CommentaarPieter Klok
Wie de technologische kennis heeft, heeft de macht – dat lijkt Philips te zijn vergeten
Philips verkoos rendementen boven fundamenteel onderzoek. Dat had niet alleen risico’s voor het concern zelf, maar is ook slecht voor de Nederlandse economie.
Ooit stond Philips bekend als een bedrijf dat technologisch superieur was, maar zijn producten niet goed kon verkopen. Inmiddels moet eerder worden gevreesd voor het omgekeerde: het bedrijf slaagt er heel goed in zijn producten te verkopen, maar is niet in staat om zich verder te technologisch te ontwikkelen, het schiet soms zelfs technologisch tekort.
Met de jongste reorganisatie wordt die ontwikkeling nog eens onderstreept. Het bedrijf grijpt het hardst in bij wat ooit het hart van het concern was, de afdeling onderzoek en ontwikkeling. Deze afdeling, in het verleden NatLab genaamd, ontwikkelde continu nieuwe producten op basis van de verzamelde kennis. Het leverde een regen aan patenten op. Onder meer de elektronenmicroscopen van Thermo Fisher, de compact disc, de video 2000 en de wafersteppers van ASML werden er ontwikkeld.
Inmiddels – na vele decennia van reorganisaties – staat de markt bij Philips centraal. Waaraan is behoefte? Waar zijn de winstmarges het hoogst? Dat is op korte termijn de meest winstgevende strategie, maar kan op lange termijn het bestaansrecht van het concern ondergraven.
Philips’ keuze voor de zorg was een logische. De rendementen zijn er hoog en de markt zal gezien de vergrijzing alleen maar groeien. Tegenover die rendementen staan ook grote risico’s, heeft Philips nu ondervonden. Bij een productiefout – zoals bij de slaapapneuapparaten – dreigen direct enorme schadeclaims.
Het lot van Philips staat in schril contrast met het succes van ASML, de chipmachinebouwer die ooit onderdeel was van Philips. Bij ASML staat de technologische ontwikkeling centraal. De belangrijkste man van het concern is een techneut, Martin van den Brink, bij Philips staat een marketeer aan het hoofd. ASML blijft een groot deel van de winst investeren in onderzoek en ontwikkeling, Philips richt zich helemaal op de verkoop.
Dat is slecht nieuws voor de Nederlandse economie. Een land is zeer gebaat bij bedrijven die fundamenteel onderzoek doen, die wereldwijd voorop lopen in technologische ontwikkeling. De discussie met de Verenigde Staten over een exportverbod voor de chipmachines van ASML maakt dat eens te meer duidelijk. Wie de technologische kennis heeft, heeft de macht.
Bedrijven laten fundamenteel onderzoek echter steeds meer over aan universiteiten. Pas als er commerciële toepassingen in zicht komen, kopen ze de patenten op. Zo wordt een steeds groter deel van het risicovolle onderzoek door de overheid gedragen, en belandt de eventuele winst in private zakken. Het is te hopen dat Philips, als het deze storm heeft doorstaan, zijn investeringen in onderzoek weer snel opschroeft.
In het Volkskrant Commentaar wordt het standpunt van de krant verwoord. Het komt tot stand na een discussie tussen de commentatoren en de hoofdredactie.