Opinie
Wetenschap moet ook zichzelf in twijfel trekken
Wetenschappers moeten aannames en impliciete normen, óók die van henzelf, ter discussie stellen.
Op 25 mei ging het dagelijkse programma Stand.nl op Radio 1 over de stelling 'We hebben te weinig vertrouwen in de wetenschap'.
Opnieuw werd geconstateerd dat de feiten die de weten schap produceert er steeds minder toe doen. Ik geloof daar helemaal niks van. Integendeel, wetenschappelijke feiten doen er meer toe dan ooit.
Het probleem is dat wetenschappers niet de enigen zijn die erover beschikken. De feiten die wetenschappers produceren, zijn immers allemaal te vinden in de enorme supermarkt die internet heet. Wanneer mensen daar zoeken, vinden ze de resultaten van tal van studies die elkaar inderdaad soms tegenspreken. Als wetenschap hierdoor al aan geloofwaardigheid zou inboeten, dan komt dat ook door de valse belofte die wetenschappers zelf doen.
Het falsificatieprincipe van Popper indachtig produceren wetenschappers immers geen feiten, maar voorlopige inzichten. Een belangrijke taak van wetenschappers is die voorlopige inzichten in vervolgstudies in twijfel te trekken. Dit met als doel de onderbouwing van onderzoeksresultaten te optimaliseren. En dus worden allerlei aanvullende en ook tegenstrijdige inzichten ontwikkeld die vervolgens het onderwerp worden van debat tussen de betrokken onderzoekers. Wetenschap is nooit af, het is een voortdurend proces waarin wetenschappelijke inzichten telkens worden versterkt, verfijnd, in contexten worden geplaatst en soms ook weerlegd. Dat gebeurt allemaal naast elkaar.
Opvallend is ook dat de mantra 'wetenschap is ook maar een mening' in elke discussie over de rol van weteschap wordt herhaald, niet door burgers, maar door wetenschappers zelf. Daarbij wordt telkens weer verwezen naar het inmiddels welbekende vaccinatiedebat als ook naar de uitspraken van Trump over klimaatverandering. Kennelijk zijn andere voorbeelden waarin de wetenschap in twijfel wordt getrokken moeilijk te vinden.
Wetenschappers zouden moeten ophouden met Calimero gedrag ('Zij geloven ons niet'). In plaats van zich in het publieke debat te presenteren als de alleswetende ('Dit zijn de feiten, hier moet u het mee doen') zouden zij zich moeten opstellen als een belangrijke gesprekspartner en vanuit een kritische houding en gedegen kennis over een bepaald onderwerp een bijdrage leveren met voorlopige inzichten, kritische vragen en het ter discussie stellen van aannames en impliciete normen, inclusief die van henzelf.
En of de wetenschap er dan toe doet!