto.
Na veel invoeringsproblemen, protesterende scholieren, boze docenten en schipperend beleid, kwam in 2006 het vernietigende eindoordeel vanuit de sector die er het beste zicht op had: hogescholen en universiteiten trokken aan de bel omdat de taalvaardigheid, de rekenvaardigheid, de nauwkeurigheid en het analytisch vermogen van de inkomende studenten-nieuwe stijl merkbaar achteruit kachelde. Een groot aantal instellingen zag zich gedwongen bijspijkercursussen voor de eerstejaars te organiseren.
Dat ook het hoger onderwijs zelf niet ongevoelig is voor de vrees om ouderwets te worden gevonden, blijkt uit de ontwikkelingen op de Fontys-hogescholen in het zuiden van het land. Het bestuur raakte in de greep van de Belgische onderwijsgoeroe Filip Dochy en nu zijn veel docenten de draad volledig kwijt. Studenten zijn er ‘eigenaar van hun eigen leerproces’ geworden en moeten hun eigen leerdoelen bepalen, inclusief de route daarnaartoe. En dat zal best werken voor sommigen, maar docenten zien toch ook nogal wat studenten doorstromen zonder elementaire basisvaardigheden en zonder het vermogen hun kennis in een bredere context te plaatsen. De tentamens oude stijl, gericht op het toetsen van kennis, zijn grotendeels afgeschaft. En dat alles vanuit de top doorgevoerd met onvermurwbaar fanatisme. Zoals een gefrustreerde docent zich beklaagde: ‘Je kunt er niet op tegen zijn, net zoals je niet tegen wereldvrede kunt zijn.’
We weten hoe het verder ging met het studiehuis. De voorschriften vanaf het geschrokken Binnenhof werden al snel minder dwingend en de scholen hebben sindsdien allang hun weg weer gevonden. Vernieuwen doen ze toch wel, uit eigen beweging, op initiatief van docenten, kijkend naar elkaar: de schooldagen van nu zien er heel anders uit dan die van vijftig jaar geleden. De laptop, de Ipad, de presentatie en de werkgroep zijn niet meer weg te denken, maar op de meeste scholen organisch ingepast in de lessen, naast de boeken, de proefwerken en de docenten voor de klas.
Zo zal het ook bij Fontys gaan, want het goede nieuws is dat ook nu de docenten in opstand komen. Ze eisen de regie over het onderwijs terug. De eerste aanpassingen zijn alweer gedaan. En zo gaat het altijd, want een opleiding die de essentie van het onderwijs verwaarloost en te weinig basiskennis overbrengt, daalt uiteindelijk ook onder studenten vanzelf in achting. Het treurige is alleen dat, opnieuw, eerst duizenden studenten de dupe moesten worden van het experiment.
In het Volkskrant Commentaar wordt het standpunt van de krant verwoord. Het komt tot stand na een discussie tussen de commentatoren en de hoofdredactie.