Column

Wereld kampt met structureel spaaroverschot

Waardoor ging de beurs onderuit? Niemand weet het. Wat betekent het voor de toekomst? Nou, niet veel.

Paul Krugman
Een man loopt langs een bord met beursinformatie in Tokio. Beeld afp
Een man loopt langs een bord met beursinformatie in Tokio.Beeld afp

Het heeft meestal weinig zin om te proberen dagelijkse beursschommelingen te duiden: een nauwgezet onderzoek van de krach van 1987 leverde geen aanwijzingen op voor de rationaliseringen die achteraf door economen en journalisten werden aangedragen. Wat er wel uitkwam, was dat mensen hun aandelen verkochten omdat, u raadt het al, de koersen daalden. De aandelenbeurs is toch al een erg slechte voorspeller van de toekomst.

Toch zijn beleggers zenuwachtig, en met reden. De wereld als geheel lijkt nog steeds erg vatbaar voor ongelukken. We leven al zeven jaar in een wereldeconomie die zich van crisis naar crisis sleept: telkens als het ergens op de wereld economisch beter gaat, stort de boel elders weer in. Waarom?

Het lijkt soms alsof we al opvallend lang pech hebben. Eerst hadden we de onroerendgoedbubbel en de daaruit voortvloeiende bankencrisis. Daarna sloeg in Europa de schuldencrisis toe - en een dubbele recessie. Uiteindelijk hervond Europa een wankel evenwicht, maar nu zijn er weer enorme problemen in China en andere opkomende markten.

Toch zijn dit geen op zichzelf staande ongevallen. Wat we hier zien, is wat er gebeurt als te veel geld op zoek is naar te weinig investeringsmogelijkheden.

Ruim tien jaar geleden beweerde de toenmalige voorzitter van de Fed Ben Bernanke al dat dat zou leiden tot een enorm Amerikaanse handelstekort, niet vanwege binnenlandse factoren maar door een 'mondiaal spaaroverschot': een enorm overschot aan spaargeld in relatie tot investeringen in China en andere ontwikkelingslanden. Dat overschot vloeide richting VS, op zoek naar opbrengsten. Bernanke maakte zich zorgen omdat deze instroom van kapitaal niet in bedrijven werd geïnvesteerd, maar in huizen werd belegd.

De hausse werd een bubbel die enorme schade aanrichtte toen hij eenmaal uiteenspatte. En dat was nog niet alles. Er was ook nog een enorme kapitaalstroom vanuit Duitsland en andere Noord-Europese landen naar Spanje, Portugal en Griekenland. Ook dat bleek een bubbel te zijn en toen die in 2009-2010 barstte, volgde de eurocrisis.

En nog was het verhaal niet uit. Nu Amerika en Europa geen aantrekkelijke bestemmingen meer waren voor het wereldwijde overschot, ging dat op zoek naar nieuwe bubbels waar nog lucht bij kon. Die werden gevonden in opkomende markten, waardoor bijvoorbeeld valuta als de Braziliaanse real tot onhoudbare hoogten werden opgestuwd. Dat kon zo niet doorgaan en nu zitten we midden in een opkomende-marktencrisis die sommige waarnemers doet denken aan die in Azië in de jaren negentig - u weet wel, waar het allemaal begon.

Dus in welke richting wijst de vinger van het overschot nu? Nou, weer naar de VS, waar de dollar stijgt door verse aanvoer van buitenlands kapitaal, waardoor de Amerikaanse industrie weer veel minder concurrerend dreigt te worden.

Waardoor wordt dit mondiale overschot veroorzaakt? Waarschijnlijk door een mengeling van factoren. Wereldwijd neemt de bevolkingsgroei af en nieuwe technologie lijkt niet te leiden tot een grote verhoging van de productiviteit. De bezuinigingsideologie verergert het probleem. En de wereldwijd lage inflatie betekent lage rentetarieven, zelfs bij sterke economische groei, en dat laat weinig ruimte voor verlaging van die tarieven als de economie inzakt.

Beleidsmakers moeten nu echt inzien dat het waarschijnlijk is dat een overschot aan spaargelden en voortdurende mondiale zwakte de nieuwe norm zijn.

Naar mijn gevoel is er sprake van een diepgewortelde onwil, zelfs onder zeer ontwikkelde ambtsdragers, om deze werkelijkheid onder ogen te zien. Deels heeft het te maken met belangengroepen: Wall Street wil niet horen dat een instabiele wereld om strenge financiële regelgeving vraagt en politici die de verzorgingsstaat willen afbreken, willen niet horen dat overheidsuitgaven en staatsschuld nu geen probleem zijn.

Toch speelt er ook een soort emotioneel vooroordeel mee tegen het hele idee van een wereldwijd overschot. Politici en technocraten zien zichzelf graag als serieuze mensen die moeilijke besluiten nemen, zoals bezuinigen en het verhogen van rentetarieven. Ze horen niet graag dat we in een wereld leven waarin schijnbaar krachtig beleid de dingen in feite alleen maar erger maakt.

Vertaling: Leo Reijnen © NYT

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden