OPINIETHE BIG PICTURE
Wie te stellige voorspellingen doet, is een oplichter
Rob Vreeken en Arie Elshout becommentariëren beurtelings het buitenlandse nieuws.
Vooruitblikken, het gebeurde volop rond de jaarwisseling. Een nieuw jaar, een nieuwe jaren twintig. De Volkskrant wijdde er 38.882 woorden aan. Behoorlijk veel, toch ontbrak er één woord: pandemie. Zelfs het minder sterke ‘epidemie’ kwam niet voor in de stukken. Zij waren nog niet geschreven of de coronarot sloeg toe, waardoor alle mooie toekomstbespiegelingen nu een paar lelijke zwarte gaten vertonen, als in het gebit van een junk.
Het blijkt weer eens: we zijn niet goed in voorspellen.
De werkelijkheid is zo complex, grillig en chaotisch dat we voortdurend proberen er zin en structuur aan te geven, in de hoop greep op haar te krijgen. Steeds weer trachten we te bepalen wat haar volgende stap zal zijn. We hebben planbureaus in alle soorten en maten, de nieuwe kerken, waarbij we voortdurend aankloppen op zoek naar waarheid en duiding. Keer op keer blijkt de werkelijkheid te wispelturig om zich te schikken naar onze behoefte aan beheersbaarheid.
Waren we de laatste jaren volledig gefixeerd op het klimaat, worden we ineens in de rug aangevallen door een gluiperig, onzichtbaar virus. Die hadden we even niet zien aankomen. Het was ook een beetje overmoed: hoewel pandemieën een vast bestanddeel vormen van de geschiedenis, hadden we in het rijke Westen het pandemiegevaar uit ons voorstellingsvermogen verbannen.
Inmiddels verkeren we in een mentale lockdown: we zitten gevangen in de dialectiek van leven en dood, gezondheid en ziekte, vrijheid en veiligheid. Dat we ooit in een hoogwerker zouden moeten communiceren met onze achter glas opgesloten oma’s, heeft werkelijk niemand voorzien. Het zou ons wat bescheidenheid moeten bijbrengen, maar we voorspellen lustig door.
De crisis kan leiden tot de ondergang van de Europese Unie, zegt de een. Nee, de crisis zal Europa’s eenwording versterken, zegt de ander. De crisis speelt de radicale flanken in de kaart. Nee, de crisis doet burgers kiezen voor de zekerheid van het midden. De positie van rechtse autocraten zal worden versterkt. Nee, we komen tot bezinning en de weg zal worden geopend naar de door links bepleite rechtvaardige, meer solidaire, minder verkwistende samenleving. Het kan, het kan ook niet – het is wat de gek ervoor geeft.
Bij de Duitse filosoof Rüdiger Safranski las ik ooit het citaat: ‘De oorlog is met al zijn verwoestingen de geboortepijn van het nieuwe, wat het ook moge zijn.’ De coronapandemie lijkt in haar ontwrichtende gevolgen op oorlog en zal eveneens de grond omwoelen. Maar hoe het nieuwe eruit zal zien, of het veel zal verschillen van het oude, of dat negatief of positief zal zijn, valt onmogelijk te zeggen. We zijn als de Keltische hogepriesters die lang geleden in de darmen van geslachte dieren de toekomst probeerden te lezen. Wie momenteel al te stellige beweringen doet over wat komen gaat, is een oplichter.
Op zijn best kunnen we wat houvast zoeken bij het eeuwig menselijke. Dagdromen over een harmonieuze, postkapitalistische wereld mag, maar vergeet niet dat het altijd zo is geweest dat de ene mens beter voor zichzelf zorgt dan de ander. Vanwege meer durf, een groter talent, meer geluk. Dat verandert niet. Het kapitalisme is niet zoals het communisme een experiment dat met geweld aan mensen werd opgelegd, het is organisch gegroeid, uit de menselijke natuur. Het laat zich moeilijk afschaffen. Wel kan het worden verzacht en profijtelijk worden gemaakt voor velen, zoals de sociaal- en christendemocratie hebben laten zien.
We moeten realistisch zijn: beperk de gevaren en schade, laat het niet ieder voor zich worden, probeer onaanvaardbare keuzen en hopeloze situaties te voorkomen. Het zijn geen hemelbestormende doelstellingen, het is onzeker of het gaat lukken, maar de bescheiden, pragmatische aanpak biedt meer perspectief dan fantasieën over herstel van het paradijs.