ColumnBert Wagendorp
Wie schrikt er straks nog van een paar duizend miljard om de opwarming te stoppen
De hoofdeconoom van de Triodosbank, Kees Vendrik, hield zondag in Buitenhof een bevlogen betoog over de noodzaak van economische verandering na de coronapandemie. Uit de mond van Vendrik was dat geen verrassing – hij zit niet voor niets bij de idealisten van Triodos. Maar Vendrik is geen roepende in de woestijn: het geluid dat corona ons dwingt na te denken over een nieuwe wereld na de pandemie neemt mondiaal in kracht toe. De plannen komen bijna allemaal op hetzelfde neer: de investeringen die worden gedaan om de economieën weer op gang te helpen, moeten óók gericht zijn op transitie naar een duurzame samenleving.
De tegenkrachten die streven naar restauratie van pre-coronatijden zijn machtig, maar daar tegenover staat een kleurrijke coalitie van mensen en instituties die streven naar vernieuwing en die allang niet meer bestaat uit de usual suspects. Zelfs The Economist, een invloedrijk tijdschrift dat je moeilijk van linkse vooringenomenheid kunt betichten, hoort erbij. Het World Economic Forum noemt het The Great Reset. De idee dat de coronacrisis klein bier is vergeleken met de rampzalige gevolgen van de klimaatcrisis wordt steeds meer common sense.
Hoe corona het denken heeft veranderd bleek zaterdag uit een interview met minister De Jonge van Volksgezondheid in het AD. Hij noemde de coronacrisis ‘één grote wegwijzer voor de toekomst’ en ‘één groot pleidooi voor minder markt, meer samenwerking en meer centrale regie’. Het was een mooie scoop: de minister van Volksgezondheid pleitte voor het terugdringen van de marktwerking in de zorg, sinds 2006 het manke paradepaardje van de profeten van de vrije markt. Als de pandemie een wegwijzer naar de toekomst is, dan geldt dat allicht niet alleen voor de zorg, maar ook voor de economie als geheel.
Begin mei verscheen in Engeland het rapport Will COVID-19 fiscal recovery packages accelerate or retard progress on climate change – de Engelsen kunnen qua lekker bekkende rapporttitels nog veel van ons leren. Aan het rapport was meegewerkt door vooraanstaande economen als Nicolas Stern en Joseph Stiglitz. Het was een krachtig pleidooi voor het combineren van economische steunmaatregelen en duurzame vernieuwing – een idee dat inmiddels ook in de Green Deal van eurocommissaris Frans Timmermans is geïncorporeerd en dat zelfs bij Wopke Hoekstra is doorgedrongen in zijn onderhandelingen met KLM. Het beleid in de komende zes maanden is beslissend, schrijven de economen. Toevallig net de maanden waarin bij ons de verkiezingsprogramma’s worden geschreven.
Corona heeft bij beleidsmakers en politici gezorgd voor een nieuw zelfbewustzijn: opeens bleken er in een crisis snelle en ingrijpende maatregelen genomen te kunnen worden. Links en rechts wordt gepleit voor het toepassen van de covidlessen bij problemen als ongelijkheid, klimaat, mondialisering, slecht bestuur en gezondheid.
Nog een voordeel van de coronacrisis: we zijn gewend geraakt aan grote bedragen. Volgens het IMF hebben overheden internationaal inmiddels 9000 miljard uitgegeven om hun economiën draaiende te houden. Wie schrikt er dan nog van een paar duizend miljard om de opwarming te stoppen en een duurzame economie te creëren? Bovendien, schrijven de Britse en Amerikaanse economen, beloven klimaatinvesteringen een hoog rendement.
In NRC zei Sandra Phlippen, hoofdeconoom bij ABN Amro: ‘We hebben het vaak over de kosten van de transitie, maar de kosten van niet-transitie, díe zijn pas hoog.’